Zijn bier

Net als u vind ik het eigenlijk hartstikke mooi. Met een nuffig gebaar wees Charlene de Carvalho-Heineken de grote buitenlandse opkoper SABMiller de deur. Wij zijn van uw poenerige overnamepogingen niet gediend, was zo ongeveer haar antwoord. Het ‘erfgoed’ en de ‘identiteit’ van Heineken als zelfstandige onderneming moet worden behouden. Ook al kost het de familie — en alle andere aandeelhouders — mogelijk miljarden euro’s aan cash, ons erfgoed is veilig.

Overal in Nederland proosten blije bierdrinkers opgelucht op de gezondheid van Charlene. Heineken blijft ons bier. De gloed van chauvinistische trots verwarmt ons van binnen. Dat blussen we af met nog een rondje. En barman, doe er maar zo’n schaaltje borrelnootjes bij! Maar alleen als ze van het oer-Hollandse Duyvis uit Zaandam zijn.

Erfgoed

Duyvis. Alweer een jaar of acht in handen van het Amerikaanse Pepsico. Dat bedrijf kocht het van Douwe Egberts, dat op zijn beurt was overgenomen door het Amerikaanse Sara Lee. Inmiddels is het oer-Hollandse kopje koffie van DE van Benckiser uit Duitsland. En het traditionele plakje Peijnenburg-koek dat we daar graag bij eten, is van het Belgische Lotus Bakeries.

Want erfgoed verkopen doen we al jaren. Niets is Hollandser dan een boterham met hagelslag. Maar met elk pakje dat we leegschudden gaat de omzet omhoog bij moederbedrijf Heinz uit Pennsylvania. Generaties Nederlandse kinderen groeiden op met de vissticks van Iglo dat al weer acht jaar eigendom is van het Britse investeringsfonds Permira. De boerderijdrop van Venco is Zweeds (Cloetta), de muntdrop van Klene Italiaans (Perfetti Van Melle).

‘Een Hollandser merk is er haast niet’, beweert koekenbakker Verkade op de eigen website. Maar de meisjes van Verkade bakken al bijna een kwart eeuw voor het Britse United Biscuits. Kelloggs heeft trouwens trek in United Biscuits. De uitvinder van cornflakes zou nadenken over een bod, zo meldde Reuters deze zomer. Dan wordt Verkade Amerikaans.

Freddy Heineken

Het kan me niet schelen. Ik knabbel op de Hollandse borrelnootjes en zuig op een Nederlands muntdropje, ook al staat het hoofdkantoor van het moederbedrijf in een ver land.

Maar bij Heineken voelt dat toch anders. Heineken smaakt beter in Nederlandse handen. Merkwaardig is dat. Of eigenlijk niet. Want het merk is onlosmakelijk verbonden met Freddy Heineken, de man die het bedrijf weer onder familie-bewind bracht en die met zijn bluf, originaliteit en vooral zakelijk inzicht een bierimperium bouwde.

Dat verhaal verdient een mooier vervolg dan een overname door SABMiller en een toekomst als premium brand van een buitenlandse multinational. In principe ben ik tegen beschermingsconstructies en voor vrij verkeer van kapitaal, maar voor Freddy Heineken — en voor zijn erfgenamen — maak ik graag een uitzondering.