Nederland eerst

‘America First, maar mag Nederland op de tweede plaats?’, vroeg Arjen Lubach in 2017. Zes jaar later nemen we daar geen genoegen meer mee. Met de slogan ‘Nederlanders weer op 1’ werd de PVV de grootste partij.

Hoe zet je Nederland op één? Grenzen dicht, dijken omhoog, buitenlanders eruit en internationale samenwerking beëindigen, denkt Wilders. Maar dat is voor een klein, vergrijzend land met een open economie een doodlopende weg.

Hoe krijgen we de Nederlander dan wel op de eerste plaats? Door precies het tegendeel te doen. Vecht voor een sterke en constructieve positie in de Europese Unie, zodat onze stem wordt gehoord. Zoek samenwerking met onze grootste handelspartners, puur uit economisch eigenbelang. Versterk via handelsakkoorden met strategische partners ons buitenlandbeleid. Overtuig andere landen samen met Nederland een streng klimaatbeleid te voeren, om te voorkomen dat straks al ons geld naar dijkverhoging gaat. Blijf Oekraïne militair steunen, zodat Poetin onze vrijheid niet kan bedreigen. Ja, het zijn allemaal open deuren. Maar in tijden als deze moeten die blijkbaar weer worden ingetrapt.

FD

Gefeliciteerd verkiezings­winnaars, en succes met de recessie-economie

Na de verkiezingen volgt de fase van coalitievorming en gaat de politiek zich even vooral met zichzelf bezighouden. De dagen van intensief contact met de buitenwereld zijn voorbij, die van stille strategie en introspectie zijn begonnen. Zo hoort dat ook. Maar er komt een moment dat er echt over inhoud moet worden gesproken. Over gewenste beleidsmaatregelen en de geldbedragen die daarbij horen.

Vooral over die bedragen moet ditmaal nog veel duidelijk worden, zeker als de coalitie over rechts gaat. PVV, NSC en BBB schuiven aan tafel zonder doorrekening van hun programma’s en zelfs ook zonder eigen schattingen van de financiële consequenties van hun plannen. Die ontbraken in de verkiezingsprogramma’s.

Dat gebeurt eigenlijk nooit. Het enige precedent is de LPF, die in 2002 bij de coalitiebesprekingen aanschoof (en uiteindelijk zou meeregeren) zonder doorgerekend verkiezingsprogramma.

Als de VVD haar nieuwgekozen isolement volhoudt en de drie andere rechtse partijen gaan onderhandelen over een minderheidskabinet, zal geen daarvan een overzicht van de kosten en baten van de eigen voorstellen op tafel kunnen leggen. Een unicum.

Er is nog een complicerende factor voor de onderhandelende partijen: de begroting is uit balans en er komen tegenvallers aan. Volgens topambtenaren van de Studiegroep Begrotingsruimte komt de schatkist de komende kabinetsperiode jaarlijks €17 mrd te kort. Het gat op de begroting kan de onderhandelingen verzuren, want er is tijdens de verkiezingen vooral veel extra geld beloofd. Dat is er eigenlijk niet.

En het komt er ook niet snel, want de Nederlandse economie is in een recessie beland. Het is een bijzondere recessie: bijzonder lang, bijzonder ondiep en met een bijzonder laag blijvende werkloosheid.

Is het dan wel een echte recessie? Voor wie de simpele definitie van een ‘technische recessie’ gebruikt wel. Twee kwartalen met negatieve groei van het bruto binnenlands product (bbp) zijn daarvoor voldoende. Nederland beleefde in de herfst al het derde krimpkwartaal op rij, dus ja: we zitten in een technische recessie.

Zo’n reeks van drie opvolgende kwartalen met krimp is uitzonderlijk. Sinds de jaren 90 van de vorige eeuw kwam het slechts één keer eerder voor. Tijdens de kredietcrisis kromp de economie ook drie kwartalen op rij. Begin 2009 zelfs met 3,6% op kwartaalbasis. Dat was de grootste gemeten krimp tot dan toe.

