Verstandige CO₂-heffing: geen speciaal Tata-tarief, maar korting voor de beste bedrijven

‘Willen jullie een CO₂-heffing? Dan krijgen jullie een CO₂-heffing.’ Laat het maar aan onze premier over om daags voor de verkiezingen met een kiezersvriendelijk stuntje te komen. Uit de doorrekening van het Klimaatakkoord kwam dat de Nederlandse industrie het reductiedoel niet zou halen omdat de bedachte bonus-malusregeling onvoldoende afdwingbaar was. Dan maar toch die CO₂-heffing, dacht het Kabinet, en Rutte mocht deze draai afgelopen woensdag toelichten.

Het wordt niet zomaar een CO₂-belasting, maar een ‘verstandige heffing’. Om Rutte precies te citeren: ‘De heffing moet verstandig zijn, hij moet de tonnages halen en hij moet geen banen wegjagen.’ Dus dat u niet denkt dat Rutte met een domme belasting gaat komen waarmee de reductiedoelen niet gehaald worden, terwijl de getroffen bedrijven massaal ons land verlaten. Het Kabinet wil blijkbaar precies de gouden snede van het klimaatbeleid vinden, het evenwichtspunt waarbij de zware industrie zich wel gedwongen voelt om de CO₂-uitstoot flink te verminderen, zonder dat het toegeeft aan de prikkel om de productie naar een land zonder nationale CO₂-heffing over te hevelen.

Ik ga nu alvast voorspellen: die perfecte balans gaan we in Nederland niet vinden. Een CO₂-heffing die bedrijven geen pijn doet, leidt niet tot serieuze emissiereductie en wie de CO₂-doelen wil halen moet een heffing invoeren waar de industrie echt last van heeft. Er worden in de economie geen gratis lunches uitgedeeld, en dat geldt zeker voor milieu- en klimaatbeleid.

Toch verwacht ik dat het Kabinet een serieuze poging gaat wagen om een CO₂-heffing te bedenken die toch zowel kool als geit spaart. Een heffing die bijt bij bedrijven die de mogelijkheid hebben om de uitstoot te verminderen, en die tegelijkertijd te dragen is voor bedrijven die deze mogelijkheden niet hebben.

Oud-Shell-topman (en sindsdien tot het groene geloof bekeerde) Jeroen van der Veer deed donderdag bij Nieuwsuur al een voorzetje voor zo’n kool-en-geit-heffing. Volgens hem moet deze gedifferentieerd worden per sector, waarbij met name de staalindustrie en de petrochemie in een lager tarief moeten vallen.

Van der Veer krijgt impliciete bijval. Samen met de brief aan de Kamer waarin het Kabinet zijn plannen voor een CO₂-heffing aankondigde, werd een onderzoek meegestuurd van de consultants van PwC naar de effecten van een nationale CO₂-heffing. Daarin wordt becijferd dat de heffing voor sommige bedrijven snel te veel kan zijn. Voor Tata Steel in IJmuiden bijvoorbeeld, zou een belasting van meer dan €33 per megaton CO₂ het bedrijfsresultaat van Tata volledig doen wegsmelten (zie de grafiek hieronder). En dan moeten de geldschieters en de belastingdienst nog betaald worden.

Voor een bedrijf als Tata is het bovendien moeilijk om meteen tot actie over te gaan. Tata hoort in zijn sector naar eigen zeggen tot de meest ‘schone’ bedrijven, dus behalve als men kiest voor massale CO₂-afvang en -opslag (waar het kabinet woensdag ook beperkingen voor opperde), moet Tata wachten tot oude installaties zijn afgeschreven en nieuwe technologie volwassen is. Daar kan zo een aantal jaren overheen gaan en gedurende die tijd moet men de heffing natuurlijk wel betalen. Het idee achter het afgeschoten bonus-malussysteem was juist dat bedrijven met goede reductieplannen, geen heffing (of boete) hoefden te betalen.

Toch lijkt het me onwenselijk om de CO₂-heffing te differentiëren per bedrijf of sector. Juist de vieste sectoren worden dan gespaard. Dat is precies hoe het de afgelopen kwart eeuw is gegaan: iedereen betaalde een energieheffing, maar juist de grootverbruikers kregen een enorme korting op hun rekening. De bedrijven die de meeste tonnen CO₂ uitstoten, zullen ditmaal ook de grootste bijdrage aan de reductie moeten doen.

Het Kabinet kan wel op een andere manier rekening houden met bedrijven als Tata-steel. Leg de gehele zware industrie een uniforme heffing op, maar geef daarop een korting als een bedrijf kan aantonen tot de 10% energie-efficiëntste van zijn sector te behoren. De bewijslast ligt (anders dan bij de bonus-malus) bij het bedrijf zelf. Maar wie echt kan aantonen bij de top te bekoren, krijgt bijvoorbeeld half tarief. Klinkt verstandig toch, meneer Rutte?