Zorgpopulisme

De nieuwe Tweede Kamer gaat door waar de oude in oktober gebleven was: met het aannemen van ongedekte moties vol leuke dingen voor de mensen. SP en PvdD kwamen met het voorstel om ‘zo snel mogelijk’ het eigen risico in de zorg af te schaffen en dat kreeg een meerderheid. Onder andere PVV en BBB vonden het een top idee. De kerstman komt vroeg dit jaar.

De maatregel kost ruim €3,5 mrd per jaar, maar futiliteiten als financiële dekking is oude politiek, vindt de nieuwe Kamer. Hoe we het moeten betalen? Dat zoeken de knappe koppen van het gefantaseerde ‘zakenkabinet’ later maar uit.

Als de motie wordt uitgevoerd verdwijnt er weer een prikkel om de ontploffende zorgkosten nog een beetje in de hand te houden. Terwijl Nederlanders toch al relatief weinig meebetalen aan hun zorg. In geen ander westers land is de eigen bijdrage aan ambulante zorg (huisarts, polykliniek, fysiotherapeut et cetera) zo laag als bij ons. In ‘beschaafde landen’ als Zweden en Noorwegen betaalt de patiënt vier keer zo veel zelf mee, berekende de Oeso. Dat moet nog minder, minder, minder riep de Kamer, en ging over tot de orde van de dag.

FD

Verkalkte economie

Zeg iets positiefs over de economische hervormingen van de jaren tachtig en negentig — zoals Coen Teulings onlangs deed in het FD — en je krijgt een spervuur van artikelen en opiniestukken over je heen. Opvallend daarbij: het totale gebrek aan inzicht in de noodzaak van die hervormingen. Nederland stond er veertig jaar geleden beroerd voor.

De werkloosheid was zo hoog dat we de Oeso-lijstjes aanvoerden. De helft was langdurig werkloos, want ‘insiders’ drukten de ‘outsiders’ uit de banenmarkt. Nog eens zo’n 800.000 mensen waren (vermeend) arbeidsongeschikt. Plus: bijna nergens werkten zo weinig vrouwen als bij ons. Het percentage huishoudens in armoede lag pakweg twee keer zo hoog als nu. Het begrotingstekort schommelde rond de 5% en bijna 6% van het bbp ging op aan rentelasten.

De economie was verouderd en verkalkt. Kartels waren in Nederland niet alleen toegestaan, maar werden van regeringswege gefaciliteerd. Noodlijdende bedrijven werden gered met belastinggeld. Toezicht op de banken en op eerlijke mededinging was minimaal.

Hervorming van de welvaartstaat en een beetje meer markttucht waren pure noodzaak.

FD

Toch de economie

Waarom stemde bijna 24% op de PVV? En waarom koos 13% voor nieuwkomer NSC? Plus 6% voor protestpartij BBB? Ik lees in de commentaren vooral sociologische verklaringen. Over de politiek die de band met de burger is verloren. Over de elite die neerkijkt op de gewone man. En over onzekere burgers die zich geen raad weten met de snelle veranderingen. Eigenlijk gewoon de verklaringen die we al sinds Fortuyn horen. Ik vind deze clichés niet bijster overtuigend.

Zou het niet ook door de economie kunnen komen? In de VS kijken ze wél met zo’n bril naar de peilingen: Amerikanen zijn ontevreden en onzeker over de economie en geven daarvan Biden de schuld.

Zo’n sentiment heerst ook in Nederland. In november kwam het consumentenvertrouwen voor de 52ste maand op rij onder de nul uit. Dat is de langste negatieve reeks sinds de maandelijkse meting in 1986 begon. Nederlanders zijn pessimistisch over de economie en over de eigen financiën. Tel daarbij op dat in onze ‘compensatiemaatschappij’ de schuld van persoonlijke pech standaard bij de overheid wordt gelegd, en de overwinning van protest-rechts is opeens beter te begrijpen.

FD

Politiek: handen af van de kennismigrant!

