Zo, is uw woede al weer wat bedaard? Of bent u nog steeds witheet over Donald Trumps besluit om eenzijdig het klimaatakkoord van Parijs op te zeggen?
De hele wereld viel over Trump heen. Van Angela Merkel tot Leonardo di Caprio, van Lloyd Blankfein tot Arnold Schwarzenegger, iedereen die een beetje meetelt sprak zijn afkeer uit van het besluit. ‘We betreuren het ten diepste’, stelde eurocommissaris Miguel Arias Cañete namens de EU.
Het is allemaal heel erg, en we gaan collectief vast nog lang zwelgen in onze woede. Maar dan komt toch de vraag: wat wordt de Europese reactie op Trumps klimaatverraad?
Gaan we echt iets doen?
Gaat Macron hem de volgende keer nog harder in z’n hand knijpen, zal Merkel nog bozere toespraken houden en gaan de andere Europese leiders nog stiekemer achter zijn rug gniffelen? Of gaan we misschien echt iets doen?
Er zijn optimisten die deze vraag ontkennend beantwoorden. Amerikaanse staten gaan vast gewoon verder met klimaatbeleid en het bedrijfsleven zet de groene revolutie heus wel door. Want duurzame energie is win-win: innovatie, werkgelegenheid, bedrijfswinsten én een beter milieu, we krijgen het allemaal als we de energietransitie omarmen.
Dat is een nogal naïeve opstelling. Ja, we moeten overstappen naar duurzame energie, maar nee dat is niet gratis. Als het allemaal zo winstgevend was, dan hoefde overheden geen akkoorden te sluiten, subsidies uit te delen en handelssystemen voor emissierechten op te zetten.
De prijs van CO2 is al lang veel te laag
Dat laatste heeft de EU wel gedaan, met wisselend succes. Door te gul uitdelen van CO2-emissierechten en door de eurocrisis is de prijs van CO2 al lange tijd veel te laag. Maar de bedoeling is om dat de komende jaren recht te zetten en dan betalen Europese bedrijven een behoorlijk bedrag om CO2 uit te mogen stoten. In de VS is – onder president Obama – ook geprobeerd om zo’n marktsysteem op te zetten, maar dat plan strandde uiteindelijk in de Senaat.
Amerikaanse bedrijven hebben daardoor een voordeel gekregen op hun Europese concurrenten. Juist het Parijs-akkoord haalde de angel uit dit potentiële onrecht, want alle landen, inclusief de VS, beloofden maatregelen te gaan treffen die, als ze daadwerkelijk werden uitgevoerd, ook tot extra kosten voor hun industrie zouden leiden.
Nu Trump uit ‘Parijs’ stapt, is de kans daarop veel kleiner. Dat betekent dat Europa moet nadenken over manieren om het concurrentienadeel te bestrijden. Daar is in het recente verleden, vóór Parijs, al flink op gestudeerd. Bijvoorbeeld door ons eigen Centraal Planbureau. In 2008 verscheen een CPB-studie waarin werd bekeken hoe het concurrentienadeel van het Europese emissiehandelssysteem – Emissions Trading System (EU ETS) – kan worden opgeheven. Via modelsimulaties laten de auteurs zien dat dit kan door import uit landen zonder CO2-beleid te treffen met een importheffing die gelijk is aan de kosten van de heffing die een Europese producent had betaald.
Een andere manier is door de opbrengst van het EU ETS te gebruiken voor een soort exportsubsidie, waarmee het speelveld internationaal gelijk wordt getrokken. Een combinatie van beide kan ook.
De studie laat zien dat op deze manier baanverlies in de Europese industrie goed bestreden en mogelijk zelfs voorkomen kan worden, vooral in de westelijke EU-landen. Internationale samenwerking levert nog betere resultaten, maar als dat niet lukt – bijvoorbeeld omdat de VS een akkoord torpederen – kan de EU via slimme heffingen en subsidies het concurrentieverlies compenseren.
Heffingen en subsidies
Economen zijn in principe tegen dit soort heffingen en subsidies, omdat ze de vrije markt juist verstoren. Maar het EU ETS is bedoeld om een andere marktverstoring (de ontbrekende prijs voor CO2-uitstoot) te repareren. Omdat deze verstoring mondiale gevolgen heeft – klimaatverandering -, zijn heffingen en subsidies in dit geval goed te verdedigen.
Tref daarom de Amerikaanse import met heffingen en subsidieer onze export naar de VS. Trump zal het ongetwijfeld zien als de start van een handelsoorlog. Maar de waarheid is dat hij die zelf startte, door eenzijdig het klimaatakkoord op te zeggen.