Veel bedrijven verkleinen de budgetten voor verduurzaming, concludeert ING. Europese boeren spuiten wat mest in Brussel en de klimaatdoelen voor de landbouw worden weggestreept. De grootste partij van Nederland wil de kolencentrales heropenen. Slechts vier van de tien Nederlanders denken dat we nog op tijd zijn om iets te kunnen doen tegen klimaatverandering.
Het klimaatnieuws volgen was al nooit iets voor optimisten. Maar de laatste tijd gaat het slechte nieuws niet alleen over de versnellende opwarming en stijgende kosten van adaptatie, maar ook over afzwakking van het klimaatbeleid zelf. Na jaren van toenemende aandacht en urgentie lijkt het afgelopen jaar een kentering opgetreden: beleggers keren zich af van ‘ESG-beleggingen’, politici vinden koopkracht vandaag belangrijker dan een leefbare planeet morgen en bedrijven klagen over dure duurzaamheid.
Je zou er pessimistisch van worden. Hoog tijd voor een tegengeluid: het gaat verrassend goed met de energietransitie. Vooral de opwekking van elektriciteit verschuift ongekend snel van fossiel naar hernieuwbaar. ‘Kan niet’, ‘wil niet’, en vooral ‘doen we niet’, riepen de critici jarenlang. Maar we deden het wel, omdat we het wilden en het bleek ook nog te kunnen.
Aan het begin van de eeuw werd ruim een kwart van de Nederlandse stroom opgewekt in kolencentrales. In 2015 was dat gestegen naar meer dan een derde. We hadden nieuwe kolencentrales nodig, dacht Den Haag, want het gas raakte op. Dat was een vergissing, want juist kolenstook is CO2-intensief. Het roer ging om en vorig jaar werd minder dan 7% van de elektriciteit opgewekt met kolen. Binnen tien jaar. Revolutionair.
Werd kolen simpelweg vervangen door gas? Dat is minder vervuilend, maar nog altijd fossiel. Nee, is het antwoord. Begin van de eeuw kwam meer dan 58% van onze stroom uit gascentrales. Vorig jaar was dat gedaald naar nog geen 38%.
Kernenergie dan? Het loket voor nieuwe kerncentrales staat al heel lang open bij het Ministerie van Economische Zaken, maar we doen het nog steeds met die ene uit 1973 in Borsele. Die levert een vrij stabiele 3 tot 4% van de Nederlandse elektriciteit.
Wat veranderde er dan wel? Wind- en zonnestroom uiteraard. En niet zo’n beetje ook. In 2000 kwam pakweg 1% van de elektriciteit uit deze hernieuwbare bronnen. Grote investeringen in wind, plus heel veel kleine investeringen in zon zorgden voor een spectaculaire stijging in korte tijd. In 2017 werd de 10% gepasseerd. Vier jaar later kwam al bijna een kwart van de stoom van molens en panelen. Vorig jaar steeg dat door naar meer dan 40%, blijkt uit cijfers van dataverzamelaar Ember.
Nederland kwam van ver, dus onze groei is nog wat spectaculairder dan elders in Europa. Maar ook daar is dezelfde trend te zien. Duitsland sloot kerncentrales (nee, niet erg slim), en de vrees was dat daar fossiel voor in de plaats zou komen. Gelukkig niet: het verlies aan atoomstroom werd vooral opgevangen door duurzame bronnen. Van vrijwel niets in 2000 tot ruim 39% zon en wind in 2023. Het aandeel stroom uit gas steeg iets, die uit kolen daalde flink. Voor de EU als geheel hetzelfde beeld: fors minder kolen, een beetje meer gas, maar vooral veel meer wind en zon.
Natuurlijk, de snelle opmars van duurzame stroom geeft ook problemen. Het net is vol en de stroomprijs is soms zelfs negatief. Maar een optimist ziet dat als een goed teken, want je botst tijdens een transitie altijd tegen bottlenecks op. Dat die niet meer liggen bij het aanbod van groene stroom, maar bij de netcapaciteit betekent dat de transitie sneller gaat dan gedacht.
Nu is het zaak snel die bottleneck uit de weg te ruimen. Daar is veel geld voor nodig. En dat hebben we. Onze vijf grootste pensioenfondsen trekken miljarden uit om in het Nederlandse stroomnet te investeren, zo meldden zij deze week. Niet alleen uit goede wil, maar vooral omdat daar geld valt te verdienen.
De stroomtransitie gaat snel. Helaas geldt dat niet voor de warmtetransitie. Er is voortgang maar industriële processen blijken lastig te verduurzamen. Hetzelfde geldt voor onze huizen. Ook de opmars van de elektrische auto dreigt te stagneren. Zo ziet u, er is altijd wel slecht nieuws te vinden. Dat negeer ik niet, maar laten we vooral ook de successen niet vergeten.
FD