Arbeidsmarkt nu zo krap dat zelfs de gepensioneerden weer gaan werken

Op zoek naar personeel? Neem dan eens een AOW’er aan. Een gemotiveerde senior met vakkennis en levenservaring, dat is precies het puzzelstukje dat uw bedrijf of instelling zoekt. Bijkomend voordeel: een 66-plusser is goedkoop en je zit er niet aan vast.

Voor gepensioneerde werknemers hoeft geen WW- of AOW-premie te worden afgedragen. Loon doorbetalen bij ziekte hoeft slechts dertien weken, in plaats van de gebruikelijke twee jaar. In juli dit jaar gaat dat naar zes weken. De werkgever mag zes tijdelijke contracten achter elkaar aanbieden. En bij ontslag is geen transitievergoeding verschuldigd. De minimumeisen die de wetgever aan een arbeidsrelatie met een AOW’er stelt, liggen een stuk lager, vanuit het idee dat de baan niet van levensbelang is. Het staat werkgever en werknemer uiteraard vrij om onderling ruimere afspraken te maken.

Deze voordelen, gecombineerd met de krappe arbeidsmarkt, hebben tot een opvallende opmars van de werkende oudere geleid. En niet alleen van de pas gepensioneerden. Van de 70 tot 75 jaar oude mannen werkte in het eerste kwartaal van 2023 een kleine 14%, zo blijkt uit nieuwe arbeidsmarktcijfers van het CBS. Tien jaar geleden was dat nog maar 8%. Onder vrouwen ligt de arbeidsparticipatie met ruim 5% wat lager, maar dat percentage is wel ruim het dubbele van dat van 2013.

Van de jongere ouderen, tussen 65 en 70 jaar, werkt inmiddels 31% (mannen) en bijna 18% (vrouwen). Ook dat is veel meer dan tien jaar geleden, maar in die periode is ook de pensioenleeftijd van 65 naar ruim 66 jaar gegaan. Dat verklaart een flink deel van de toename. Maar ook als we de 65- en 66-jarigen in deze groep weglaten is er sprake van een stijging. Van alle 67-jarigen werkt nu ruim 18%, tegen 12% in 2013. Ook bij 68- en 69-jarigen ligt de participatie nu op recordhoogte.

Is dit goed en wenselijk? Moeten 66-plussers niet juist uitrusten en onbezorgd genieten van de oude dag? Als ze dat willen, mag dat natuurlijk. Een beetje doorwerken is vaak juist goed voor lichaam en geest. Het moet natuurlijk geen gedwongen arbeidsdeelname zijn, bijvoorbeeld vanwege een onvolledige AOW-opbouw en laag pensioen. Ook dat zal ongetwijfeld voorkomen, maar het feit dat de participatie het hoogst is onder gepensioneerden met een hbo- of wo-diploma, suggereert dat het meestal om een vrijwillige keuze voor werk gaat.

Helemaal aan de andere kant van de leeftijdsopbouw zie je de krappe arbeidsmarkt ook terug. Jongeren werken nu meer dan tien jaar geleden. Van de 15- tot 20-jarigen heeft nu bijna 70% een baan of baantje. Onder jonge twintigers is vooral de participatie van mannen toegenomen. De stijging van het minimumjeugdloon van de afgelopen jaren heeft werkgevers niet afgeschrokken, zoals sommigen (onder wie ikzelf) vreesden.

Ouderen gingen dus meer werken, en jongeren ook. En ook andere leeftijdsgroepen werden actiever op de arbeidsmarkt. Vergeleken met tien jaar geleden steeg de participatiegraad bij alle leeftijden. Bij vrouwen ging het nog sneller omhoog dan bij mannen, een effect van de emancipatie van de afgelopen decennia die langzaam door de bevolkingspiramide omhoog kruipt. Generaties met hoge participatie van vrouwen vervangen die met lagere deelname. Dat effect raakt wel uitgewerkt, want in de jonge leeftijdsgroepen zien we juist dat de participatie bij vrouwen minder stijgt dan die bij mannen. Daar is de achterstand zo goed als ingehaald.

Succesvolle arbeidsmarkt
Goed. Veel cijfers, percentages en een ingewikkelde grafiek. Maar wat moeten we met deze informatie? Allereerst: concluderen dat onze arbeidsmarkt een succes is. Er wordt veel geklaagd over ‘mismatch’ tussen opleiding en beroepseisen, leeftijdsdiscriminatie en ‘doorgeschoten flex’, maar uiteindelijk vinden steeds meer mensen een productieve plek. Met grootschalige, ideologisch gedreven hervorming (‘iedereen een vaste baan’) slachten we de kip met de gouden eieren.

Ten tweede: de krappe arbeidsmarkt is een feit. De participatie staat op het hoogste peil ooit en zo’n groei als tussen 2013 en 2023 gaat zich niet herhalen. Het idee dat er nog arbeidsreserves zijn die we makkelijk kunnen aanboren is een fictie. Bedrijven die willen groeien zullen vol moeten investeren in arbeidsvervangende technologie.

FD