De formatiebesprekingen zijn inmiddels in de ‘constructieve’ fase beland. Dat is in elk geval de term die zowel Geert Wilders als Pieter Omtzigt deze week gebruikte om de stand van de verkenning te beschrijven. Een kabinet van PVV, NSC en BBB (die partij wil hoe dan ook meedoen) is weer wat waarschijnlijker geworden.

De rol van de VVD (meedoen of gedogen) en de precieze vorm van zo’n rechts kabinet (meerderheids-, minderheids- of zakenkabinet) blijft onduidelijk. Maar als straks na het verslag van verkenner Ronald Plasterk een informateur aan de slag gaat, dan moet het eerste ‘constructieve’ gesprek over de grote verkiezingsbelofte van rechts gaan: grip op migratie.

Het wordt dan direct buitengewoon lastig. Wat Wilders van migratie vindt, weten we: minder, minder, minder. Maar wat wil Omtzigt precies? Ook minder migranten en zelfs een ‘richtgetal’ van per saldo 50.000 arbeids-, studie, en asielmigranten per jaar. Maar zijn NSC wil volgens het verkiezingsprogramma ook: ‘een goed vestigingsklimaat’, ‘strategisch industriebeleid’ en een economie die ‘meer zelfvoorzienend’ is.

Voor die drie wensen is extra menskracht nodig. Een structureel personeelstekort en een goed vestigingsklimaat gaan niet samen en een land met dichte grenzen is niet aantrekkelijk voor buitenlandse investeerders. Industriebeleid vergt vooral beleid dat zorgt voor voldoende specialisten en vakkrachten om in de ‘nieuwe economie’ (dixit NSC) te werken. Zelfvoorzienendheid betekent per definitie dat we meer zelf gaan maken, noodzakelijkerwijs met handen die in Nederland aanwezig zijn.

Vallen die economische doelen te rijmen met een richtgetal voor netto migratie? In theorie wel. Wie asielmigratie weet te verminderen en de laagopgeleide arbeidsmigranten uit Polen, Roemenië en Bulgarije die nu in onze kassen, distributiecentra en slachterijen werken, weet te weren, kan binnen dat maximum de grens openzetten voor de kennismigranten die noodzakelijk zijn voor de nieuwe economie van Omtzigt.

Maar de praktijk zal anders zijn. Om asiel- en EU-migranten te weren (ervan uitgaand dat dat überhaupt een goed idee is), moeten we internationale verdragen opzeggen of aanpassen. Dat gaat tijdens de zittingstermijn van het volgende kabinet zeker niet lukken. Er is eigenlijk maar één knop waaraan snel kan worden gedraaid om binnen de 50.000 te blijven: minder arbeidsmigranten van buiten de EU. Die komen ons land vooral binnen via de kennismigrantenregeling. En dat zijn nou net de werknemers die nodig zijn voor de strategische, industriële, zelfvoorzienende nieuwe economie.

Kennismigranten werken in essentiële sectoren als de ICT, de zakelijke dienstverlening, de logistiek en de maakindustrie. Ze dragen flink bij aan de toegevoegde waarde van onze economie en verdienen daarom goed: meer dan de helft hoort bij de 20% best betaalde inwoners. Aan onze deeltijdcultuur hebben kennismigranten lak. Bijna 65% werkt 35 uur of meer. De Nederlandse kenniseconomie kan niet zonder deze arbeidsmigranten.

Voor wie weleens rond Eindhoven loopt is dit een waarheid als een koe. Daar doen bedrijven er alles aan om de slimste wereldburgers naar de regio te lokken en vast te houden. Van kantines met alle wereldkeukens tot speciale banenprogramma’s voor de partners van kenniswerkers. ‘Bij ons werken 47 verschillende nationaliteiten’, vertrouwde de directeur van een middelgroot hightechbedrijf dat elektronenmicroscopen maakt mij onlangs toe. ‘Wij zouden zonder kennismigranten hier niet kunnen bestaan.’

