Wie discussieert over CO₂-belasting moet vooral praten over de details

De milieubeweging is voor. GroenLinks is voor. Bij De Nederlandsche Bank vinden ze het een prima idee. En maar liefst zeventig economen zetten hun handtekening onder een oproep aan het kabinet om een heffing op CO₂-emissies in te voeren.

Maar er zijn ook gepassioneerde tegenstanders. VNO-NCW vreest dat een nationale CO₂-belasting onze concurrentiepositie verpest. Bernard Wientjes strijdt ertegen namens de chemische industrie. Terwijl men bij Tata Steel Nederland roept dat de deuren wel dicht kunnen als er een CO2-heffing wordt ingevoerd.

In plaats van een belasting willen bedrijven een bonus-malussysteem, waarbij bedrijven die beloven veel uitstoot te reduceren subsidie krijgen, en bedrijven die onvoldoende plannen indienen een boete. Dit idee kwam terecht in het concept-klimaatakkoord, waarop de milieubeweging boos wegliep uit het overleg en de zeventig economen hun brief schreven.

De discussie lijkt inmiddels behoorlijk zwart-wit geworden. Je bent voor of je bent tegen CO₂-belasting. Maar wie goed kijkt, ziet vooral veel grijs. Je kunt voor een CO₂-heffing zijn, maar tegen het wetsvoorstel van Jesse Klaver. En je kunt tegen een bonus-malus zijn, maar voor meer subsidie voor de industrie. Want het gaat bij een CO₂-heffing om de details.

Dit artikel is een poging om wat orde te scheppen in de spraakverwarring. In onderstaand schema staat een aantal van de belangrijke keuzes die de overheid bij een eventuele invoering moet nemen.

(klik op plaatje voor grote versie)

Eerste vraag: voor wie gaat zo’n heffing gelden? Economen zijn in grote meerderheid enthousiast over het principe van de CO₂-belasting, omdat die in theorie werkt als een simpele, krachtige en transparante correctie op het marktmechanisme. Emissies hebben op de vrije markt geen prijs, dus bedrijven en burgers kunnen kosteloos vervuilen zonder rekening te houden met de milieuschade. Een CO₂-belasting repareert dat marktfalen.

Maar volgens deze theorie is de enige juiste CO₂-belasting er een die voor elke emissie geldt. Dus niet alleen voor de uitstoot van de industrie, maar ook voor die van mkb-bedrijven, landbouw en huishoudens.

Die laatste groep betaalt natuurlijk al flink via de energierekening, maar een energieheffing is geen CO₂-belasting, en voor een optimale heffing zou het eigenlijk niet uit moeten maken wie het broeikasgas produceert. Dit is de variant waar de zeventig economen in hun recente pleidooi voor kiezen: huishoudens en bedrijven, iedereen betaald dezelfde prijs voor CO2-uitstoot.

In de huidige beleidsdiscussies gaat het echter meestal om een heffing die alleen voor de Nederlandse industrie geldt. Daarbij geldt als argument dat de industrie nu goedkoop uit is, omdat huishoudens en en andere kleinverbruikers via allerlei belastingen meer betalen voor hun energie dan de grootverbruikers. Dat kan zo zijn, maar als we alleen de industrie een directe CO2-heffing opleggen, blijft het theoretische ideaal van de economen ver buiten beeld.

Bovendien is het juist de industrie betaalt nu al direct voor CO₂-uitstoot betaalt. Er is een Europees systeem van handel in emissie rechten voor de industrie (het EU Emission Trading System, EU ETS), waar het recht om een ton CO₂ uit te stoten inmiddels zo’n €20 kost.

Het maakt nogal wat uit of je daar bij een Nederlandse CO₂-belasting rekening mee houdt. Zo ja, dan moet de belasting omlaag als de ETS-prijs omhoog gaat, en werkt de heffing als een soort nationale ETS-minimumprijs. Zo nee, dan kunnen de totale CO₂-kosten voor bedrijven veel hoger oplopen dan de bedoeling was. Waar je voor kiest maakt dus nogal uit.

Misschien wel de belangrijkste vraag is: wat doen we met de opbrengst? Dat Tata Steel bang is de deuren te moeten sluiten, komt omdat ze uitgaan van een CO₂-belasting die in de schatkist belandt of, zoals in het wetsvoorstel van GroenLinks, vooral bij huishoudens.

Maar je kunt de opbrengst ook terugsluizen naar de industrie zelf. Dan heb je wel de prikkel om CO₂ te reduceren, zonder dat dit de winstgevendheid van de industrie zwaar raakt. Dat terugsluizen kan ook specifiek via subsidies voor groene projecten van de industrie. Dan worden vooral de onwillige bedrijven gestraft.

De vraag hoe je een CO₂-belasting invoert, is belangrijker dan de vraag of je ‘m invoert. Een generieke CO₂-belasting voor iedereen, is heel iets anders dan een ETS-minimumprijs met terugsluis via groene subsidies. Dat laatste systeem verschilt misschien zelfs niet eens zoveel van het bonus-malussysteem uit het klimaatakkoord.

Een oproep daarom aan iedereen die pleit voor of ageert tegen zo’n heffing: vertel duidelijk wat voor belasting je precies bedoelt. Praat minder over principes, en meer over details.