Robotisering gaat sneller dan voorspeld, vooral door investeringen in China

De grens van twee miljoen is doorbroken. Vorig jaar werd ergens in de wereld de twee miljoenste industriële robot geïnstalleerd. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van de International Federation of Robotics (IFR), de branchevereniging van robotproducenten wereldwijd en de enige betrouwbare bron van harde cijfers over de opmars van de robot in de industrie.

Die opmars is de afgelopen paar jaar in een versnelling gekomen. In 2008 werd voor het eerst de grens van een miljoen operationele robots doorbroken. De jaren daarna steeg het aantal robots met gemiddeld zo’n 7%. Vanaf 2014 gaat dat met ruim 10%. En in 2017 steeg het aantal industriële robots zelfs met 15%. Overigens gaat het hier om schattingen van de IFR, op basis van de jaarlijkse robotverkopen en een veronderstelde levensduur van twaalf jaar.

De kans is groot dat die twee miljoenste robot in een fabriek in China terecht is gekomen. Want dat land is verreweg de grootste investeerder in robots. Van de ruim 380.000 nieuwe robots die in 2017 wereldwijd werden verkocht, gingen er bijna 138.000 – dus meer dan een derde – naar China. Nog eens een derde kwam in andere Aziatische landen terecht, vooral in Japan, Zuid-Korea, Taiwan en Vietnam.

China is bezig met een razendsnelle inhaalslag. Per 10.000 werknemers in de Chinese industrie, staan er nu 97 robots opgesteld. Dat is nog steeds minder dan in andere industrielanden: bijvoorbeeld Duitsland heeft 322 robots per 10.000 werknemers, in Zuid-Korea is dat zelfs 710. Maar met 97 komt China wel voor het eerst boven het mondiale gemiddelde. Er wordt nu zo snel geïnvesteerd, dat het land binnenkort ook op het gebied van robotisering in de voorhoede mee zal doen. Arbeid wordt snel duurder in China en de vergrijzing zet de komende jaren stevig door, dus als het land de fabriek van de wereld wil blijven, is snelle robotisering noodzakelijk. De IFR verwacht dat het aantal nieuwe robots die China jaarlijks in gebruik neemt de komende vier jaar zal verdubbelen. In 2021 zal dan bijna de helft van alle nieuwe industriële robots naar China gaan.

Daar steekt Europa karig bij af. Natuurlijk, Europese bedrijven liggen momenteel nog ver voor op China. Naast koploper Duitsland is ook de industrie in Denemarken, Zweden, België en Italië flink gerobotiseerd. Maar van de nieuwe systemen belandde in 2017 slechts 17% in Europese fabrieken. Een relatief groot deel daarvan ging naar landen in Oost- en Midden-Europa.

En Nederland? Wij doen de afgelopen paar jaar steeds beter mee. Onze industrie heeft een tussensprint ingezet. Stonden we in 2011 nog achter in het veld met nog geen 100 robots per 10.000 werknemers in de industrie. Inmiddels is Nederland met 172 een aardige middenmoter. In 2017 kwamen er 1.814 nieuwe robots bij in Nederland. Dat is een nieuw record, maar tegelijk ligt dit aantal slechts 2% boven dat van 2016. Dat is de laagste groei in vijf jaar tijd. In 2016 steeg het aantal aangeschafte robots nog met 20%. Een jaar daarvoor was dat 21% en in 2014 zelfs 38%.

De 2% groei in Nederland valt dus wat tegen. Maar over het algemeen wijst niets in het IFR-rapport er op dat de mondiale trend van robotisering stoom aan het verliezen is. Integendeel, de opstellers van het rapport verwachten juist een verdere acceleratie. IFR is een brancheorganisatie, dus enig overdreven optimisme lijkt logisch. Maar terugkijkend naar de voorspellingen van de afgelopen jaren is men eigenlijk steeds te pessimistisch geweest. Tussen 2014 en nu kwam het werkelijk aantal verkochte robots telkens ruim boven de voorspelling uit. Gemiddeld met maar liefst 25%.

De robotisering gaat nu zo snel, dat zelfs de producenten de ontwikkelingen structureel onderschatten.