Dat weten de NSC’ers natuurlijk ook. Eén van de nieuwe Kamerleden van Omtzigts partij werkte nota bene tot voor kort bij ASML. Maar Omtzigt is ook de man die in oktober rücksichtslos schrapte in de expatregeling, die buitenlandse studenten wil verjagen door ze in de verkeerde taal les te geven en die tijdens de verkiezingscampagne kennismigranten op de grote hoop van de ‘migratiecrisis’ gooide. Ziet hij de noodzaak van meer in plaats van minder kennismigranten echt? Ik ben er niet zeker van.

In een vergrijzende wereld waarin wordt gevochten om de slimste koppen en de handigste handen, heeft Nederland een uitnodigend migratiebeleid nodig dat doelgericht de beste specialisten en vakkrachten lokt. Ik ben benieuwd wat Plasterk daarover in zijn verkennersverslag schrijft.

FD

Zaterdag werkdag

Terwijl Den Haag druk is met bedenken hoe men buitenlanders kan weren zonder al te veel grondrechten en verdragen te schenden, hebben de economen van de Oeso wél aandacht voor ons echte probleem. Nederland moet ‘focussen op het vergroten van het arbeidsaanbod’, schrijft de Oeso in een nieuw rapport. Door vergrijzing komen we handen tekort.

Moeten er dan buitenlandse handen bij? Niet alleen maar. Ook deeltijders moeten meer uren maken. ‘Werkgelegenheid is hoog, maar de werkweek kort’, stelt de Oeso.

Maar de deeltijdcultuur zit diep bij ons. Steeds meer fulltimers willen juist minder uren werken. Ook mannen. ‘Het huishouden moet meer dan vroeger worden verdeeld over de partners’, legt Rabo-econoom Nic Vrieslaar uit. ‘Dan is het niet gek dat mannen vaker een dag minder willen werken.’

Tijd voor een tegenbeweging. Als het huishouden zo moeilijk te managen is, waarom zitten de partners in het weekend dan beide thuis? Maak van de zaterdag weer een werkdag, dan kan de fulltimebaan blijven, en is er toch altijd iemand om voor de kinderen te zorgen, Netflix bij te houden en de robotstofzuiger aan te sturen.

FD

Vliegende euro’s

Er komen nieuwe eurobiljetten. In 2026 zijn we af van dat saaie geld met die laffe, niet-bestaande poorten en bruggen. Euroburgers bedachten voor de nieuwe briefjes twee mogelijke thema’s: Europese cultuur en rivieren/vogels. Wij hadden ooit die mooie ‘snip’ (100 gulden), dus laten we hopen op biljetten met vogels. Welke vogels? Ik zou het wel weten.

De grootste coupure, het €200-biljet, is er voor criminelen en witwassers. Daarop mag de Lammergier, Europa’s grootste vogel, die zich voedt met kadavers en botten. Op de €100 zetten we de Oeverpieper, als eerbetoon aan al die beste stuurlui aan wal, die het altijd beter weten dan de ECB.

Dan de €50, het meest vervalste biljet. Daarop komt de Grote jager, een roofmeeuw die andere vogels aanvalt tot deze hun prooi laten vallen. Het Paapje komt op de €20, omdat het monetaire beleid al meer afglijdt van het calvinistische noorden naar het paapse zuiden. Op de €10 kan de Krombek-strandloper, voor al die keren dat de ECB-bestuurders niet met één mond spreken.

En het €5-biljet? De Lachstern, want €5 uit 2001 is nu een lachwekkende €3 waard. Beter: maak er maar een munt van.

FD

Politieke willekeur

Veel politieke commentaren over de formatie, maar nog geen speltheoreticus die uitlegt waar we in vredesnaam naar zitten te kijken. Zitten de partijen gevangen in een prisoner’s dilemma of is het toch een dictator game? En welke strategie gebruiken de hoofdrolspelers?

Speltheorie was voor mij slechts een bijvak, toch waag ik een poging. Wat PVV, NSC en VVD doen lijkt nogal random. Wilders zet z’n standpunten in de ijskast maar haalt ze er om de haverklap weer uit. Omtzigt wil niet samenwerken maar sluit dat ook niet uit en komt steeds met nieuwe voorwaarden. Yesilgöz wilde eerst met de PVV regeren maar nu alleen gedogen. Het lijkt allemaal erg willekeurig.

