Balanceren op het snijvlak van welvaart en welzijn; nergens gaat dat zo goed als in West-Europa

Zwitserland loopt uit. En Zweden en Denemarken zitten ons weer dichter op de hielen. Op het eerste gezicht lijkt de positie van Nederland als op-een-na beste economie van de wereld flink te worden bedreigd. Maar ondanks uitlopende Zwitsers en oprukkende Scandinaviërs slaagde Nederland er in om ook het eigen puntenaantal te verbeteren.

Dat blijkt uit de Lijst der Lijsten 2020, mijn jaarlijkse overzicht in deze krant van de beste economieën van de wereld. De methode is dezelfde als de afgelopen jaren. Ik zet vijf bekende internationale ranglijsten op een rij, en tel de score bij elkaar op voor elk land. Staat een land op de eerste plaats van de Global Competitiveness Index van het World Economic Forum (WEF), dan krijgt het één strafpunt. Nummer twee krijgt twee strafpunten, enzovoort.

Hetzelfde doe ik voor vier andere ranglijsten: de World Competitiveness Ranking van IMD, de Global Innovation Index, de Human Development Index en de Happiness-index van verschillende VN-organisaties. Deze ranglijsten bekijken elk op een eigen manier welke landen het best in staat zijn om economische groei, welvaart en welzijn te produceren. De optelsom van alle punten levert de score op in onze Lijst der Lijsten.

Vier van de vijf ranglijsten werden dit jaar opnieuw bepaald. Alleen van de Human Development Index kwam er geen nieuwe. Denemarken schoot omhoog naar de tweede plaats op de World Competitiveness Ranking. De VS daalden juist van plaats drie naar tien. Het Verenigd Koninkrijk werd — ondanks brexit — iets gelukkiger en innovatiever. Zwitsers werden gelukkiger, Zweden concurrerender en Noren zakten verder weg op het innovatielijstje.

En Nederland? Wij staan er dit jaar weer iets beter op. Zowel WEF als IND zag onze concurrentiekracht toenemen. Op beide lijstjes klommen we naar plaats vier. Volgens onderzoekers van IMD is Nederland in 2020 zelfs het land met de beste ‘Economic Performance’. Op die deelindicator namen we de koppositie over van de Verenigde Staten.

Maar op de innovatieranglijst daalde we een plek, van vier naar vijf. En ook op de ranglijst voor geluk zakte Nederland iets, naar plaats zes. Dat levert ons land een totaalscore op van 29 en dat is toch weer iets beter dan de 32 van vorig jaar.

Nummer één Zwitserland loopt echter flink uit en komt uit op slechts veertien strafpunten. Vorig jaar was dat achttien. Het brons is voor Zweden, dat nog maar een enkel punt van Nederland verwijderd is. Denemarken (op vier) staat slechts twee strafpunten achter ons. Het gevecht om de tweede plaats is duidelijk ontbrand. Nederland zal er voor moeten strijden. Ik weet niet zeker of het Wopke-Wiebes-Fonds, de Baangerelateerde Investeringskorting of het extra geld voor omscholing die het kabinet op Prinsjesdag aankondigde, nog op tijd komen.

Extraatje dit jaar: ik heb ook eens in de lagere regionen van de Lijst der Lijsten rondgesnuffeld. Hoe doen de uitdagers van de oude westerse economieën het eigenlijk? Dat valt tegen. Om in de top 10 te komen, moet je de 59 strafpunten van het VK verbeteren. Daar blijft een land als China met maar liefst 238 stafpunten heel ver van verwijderd.

Vooral op het gebied van menselijke ontwikkeling en geluk scoort het land erg slecht. Rusland doet het over de hele linie beroerd en komt op 262 strafpunten. Dat is nog iets minder slecht dan Brazilië. En Turkije is niet erg concurrerend, niet erg innovatief, staat laag op de Human Development Index en scoort slecht als het gaat om geluk. Met een totaal van 310 strafpunten heeft het van de vier de langste weg te gaan naar de top-10.

Lezers vragen mij wel: ‘Wat is de waarde van deze optelsom?’ Een terechte vraag, want het simpelweg optellen van ranglijsten levert natuurlijk geen wetenschappelijke conclusies op. Maar zet wel de schijnwerper op een waarheid die we in de dagelijkse nieuwsstroom wel eens vergeten: de landen in onze hoek van de wereld hebben een buitengewone combinatie van economische groei en sociaal welzijn weten te bereiken. Het is een knappe balanceeract die Zwitserland, Nederland en de Scandinavische landen jaar in jaar uit weten vol te houden. Iets om trots op te zijn.

(FD)

NB: En de Belgen dan, is iedere jaar weer de vraag na publicatie van de ranglijst. Nou, België staat op 20.