Een paar jaar later, toen de eurocrisis uitbrak, ging het bbp ook langdurig omlaag. Maar op twee krimpkwartalen volgde toen telkens weer een kwartaal zonder krimp. Puur toeval natuurlijk, maar er werd geen nieuw record gezet.

In het eerste coronajaar werd het negatieve record van de kredietcrisis wel overtroffen. In de lente van 2020 kromp het bbp met 4,3%. In de zomer ging de economie weer open en werd een flink deel van de neergang goedgemaakt. Ook daarna bleef de economie — ondanks lockdowns en avondklokken —groeien. Daar kwam met de energiecrisis van 2022 een einde aan. Overheidssteun en het prijsplafond stutten de economie eerst nog, maar vanaf begin 2023 is de economie ieder kwartaal gekrompen.

Je hoeft geen doemdenker te zijn om te verwachten dat ook het vierde kwartaal de krimp nog niet is omgeslagen in groei. De meeste indicatoren zitten nog in het rood en de renteverhogingen van de Europese Centrale Bank werken nog steeds door in de reële economie. Met een vierde krimpkwartaal zou er een nieuw Nederlands record worden gezet: nog nooit duurde een recessie zo lang.

Gelukkig is de recessie ook ondiep. Vergeleken met 2009 en 2020 is de krimp gering. Omdat de krappe arbeidsmarkt voorkomt dat de werkloosheid snel stijgt, komt er geen vliegwieleffect op gang, van al verder dalende consumptie en steeds lagere productie. Met dank aan de massaal pensionerende babyboomers. Er zullen economen zijn die dit daarom geen echte recessie vinden. Daarvoor moet de werkloosheid serieus oplopen. Zij spreken liever van stagnatie of stilstand.

Hoe je het ook noemt: krimp zal tegenvallers opleveren en dat maakt coalitievorming moeilijk. Onderhandelen over de verdeling van overvloed is makkelijk, samen bepalen wat er allemaal niet meer kan een stuk lastiger. Zeker als partijen eigenlijk nog geen idee hebben van wat hun voorstellen gaan kosten.

FD

Vergrijzen zonder migranten

Veel minder arbeidsmigranten, dat is blijkbaar wat de kiezer wil. Net nu de autochtone beroepsbevolking begint te krimpen, gaan we het zonder buitenlandse werknemers proberen.

Nee, je kunt met migratie de vergrijzing niet oplossen. Migranten worden ook oud. Maar je kunt ermee wel de scherpe kanten van de demografische ontwikkeling afschaven en de overgang naar een bevolkingsopbouw met veel gepensioneerden en weinig werkenden dragelijker maken.

Kun je ook prettig vergrijzen zonder migranten? Er is een land dat het probeert: Japan. De vergrijzing is daar al verder dan bij ons en migranten komen er nauwelijks in. Onder de kop ‘Shrinkonimics, policy lessons from Japan’ schetst het IMF de gevolgen. Een krimpende beroepsbevolking zorgt voor een kleinere economie, terwijl er juist meer geld nodig is voor zorg en pensioen. Om dat te dekken moeten btw en premies omhoog. Net als de eigen bijdrage aan zorgkosten. Investeringen dalen omdat de overheid meer leent. En de inkomensverschillen tussen jong (arm) en oud (rijk) nemen toe.

Benieuwd wat de Nederlandse politiek verzint om aan dit krimponomie-scenario te ontkomen.

FD

Zonder sommen

Na de verkiezingsroes komt de formatiekater. Want net als de winnaars beginnen aan dat leuke potje kwartetten met standpunten en beloften, stapt er een ambtenaar van Financiën binnen. In zijn hand een A4’tje met de financiële ruimte van het nieuwe kabinet, cijfers over het oplopende tekort en de mogelijke maatregelen om orde op zaken te stellen.

Voor partijen die hun programma’s lieten doorrekenen, is de pijn te overzien. Men kent de kosten van de plannen, dus zo’n confrontatie met de financiële werkelijkheid is overkomelijk. Maar mogelijk schuiven er straks drie partijen aan zonder deze kennis. Zonder doorrekening én zonder degelijke financiële onderbouwing in het programma.