Deze strategie heeft een naam: mixed strategy. Door je acties te randomiseren, voorkom je dat de tegenstander ze kan voorspellen. Zoals de penaltynemer die willekeurig een hoek kiest om te voorkomen dat de keeper kan anticiperen. Onvoorspelbaarheid als kracht.

Alleen de BBB speelt niet mee. ‘Het land besturen is geen spel’, zegt Van der Plas. Dat klopt. Maar de formatie is dat wel. Een heel serieus spel, dat je maar beter serieus kunt meespelen.

FD

Inflatie toch van voorbijgaande aard. Wat doet de ECB?

Is het al laat genoeg in het jaar om columnisten en andere praatjesmakers af te rekenen op hun voorspellingen van begin 2023? Ik zeg: kom maar op! In januari schreef ik in het FD: ‘Wordt 2023 het jaar waarin de inflatie sneller afneemt dan verwacht?’ Ja, ik had de voorspelling lafjes verpakt in een vraag, maar de goede verstaander begreep dat ik verwachtte dat het met de gevreesde loon-prijsspiraal en de acceleratie van inflatie wel mee zou vallen.

Daarom kop ik, een klein jaar later, graag mijn eigen voorzet in het doel: de inflatie is dit jaar sneller afgenomen dan verwacht. Lonen zijn wel gestegen, maar dat was een inhaaleffect omdat een jaar eerder de lonen bij de prijzen waren achtergebleven. Ook de krappe arbeidsmarkt speelt een rol. Van een zichzelf versterkende spiraal en al verder oplopende inflatie is geen sprake.

Voor Nederland is dat allemaal trouwens niet eenvoudig te zien. Het Centraal Bureau voor de Statistiek stelde ruim een jaar lang het Nederlandse consumentenprijspeil vast op basis van verkeerde energieprijzen, en die meetfout werkte tot en met oktober 2023 in het inflatiecijfer door. Pas afgelopen maand hadden we weer een betrouwbare meting, maar hoe de inflatie zich sinds begin 2022 van maand op maand precies heeft ontwikkeld, zal in officiële cijfers nooit meer precies zichtbaar zijn.

De Europese cijfers laten het inflatiepad wel netjes zien, en zijn ook relevanter omdat ons monetaire beleid op basis van de inflatie in het hele eurogebied wordt bepaald. Afgelopen november viel deze euro-inflatie terug naar 2,4%, dicht bij het ECB-doel van 2%. En dat komt niet alleen doordat de energieprijzen nu een stuk lager liggen dan in november 2022. Ook de kerninflatie, zonder energie- en voedselprijzen, is snel aan het dalen. Die daling gaat natuurlijk langzamer, omdat de doorwerking in lonen en prijzen in Europa traditioneel traag verloopt.

Behalve energie zijn ook veel grondstoffen nu goedkoper dan een jaar geleden. De voedselprijzenindex van de FAO is al een jaar aan het dalen. Metaalprijzen gingen omlaag. Kunstmest werd goedkoper. En zelfs zonnebloemolie (weet u nog, die zonnebloemoliecrisis van begin 2022?) kost weer net zoveel als een paar jaar geleden. Ook andere opdrijvende kosten zijn gedaald: de prijs voor het verschepen van een container vertienvoudigde in 2021 en 2022. Inmiddels is dat weer net zo goedkoop als voor corona, en vrezen de rederijen nog verdere daling.

Wordt het niet eens tijd voor centrale banken om op de snelle inflatiedaling te reageren? Tijdens de inflatiepiek verhoogde de ECB de rente met een snelheid die nog nooit was vertoond, naar het hoogste peil sinds de start van de euro. Men zette alles op alles om te voorkomen dat de kostenschokken van 2022 zouden leiden tot langdurig hoge inflatie. Die strijd lijkt gewonnen. Maar de ECB-bestuurders doen er alles aan om iedere suggestie van een snelle rentedaling in de knop te breken. De rente blijft nog lang hoog, zeggen zij, want misschien steekt de inflatie wel weer de kop op.

