Snelwegcommunisme

Stond u er ook in? In een van de vele monsterfiles tijdens de moeder-aller-avondspitsen? Goede kans dat u inderdaad de klos was, want op het hoogtepunt van de spits stond er 925 kilometer aan personenauto’s, busjes en vrachtwagens vast op de Nederlandse snelwegen en provinciale wegen. Dat is een rij voertuigen van Rotterdam naar Parijs en weer terug. Het was op 1 november dan ook de zwaarste avondspits van het jaar.

De economie groeit weer lekker, dus bij alle flessenhalzen in het landelijke wegennet is het weer dringen. De overheid heeft zich de afgelopen jaren ingespannen om wegen aan te leggen of te verbreden en spitsstroken aan te leggen, maar tegen de combinatie van economische groei en een flinke regenbui (zoals woensdag) is geen mobiliteitsplan bestand. Er kwam de afgelopen tijd ruim 4000 kilometer aan extra wegen bij in Nederland. En door asfalthobby van de twee kabinetten Rutte is de filedruk ook heus wel afgenomen. Maar nieuwe wegen trekken ook nieuw verkeer aan, dus een beetje economisch herstel zorgt al direct weer voor dichtslibben van het wegennet.

 

Rare weeffout
In principe wordt het fileprobleem natuurlijk niet veroorzaakt door te weinig asfalt. Verreweg het grootste deel van de dag is ons wegennet onderbenut: er zouden veel meer auto’s kunnen rijden. Het probleem is dat zoveel mensen tegelijkertijd willen rijden. Voor dat probleem is een buitengewoon voor de hand liggende oplossing, die al duizenden jaren met veel succes in andere sectoren wordt gebruikt: het prijsmechanisme.

Want in de huidige opzet van onze mobiliteitsmarkt zit een rare weeffout: overal werkt de markt, behalve als we de weg opgaan. Bij het aanschaffen van een auto gaat het nog goed. U mag het merk, het type en de kleur zelf uitkiezen, maar een luxe, grote, snelle auto is duurder dan een boodschappenwagentje. Wilt u diesel, benzine of elektra? De keuze is aan u. Het kiezen en kopen van een auto is een heldere afweging tussen kosten en baten.

U heeft de auto gekozen en betaald? Dan gaan we de weg op. Bijvoorbeeld in de spits. Nu gelden er opeens heel andere principes. U kunt niet meer kopen wat u wilt. U wilt graag op tijd op uw bestemming komen. Maar de vervoersdienst ‘op tijd komen’ is niet te koop, er is geen markt voor. In de file komt de ultieme socialistische droom uit: iedereen krijgt dezelfde dienst geleverd, iedereen is gelijk, geld speelt geen rol.

Automobilisten betalen natuurlijk wel een prijs, alleen geldt die niet in euro’s, maar in minuten. Wie in de spits op tijd aan wil komen op het werk of een afspraak, moet eerder van huis gaan. Hoeveel eerder? Dat blijft altijd een gok, dus om zeker te zijn gaat een verstandige automobilist veel eerder weg dan waar de gemiddelde extra reistijd in de spits om vraagt. Te laat komen is immers vervelender dan te vroeg. Zoals altijd zorgt het gelijkheidsideaal dus voor verspilling en inefficiency.

Resumerend: u koopt een auto met geld, volgens de kapitalistische regels van onze maatschappij, maar u koopt ‘ergens op tijd komen’ vervolgens met tijd, volgens de principes van de Sovjet-Unie.

Motorrijtuigenbelasting verlagen
Kan dat dan ook anders? Jazeker. Met moderne technologie is het goed mogelijk om voor de dienst ‘op tijd komen’ een markt te creëren met een prijs in euro’s. Rekeningrijden heet die technologie. Met een goedgekozen, met tijd, dag en drukte fluctuerende prijs per kilometer zijn files te voorkomen en krijgt de automobilist de keuze tussen veel betalen en (zonder vroeger vertrekken) op tijd aankomen of op een ander (goedkoper) moment gaan rijden. Vrije keuze op basis van markt en prijs, precies zoals we in de rest van onze economie schaarse middelen verdelen.

De opbrengst van rekeningrijden kan terug naar de automobilist door de motorrijtuigenbelasting te verlagen of zelfs helemaal af te schaffen. Denkt u zich eens in: geen files meer, geen snelwegcommunisme, en ook geen motorrijtuigenbelasting. Wie kan daar nou tegen zijn?

(eerder in FD)