Zo staat in het NSC-programma wel een hoofdstuk ‘Overheidsfinanciën op orde’, maar daarin worden geen bedragen genoemd. Ook het beloofde lijstje met ‘plussen en minnen’ is er nooit gekomen. Het PVV-programma heeft een pagina ‘Financiën’, maar weer zonder bedragen te noemen. Voor de BBB was zelfs zo’n cijferloze paragraaf te veel gevraagd.

De essentiële sommen worden dus pas na de verkiezingen gemaakt. Het kan weleens een lange formatie worden.

FD

Geerts sprookje

Eerst Doornroosje, daarna Assepoester. De campagne verloopt voor de PVV als een sprookje. Yeşilgöz kuste Wilders liefdevol wakker uit zijn oppositieslaap. Daarna veranderde een toverfee hem in het mooiste meisje van het verkiezingsbal, met een jurk van zacht satijn die alle harde standpunten verhult.

Even is niemand een heks, niemand knettergek en niemand een landverrader. Het kabinet wordt even niet weggestuurd en Marokkanen mogen even blijven. Maar straks, als de klok twaalf uur slaat en de stembussen sluiten, verandert Assepoester weer in de oude Wilders. In zijn woorden: het zit nou eenmaal in m’n DNA.

Hoe ziet dat er dan uit? Lees zijn programma. Geen klimaatbeleid. Geen stikstofbeleid. Verbod op islamitische scholen, korans en moskeeën. Een totale asielstop. Soldaten aan de grens. Hoofdoekjesverbod in overheidsgebouwen. Turkije uit de NAVO. Een Nexit-referendum. Geen wapens voor Oekraïne. En docenten die het over klimaat, gender of de Nederlandse rol in de slavernij willen hebben, krijgen een muilkorf.

Maar grootmoeder, waarom heeft u zo’n grote mond? vraagt de kiezer naïef. Wilders weet wel waarom.

FD

Vestigingsklimaat zou een verkiezings­onderwerp moeten zijn

Ik haal het World Economic Forum uit mijn jaarlijkse Lijst der Lijsten. Nee, niet omdat de overlegclub uit Davos een geheime wereldregering van reptielmensen zou zijn die de burger wil onderwerpen. Integendeel. Juist omdat het WEF meebuigt met de wil van het volk, verdwijnt de Global Competitiveness Index (GCI) van deze denktank uit mijn jaarlijks overzicht van de beste landen ter wereld.

Dat zit zo. Al een paar jaar wordt de GCI niet meer berekend. Het waarom is niet duidelijk, maar ik durf wel te gokken dat men in Davos liever niet meer geassocieerd wordt met de harde wereld van concurrentie en kracht. Men heeft het liever over ‘transities’ en ‘rechtvaardigheid’.

En dat is jammer, want deze indicator voor de concurrentiekracht, voor een groot deel gebaseerd op enquêtes onder de top van het internationale bedrijfsleven, maakte al sinds de eerste Lijst der Lijsten die ik opstelde in 2016, deel uit van de berekening. De laatste jaren gebruikte ik de stand van 2020. Maar vanaf nu niet meer.

We gaan door met vier in plaats van vijf indicatoren. Gelukkig is er nog wel de Global Competitiveness Ranking van businessschool IMD. Voor de innovatiekracht van landen hebben we de Global Innovation Index. En voor de bredere visie op welvaart de Human Development Index, al is de update daarvan dusdanig vertraagd dat ik die van vorig jaar gebruik. De lijst met gelukkigste landen uit het nieuwe World Happiness Report maakt de vier indicatoren compleet.

Kampioen innovatie
Zoals voorgaande jaren voer ik geen ingewikkelde berekeningen uit: de plaats op de Lijst der Lijsten wordt simpelweg bepaald door de som van alle vier ranglijsten. Nummer 1 krijgt één punt, nummer 2 twee, et cetera. Het land met de minste punten wint.