Ondertussen werpt de hoge rente zijn schaduw ver vooruit. Monetaire verkrapping werkt met een vertraging van één tot anderhalf jaar, dus ook al wordt de rente niet langer iedere zes weken verhoogd, het effect op de economie is nog lang niet uitgewerkt.

Terwijl die economie juist wel wat steun kan gebruiken. Het eurogebied balanceert op de rand van een recessie. Vooral de industrie heeft het zwaar. De laatste inkoopmanagersindex voorspelt dat de productiekrimp nog wel even zal aanhouden. Snel herstel is niet waarschijnlijk, maar de ECB houdt de voet stevig op de rem.

Sommige economen voorspelden in 2022 dat de inflatiepiek tijdelijk zou zijn. Of beter: transitory, dus van voorbijgaande aard. Monetair beleid zou niet al te restrictief moeten zijn, want grondstofprijzen zouden van zichzelf weer stabiliseren. Door alle verhalen over een naderende loon-prijsspiraal en alle paniek over de koopkracht, werd er nauwelijks naar hen geluisterd. Maar terugkijkend hadden ze zeker een goed punt.

‘Team Transitory vindicated!’, schreef econoom Paul Krugman triomfantelijk op Bluesky (een Twittervariant waar het nog wel leuk is). Wanneer krijgt de ECB dit ook door?

FD

In de ijskast

Wilders’ ongrondwettelijke plannen moeten in de ijskast. Met een hangslot erop. En een alarmsysteem. Anders wil Omtzigt niet met hem praten. Het kan weleens een hele lange formatie worden.

Ook elders gaat van alles de ijskast in. Met het vooruitzicht op een coalitie van partijen die arbeidsmigratie willen ontmoedigen, klimaat- en stikstofbeleid ‘onzinnig’ noemen (PVV), het Klimaatfonds willen opheffen (PVV en NSC) en het Nationale Groeifonds willen schrappen (NSC), moeten bedrijven hun prioriteiten herzien. Niet over een hele lange tijd, maar nu meteen.

Want zo werkt het bij investeringsbeslissingen: verwachtingen voor de lange termijn bepalen het handelen op dit moment. Projecten om technici van buiten de EU te halen, bijvoorbeeld voor de energietransitie, zien er sinds opeens minder veelbelovend uit. Hetzelfde geldt voor pilots om buitenlandse zorgmedewerkers te lokken. Innovatieve investeringen die steun van de overheid nodig hebben, zijn plotseling veel risicovoller. En plannen om aan toekomstige milieueisen te voldoen lijken minder urgent. Even in de ijskast, om er misschien nooit meer uit te komen.

FD

Kosten en baten

Hoe weet je of iemand oprecht is of huichelt? Moeilijke vraag. Maar je kunt er economisch naar kijken: wat zijn de kosten en baten? Een standpunt dat politiek kapitaal kost, kiezers verjaagt en de kans op regeren minimaliseert, is waarschijnlijk oprecht en gemeend. Zegt een politicus opeens iets anders en buigt hij mee met de geldende normen op jacht naar politieke baten? Dan zou het wel eens puur opportunisme kunnen zijn.

Dus als iemand plotseling – ik noem maar wat – overtuigingen over onderwijs- en godsdienstvrijheid, bewondering voor Orban en Poetin en afkeer van de instituties van de rechtsstaat (parlement, rechters, pers), aan de kant schuift in ruil voor regeringsmacht, dan is een oprechte bekering niet waarschijnlijk.

Hoe houdbaar is zo’n bekering uit berekening als de overwinning eenmaal binnen is? De kosten van terugkeer naar de oude, oprecht gevoelde denkbeelden zijn dan gering. De baten zijn al binnen. Zo’n politicus werpt de schaapskleren af en bezoekt ongevraagd een inloopavond over asielzoekers in Kijkduin. Om de boel eens lekker op te jutten en te laten zien dat hij oprecht de oude is gebleven.

FD