Sluiswachters met fantasie

Het investeringsfonds wordt geen echt fonds. De minister van Economische Zaken moet het allemaal nog uitwerken, maar ik verwacht (en hoop) niet dat er uiteindelijk een nieuwe pot geld komt, gevuld met tientallen miljarden aan vers geleende euro’s.

Wie dacht dat het wel een echt fonds zou worden, valt niets te verwijten. In de aanloop naar Prinsjesdag werd ook door bewindslieden gesproken over de uitgelezen kans die de huidige negatieve rente biedt. Daarmee werd op z’n minst gesuggereerd dat de Staat overwoog om nu massaal geld te lenen, dat in een fonds te storten, en vervolgens op zoek te gaan naar briljante investeringsprojecten.

‘Waar moet de minister van Financiën al die geleende miljarden stallen?’

Maar dat zou een maf idee zijn. Want waar moet de minister van Financiën al die geleende miljarden stallen? Zet hij ze gewoon op de betaalrekening van de Staat bij ING? Die bank ziet hem aankomen. Zelf betaalt ING een half procent rente bij de ECB, dus reken maar dat men dat dubbel en dwars zal doorberekenen aan de Staat. Zo kost lenen toch weer geld. Geeft hij het aan het Agentschap van zijn ministerie? Die zullen er dan staatsobligaties van inkopen. Maar zodra ze dat doen is het fonds de facto weer leeg. Geld lenen van jezelf telt niet.

Dan maar beleggen op de beurs? Het zou de schatkist veranderen in een enorm hedgefund. Beleggen met geleend geld is bepaald niet de taak van de overheid.

Dus komt er geen echt fonds, maar in het beste geval een Excel-bestand met als naam: ‘investeringsfonds.xlsx’. Daarop wordt dan bijgehouden welke investeringsprojecten zijn gestart en hoe daar, vanuit de lopende uitgaven, voor is betaald.

Het investeringsfonds is dan vooral een bureaucratisch instrument om de projecten te ‘ringfencen’ van de gewone begroting. Het zijn uitgaven waarover op een andere manier dan normaal besloten wordt. Premier Mark Rutte noemde dat op Prinsjesdag de ‘besluitsluis’. Er komen bijvoorbeeld externe experts die controleren of de investering maatschappelijk rendabel is en additief (dus niet in de plaats komt van bestaande uitgaven).

Hoe die besluitsluis wordt ingericht is interessanter dan het fonds zelf. Wat mij betreft kiest men sluiswachters met fantasie, en niet alleen maar saaie rekenaars. Die laatste vinden een investering al snel onrendabel.

We hebben in Nederland misschien juist geen projecten nodig waarvan bij voorbaat al valt uit te rekenen dat ze wat opleveren. Want dergelijke investeringen zijn per definitie business as usual. Om van het fonds een echt toekomstfonds te maken, moet de besluitsluis worden bediend door mensen met een verrekijker in plaats van een rekenmachine.

(FD)