En dat land is dit jaar weer Zwitserland. De Zwitsers blijven kampioen innovatie en hebben de hoogste ‘human development’. Het Zwitserse geluk is wel gedaald: van plaats 4 naar 8 op de Happiness-ranglijst. Bij concurrentiekracht verloren ze ook een plek. Desondanks blijft Zwitserland het beste land ter wereld.


En Nederland? Wij moeten naast Zwitserland nog twee landen laten voorgaan. Net als vorig jaar staat Nederland achter Denemarken en Zweden. Nummer 5 Finland kruipt al dichter naar ons toe. Op de ranglijst voor innovatie zakte Nederland van plaats 5 naar 7. Den Haag geeft graag hoog op over onze kenniseconomie en innovatieve bedrijven, en de zevende plaats is natuurlijk geen slechte score, maar de trend is omlaag.

Op de ranglijst voor concurrentiekracht steeg Nederland wel iets: van 6 naar 5. Desondanks is de algemene trend niet goed. In 2018 en 2019 stonden we (teruggerekend, dus zonder de WEF-indicator) op plaats 2, en kon Nederland zich het op één na beste land ter wereld noemen. Nu halen we voor het tweede jaar de top 3 niet meer. Als Finland de opmars doorzet tuimelen we straks uit de top 4.

Den Haag lijkt zich hier nauwelijks van bewust. De lasten voor bedrijven moeten omhoog, roepen veel partijen deze verkiezingen. Andere willen het Groeifonds afschaffen, de belasting voor expats verhogen en kennismigratie afremmen. Het huizentekort wordt niet aangepakt door meer te bouwen, maar door minder werknemers uit het buitenland toe te laten. Alsof dat geen prijs heeft. Het vertrek uit Nederland van hoofdkantoren van Shell, Unilever en DSM wordt eerder gevierd dan betreurd. Vestigingsklimaat is geen verkiezingsthema. Bestaanszekerheid van bedrijven is geen thema. Daar gaan we spijt van krijgen.

Schrale troost: andere landen dalen nog sneller. Duitsland tuimelde op onze lijst van plaats 8 naar 11. Het Verenigd Koninkrijk daalde zelfs naar plaats 17. Met dank aan de brexiteers.

De grote stijgers van 2023 zijn Noorwegen, IJsland en vooral Ierland. Dat laatste land gaat met stip van 15 naar 9, vooral dankzij een plotselinge tweede plaats op de ranglijst voor concurrentiekracht. Van de exit van het buurland heeft Ierland duidelijk geen last.

En dan is er ons eigen buurland, België. Ieder jaar vraagt een journalist van de Knack mij vriendelijk om de Belgische plaats op de Lijst der Lijsten. En telkens moet ik hem teleurstellen met een lage plaats, 19de of 21ste. Maar in 2023 stormt België de top 15 in, dankzij grotere concurrentiekracht en meer innovatievermogen. België is nu het op veertien na beste land ter wereld. Ga zo door!

FD

Glijdende rechter

De Duitse regering wil nu geld uitgeven aan de energietransitie, om straks klimaatkosten te voorkomen. Financieel verstandig, maar volgens het Bundesverfassungsgericht is het tegen de grondwet, want het begrotingstekort mag hoogstens 0,35% van het bbp bedragen. Er is een uitzondering voor natuurrampen en buitengewone noodsituaties, maar blijkbaar voldoet de naderende klimaatramp daar niet aan.

Een grondwettoets glijdt al snel richting een politieke toets. Eerder veroorzaakte hetzelfde Duitse hof bijna een peilloos diepe financiële crisis, door tijdens de eurocrisis noodhulp te blokkeren. Pas toen de meest uitgesproken rechter met pensioen ging, keerde de rust terug. De Amerikanen kunnen er met hun totaal verpolitiekte Supreme Court ook over meepraten.

Toch wil de NSC van Pieter Omtzigt een Nederlands constitutioneel hof. Hoe zal die omgaan met de vage bewoordingen van onze grondwet? Genoeg huizen en banen, bestaanszekerheid en milieu zijn ‘voorwerp van zorg der overheid’. Daar kun je alle kanten mee op. Met een grondwettelijk hof, stelt ook grondwetexpert Wim Voermans, ‘lever je de politiek uit aan een stel rechters’.

