Niet alle economen zullen het willen toegeven, maar de bron van onze welvaart is niet economisch, maar juridisch. Je kunt de slimste ondernemers hebben, de meest efficiënte markten en best opgeleide bevolking, zonder juridisch verankerde eigendomsrechten wordt het niets. Van wie zijn de grondstoffen, van wie is het land, hoe wordt de winst verdeeld?
Pas als er een helder en onweerlegbaar antwoord is op deze vragen, kan de kapitalistische machine worden opgestart en kan het welvaartsgroei beginnen. Ondernemers moeten eerst zeker weten dat ze de opbrengst van hun inspanningen mogen houden — na afdracht van redelijke belasting — anders heeft het geen zin een bedrijf te beginnen.
Amerikaanse ruimtewet
Op aarde zijn deze zaken zeker nog niet perfect geregeld, maar zijn we een eind op de goede weg. Maar buiten de aarde, in de ruimte, moet de juridische strijd over eigendomsrecht nog helemaal worden gestreden. Maar de eerste stappen zijn gezet.
Het Amerikaanse Congres nam eind vorig jaar een speciale ruimtewet aan die het juridisch mogelijk moet maken om commerciële mijnbouw te plegen op asteroïden in de ruimte. Deze U.S. Commercial Space Launch Competitiveness Act stelt dat grondstoffen gewonnen op asteroïden het eigendom zijn van degene die ze heeft gemijnd. Dit is de eerste keer dat particuliere eigendomsrechten in de ruimte zo duidelijk zijn vastgelegd.
Ruimtemijnbouw in de stijgers
Voor buitenstaanders lijkt de nieuwe wet misschien een logische stap. In de Verenigde Staten zijn inmiddels meerdere commerciële partijen serieus bezig met het ontwikkelen van plannen voor mijnbouw in de ruimte. Het bedrijf Planetary Resources noemt zichzelf, misschien wat voorbarig, al ‘the asteroid mining company’. Onder andere Larry Page en Eric Schmidt van Alphabet (het moederbedrijf van Google) en Richard Branson van Virgin hebben geld in het bedrijf gestoken.
Van concurrent Deep Space Industries zijn geen investeerders bekend, maar het bedrijf (‘We are miners’ luidt het motto) haalde wel al geld op in twee investeringsrondes. Ongetwijfeld hebben deze bedrijven flink gelobbyd in Washington voor de nieuwe ruimtewet.
Inmiddels heeft Luxemburg aangekondigd ook met een ruimtewet te komen, ongetwijfeld in de hoop om mijnbedrijven aan te trekken.
Binnen handbereik
In de wereld van het ruimterecht werd er op de Amerikaanse wet met veel opwinding gereageerd. Volgens sommige juristen is de ruimtewet in strijd met het Ruimteverdrag uit 1967. Dat verdrag bepaalt juist dat niemand soevereiniteit kan opeisen over hemellichamen. De ruimte is van ons allemaal, net als de zeeën op aarde. Vlaggen planten heeft geen zin.
Dat klinkt nobel. Maar voor economen ook behoorlijk naïef. Zonder eigendomsrechten wordt exploratie van de ruimte nooit rendabel, en verspillen we in feite de enorme hoeveelheid grondstoffen die rond de aarde zweven. Want de afgelopen jaren zijn er enorm veel asteroïden ontdekt die hun rondjes de zon relatief dichtbij de aarde draaien.
Rond de eeuwwisseling waren dat er ongeveer duizend, inmiddels staat de teller al op bijna 14.000. Dat zijn veel grote asteroïden met een diameter van meer dan een kilometer, maar ook veel handzamere van 30 tot 300 meter. De metalen platina, nikkel, en palladium zijn op veel asteroïden aanwezig, met in potentie grote opbrengsten. (Ik laat hier de enorme technische problemen bij de winning maar even buiten beschouwing).
Gokje
De oplossing voor het juridische steekspel ligt ongetwijfeld in internationaal overleg. Afgelopen week is er in Wenen gepraat over dit onderwerp door de leden van het Committee on the Peaceful Uses of Outer Space (ja, die bestaat) van de Verenigde Naties. De komende week wordt er verder gesproken.
De belangrijkste juridische werkgroep wordt geleid door de Leidse juriste Tanja Masson. Volgens haar valt de Amerikaanse Ruimtewet wel degelijk te rijmen met het Ruimteverdrag, omdat het bij mijnbouw niet gaat om het toe-eigenen van hemellichamen, maar het exploiteren ervan. Zij ziet de Amerikaanse en Luxemburgse wetten als een mooi drukmiddel om echte internationale afspraken hierover te maken.
En dan is het wachten tot het eerste ruimteschip vol platina terugkeert op aarde. Lang wachten, gok ik.
Zie ook: