Waarom zou je een hoger loon eisen als daarmee toch vooral de schatkist wordt gespekt?

De werkloosheid daalt, het aantal vacatures stijgt, maar de loongroei blijft beperkt. Economen snappen er niets van. Komt het door de flexibilisering? Of door het lage ledental van de vakbonden? Kunnen we de robot de schuld geven? Zijn er misschien nog veel verborgen werklozen in Nederland, zodat de schaarste alleen op papier bestaat? Of is het gewoon een kwestie van geduld, en zal de dalende werkloosheid zich uiteindelijk vertalen in een loongolf? Niets is zeker, maar ik gokte tot voor kort op de laatste oorzaak. Mensen zijn niet gek, dacht ik, zodra ze zien dat er om hen wordt gevochten, gaan ze heus wel forse looneisen stellen.

Maar toen zag ik de antwoorden die minister van Financiën Wopke Hoekstra vorige week naar de Eerste Kamer stuurde, en sloeg de twijfel toe. Want waarom zou je opslag vragen, als je daar zelf bijna niets van mag houden? Hoekstra gaf antwoord op vragen van de SGP-fractie. Die wilde gedetailleerd weten hoeveel huishoudens netto overhouden van een brutoloonsverhoging. De senatoren waren vooral geïnteresseerd in eenverdienershuishoudens met twee kinderen en een huurwoning. Dat is hun achterban, en juist bij die groep kan het gat tussen bruto en netto groot zijn. De inkomenstabellen die Hoekstra als antwoord gaf, zijn opzienbarend. Omdat we in Nederland bovenop de progressieve belastingtarieven een heel stelsel van inkomensafhankelijke heffingskortingen en toeslagen hebben gebouwd, houden gezinnen netto vaak vrijwel niets over van een brutoloonstijging.

Neem een eenverdienershuishouden met een (karig) bruto-inkomen van zo’n €28.000, twee kinderen en een huurwoning. De inkomstenbelasting voor dit gezin bedraagt volgend jaar ruim €10.000, maar dankzij de inkomensafhankelijke algemene heffingskorting en arbeidskorting hoeft daarvan minder dan de helft te worden overgemaakt. Het gezin ontvangt ook een inkomensafhankelijke zorgtoeslag, huurtoeslag en een kindgebonden budget. Inclusief die toeslagen bedraagt het netto-inkomen ruim €27.600. Per saldo is er dus nog geen €400 van het gezin naar de Belastingdienst gegaan. Men had zich een hoop moeite kunnen besparen door het inkomen gewoon onbelast te laten.

Tegelijkertijd ontneemt deze broekzak-vestzakconstructie bij de kostwinner iedere prikkel om zichzelf op de arbeidsmarkt te verbeteren. Als hij of zij een carrièrestap maakt of meer uren gaat werken, waardoor het bruto-inkomen stijgt, gaan de heffingskortingen en toeslagen omlaag. Van €1000 opslag gaat daardoor per saldo maar liefst €944 naar de belastingdienst. Het gezin gaat er welgeteld €56 op vooruit. Omgerekend: het marginale belastingtarief bedraagt een absurde 94%.

Schermafbeelding 2017-12-17 om 15.09.26

Maar het kan nog doller. Het eenverdienersgezin dat in 2018 €31.000 verdient en €1000 opslag krijgt, verliest de huurtoeslag en gaat er ruim €600 op achteruit! Het marginale tarief is 161%! In de grafiek is te zien hoe €1000 opslag voor alle inkomensgroepen tussen €16.000 en €50.000 per jaar uitpakt. Tot pakweg €20.000 bruto loont het om meer te gaan verdienen. Daarboven levert een hoger brutosalaris netto bijna niets op. Pas vanaf een bruto-inkomen van rond de €40.000 mag het gezin van €1000 opslag zelf weer wat houden, maar door de afbouwende heffingskortingen en het steeds lager wordende kindgebonden budget, nooit meer dan de helft.

Het kabinet ziet dit probleem en probeert er wat aan te doen. In 2021 zal de huurtoeslag langzamer worden afgebouwd en zullen marginale tarieven van meer dan 100% niet meer voorkomen, zo liet Hoekstra weten. Maar ondanks dit beleid zal ook in 2021 voor inkomens tussen €24.000 en €50.000 een brutoloonstijging netto minder dan de helft opleveren.

Schermafbeelding 2017-12-17 om 15.09.45

Voor tweeverdieners zonder kinderen met een koophuis zijn de marginale tarieven ongetwijfeld dragelijker. Maar het feit blijft dat ons goedbedoelde stelsel vol inkomensafhankelijke regelingen buitengewoon pervers kan uitpakken. Geen wonder dat de loonruimte in Nederland vaak wordt gebruikt voor (onbelaste) secundaire arbeidsvoorwaarden, want strijden voor een hoger loon spekt vooral de schatkist.