FD

Deense toestanden

‘We zouden dankbaar moeten zijn als een buitenlandse jongere de kant van Nederland opkijkt’, zei de minister van Onderwijs in 2026. ‘Onze tekorten zijn groot en de concurrentie om jonge, gekwalificeerde arbeidskrachten is hevig.’

Na de verkiezingen van 2023 was er een kabinet aangetreden met als missie: minder migranten. Universiteiten moesten Engels uit het curriculum schrappen. Colleges waren voortaan in het Nederlands. Het bleek een effectief middel om buitenlandse studenten te weren. Studentenkamers kwamen vrij voor Nederlanders, maar bedrijven zagen de stroom van goed opgeleide studenten opdrogen. Alsof de arbeidsmarkt niet krap genoeg was. Daarom besloot de minister het experiment snel te staken. Buitenlandse studenten waren weer welkom.

Hoe ik dat weet? Door naar Denemarken te kijken. Daar loopt men een paar jaar voor op ons. In 2021 werd het aantal colleges in Engels op Deense universiteiten drastisch verminderd. Dat wordt nu in alle haast teruggedraaid. In de woorden van minister van onderwijs Christina Egelund: ‘We zouden dankbaar moeten zijn als een buitenlandse jongere de kant van Denemarken opkijkt.’

FD

Duits medicijn

Duitsland is in paniek. De industriële productie krimpt, grote klant China kwakkelt en de economie zal dit jaar waarschijnlijk met een half procent krimpen. Van alle EU-landen doet alleen piepklein Estland het nog slechter. Het cliché ‘de zieke man van Europa’, klinkt alweer.

Wat te doen? Wie wel eens in Duitsland komt weet het wel. Ga eindelijk eens investeren in infrastructuur. Ga serieus digitaliseren en zorg voor snel internet overal. We zitten immers alweer even in de 21ste eeuw. En natuurlijk: moderniseer industrie en het bedrijfsleven, zodat de afhankelijkheid van fossiele energie en de verkoop van auto’s met verbrandingsmotor snel afneemt.

En laat vooral de groene Mittelstand opbloeien. Want, zoals hoofdeconoom Holger Schmieding van Berenberg Bank onlangs schreef, juist vanuit de energietransitie kunnen de nieuwe Duitse wereldmarktleiders ontstaan.

Maar de Duitse politiek kiest liever voor noodmaatregelen. De oude industrie krijgt €17 miljard korting op de energierekening, in de hoop te redden wat er te redden valt. Fossiele subsidies als medicijn voor een zieke economie. Dan ben je echt in paniek.

FD

Valse pensioenbeloftes

Na tien jaar discussiëren en een tergend trage wetsbehandeling was het dit jaar zover: Nederland had een nieuwe pensioenwet. Eentje die beter past bij de moderne arbeidsmarkt en onze vergrijzende bevolking. De pensioensector kon eindelijk aan de slag.

‘Stop er maar weer mee!’ roept nu een aantal partijen in hun programma. BBB, PVV, SP en FvD beloven alle vier dat de pensioenwet wordt teruggedraaid. De discussie kan helemaal opnieuw beginnen. De laatste drie willen daarbij ook de AOW-leeftijd weer naar 65 jaar. En minder arbeidsmigratie. Alsof vergrijzing en arbeidstekorten niet bestaan. Niet toevallig dat deze partijen hun programma koste wat kost uit handen van het doorrekenaars van het CPB wilden houden.

En doorrekenweigeraar NSC? Omtzigt doet geen loze beloftes over 65 jaar, en wil de pensioenhervorming niet letterlijk terugdraaien. Maar hij belooft wel dat als een fonds overstapt op een premieregeling alle deelnemers ‘instemmingsrecht’ krijgen. In de praktijk zal iedereen er dan op vooruit moeten gaan. Een onmogelijkheid. NSC draait de hervorming niet terug, maar steekt wel een spaak in het wiel.

FD