Unobtainium

De halve wereldbevolking is gekluisterd aan tv, computer of mobieltje, als de wetenschappers van Cern hun ontdekking officieel bekendmaken. Dagenlang gonsde het al van de geruchten: men had een nieuwe energiebron gevonden.

De hoge verwachtingen worden meer dan ingelost als de wetenschappers trots een nieuw element presenteren: unobtainium, een onuitputtelijke bron van energie, veel goedkoper dan olie of gas. Energie zal voortaan geen schaars goed meer zijn, maar vrijwel gratis en beschikbaar voor arm en rijk.

Economen schrijven de volgende dag opgetogen stukken over de mogelijkheden die deze nieuwe energiebron biedt. Gratis energie zal veel nieuwe groei opleveren. Producten en diensten worden goedkoper, het algemene welvaartspeil stijgt. De monopoliemacht van oliebedrijven en olielanden smelt weg. Unobtainium zal de wereld eerlijker en misschien wel veiliger maken.

Iedereen blij? Nee, een kleine groep wereldburgers ziet de feestvreugde hoofdschuddend aan. Analisten en centrale bankiers zien vooral problemen. De hoofdeconoom van een grote bank waarschuwt in zijn wekelijkse nieuwsbrief: ‘Een vicieuze cirkel dreigt waarbij goedkope energie via verschillende kanalen leidt tot lagere economische groei, en die lagere groei vervolgens de energieprijs nog verder drukt.’

Banken hebben veel geld uitgeleend aan de oliesector, legt de hoofdeconoom uit. Door de ontdekking van unobtainium zullen de oliebedrijven die leningen niet kunnen terugbetalen. Kunnen de banken dat wel aan? Dreigt een nieuwe financiële crisis? Alleen al de angst hiervoor zorgt voor nervositeit op de beurs en in de economie.

De president van een centrale bank ziet nog een ander groot nadeel van de unobtainiumrevolutie. De lage energieprijs zal doordruppelen in andere prijzen, legt hij uit. Door dergelijke tweederonde-effecten kan er een neerwaartse spiraal ontstaan, met steeds maar dalende prijzen. Consumenten zullen massaal hun bestedingen uitstellen, waardoor een recessie onvermijdelijk is. We moeten zo’n deflatiescenario voorkomen, waarschuwt hij.

De argumenten van de hoofdeconoom en de bankpresident maken indruk. De wereldwijde feestvreugde slaat om in moedeloosheid. Een enkele optimist probeert de stemming er nog in te houden door te wijzen op de cirkelredeneringen en onbewezen stellingen in hun betoog. Hij rekent voor dat er heus verliezers zijn, maar dat de wereld per saldo enorm voordeel heeft bij goedkope energie. Hij legt uit dat geen consument bestedingen uitstelt omdat energieprijzen dalen. En dat de bankpresident op spoken jaagt.

Maar het mag niet baten. Op voorspraak van de hoofdeconoom en de bankpresident vernietigen de wetenschappers hun voorraad unobtainium. De olieprijs schiet meteen omhoog. De wereldeconomie is gered.

(FD)