Europese bemoeizucht

Voor zaterdag moet Nederland de plannen indienen. Wat gaan we doen met de miljoenen euro’s die in Brussel klaarliggen voor onze gezondheidszorg, digitale infrastructuur en klimaatbeleid? Als we de deadline missen krijgen we dit jaar geen geld uit het nieuwe Europese herstelfonds. Dat zou natuurlijk buitengewoon slordig zijn.

Maar dat is ons demissionaire kabinet blijkbaar, want Nederland dient voor de eerste tranche geen plannen in. Den Haag vindt de regels ervan maar lastig. Het geld moet besteed worden aan echt nieuwe projecten, dus niet aan dingen die toch al op de planning stonden. En het ontvangende land moet laten zien dat het de economie tegelijkertijd echt hervormt. Brussel let daar steng op. Vervelende bemoeizucht.

Dat die eisen en bemoeizucht er juist onder Nederlandse druk kwamen, maakt de Haagse opstelling naast slordig ook lachwekkend. Vandaag willen we geen geld, morgen piepen we weer dat de EU te duur is. Nederland is dat vervelende lid van de golfclub, dat al jaren niet meer op de baan is gezien, maar tijdens de jaarvergadering wel komt zeuren dat de contributie te hoog is. Een sneue vertoning.

FD

Onder de motorkap van de arbeidsmarkt gaat het er wild aan toe. Gelukkig maar

De besmettingen stijgen, de lockdownmoeheid ook, maar de werkloosheid blijft stug dalen. In maart nam het aantal werkzoekenden af met 14.000 personen, naar een alleszins aanvaardbare 3,5% van de beroepsbevolking. Vroeger noemden we dat krapte.

Het is vaak geschreven: de arbeidsmarkt heeft zich tijdens de grootste crisis sinds de Tweede Wereldoorlog verrassend goed staande gehouden. Dankzij de overheidssteun, natuurlijk. Maar ook door de structurele krapte. Bedrijven die vóór corona met veel moeite een vacature hadden weten op te vullen, waren niet bereid om zo snel weer afscheid te nemen van de schaarse vakkrachten. Zo ging dat kort na de kredietcrisis ook. Werkgevers dachten dat de omzetdip van korte duur was en waren bereid tijdelijk overcapaciteit toe te staan. Pas toen de kredietcrisis overging in de langdurige eurocrisis, werd er stevig in het personeelsbestand gesneden.

Van een afstandje ziet het beeld van de Nederlandse arbeidsmarkt tijdens corona er daardoor rustig uit. De werkloosheid liep in 2020 eerst wat op, en zakte daarna weer langzaam terug. De werkgelegenheid schommelde wat, maar lag in maart nog maar zo’n 50.000 personen lager dan voor corona. Vergeleken met maart 2019 is er zelfs sprake van 87.000 extra banen. Dat is vrijwel voldoende om het autonoom gestegen arbeidsaanbod te absorberen. Twee jaar geleden was 68,7% van de Nederlanders tussen 15 en 75 jaar aan het werk, nu is dat 68,6%.

Zo rustig tuft het autootje van de Nederlandse arbeidsmarkt door, dat je bijna zou vergeten dat er onder de motorkap toch van alles aan de hand is. De arbeidsmarkt is veel dynamischer dan bovenstaande cijfers aangeven en wie daar geen oog voor heeft, zou wel eens de verkeerde beleidsconclusies kunnen trekken.

Want een cijfer als ‘verandering werkloosheid in maart’, laat slechts het saldo zien van alle in- en uitstroom naar en van de arbeidsmarkt gedurende die maand. Als de werkloosheid met 14.000 daalt, betekent dat niet dat er in maart 14.000 werklozen waren die een baan vonden. In werkelijkheid vonden in die maand maar liefst 99.000 werkzoekenden nieuw werk. Tegelijkertijd echter gingen 77.000 mensen van werkend naar werkzoekend. En dan waren er ook nog werkzoekenden die de AOW-leeftijd bereikten, afgestudeerden die zich voor het eerst als werkzoekende (of werkende) meldden, mensen zonder werk die de moed opgaven en niet langer actief zochten, werkenden die zich vrijwillig of bijvoorbeeld door ziekte tijdelijk van de arbeidsmarkt terugtrokken, et cetera.

Deze stromen zijn vele malen groter dan de saldi waarop we ons normaal gesproken focussen. Het gaat om vele tientallen duizenden, en vaak zelfs honderdduizenden verplaatsingen van de ene naar de andere arbeidsmarktpositie in een enkele maand. Dit zijn telkens grote, soms levensveranderende gebeurtenissen voor deze personen. Dat is de woeste werkelijkheid die meestal uit het zicht blijft.

Daardoor komt ook de focus van het beleid vaak te veel te liggen op het verhogen of verlagen van de saldi. Hoe krijgen we de werkloosheid omlaag?, is een heel andere vraag dan: hoe zorgen we dat meer mensen een baan vinden? Of dan: hoe zorgen we dat mensen makkelijker van arbeidsmarktpositie kunnen wisselen?

Focus op de saldi leidt tot het idee dat strengere ontslagbescherming, hogere transitievergoedingen en eigen risico in de WW voor werkgevers zorgt voor lage werkloosheid. En dat subsidies voor oude industrieën, bescherming van de markt voor import, of zoiets als de ‘baangerelateerde investeringskorting’ die dit jaar inging, helpt om de werkgelegenheid op peil te houden.

Veel beter is het om beleid te richten op de stromen, in plaats van op de saldi. Hoe zorgen we dat mensen snel en zonder veel gedoe van de ene naar de andere arbeidsmarktpositie stromen? Dan gaat het om zaken zoals scholingsbudgetten, bestrijding van discriminatie, deeltijd-WW, demotie, draaglijke marginale belastingtarieven, verkleining van de armoedeval, proactief loopbaanadvies, kwalitatieve volwasseneneducatie, betaalbare avondcolleges en transitievergoedingen die je ook echt aan de transitie moeten uitgeven.

En nog zoveel meer. De experts weten het eigenlijk wel. Vraag het bijvoorbeeld aan professor Ton Wilthagen. Maar de politiek en de polder kiezen uiteindelijk vaak toch weer voor de focus op de saldi in plaats van op de stromen. Zonde, want de motor van de arbeidsmarkt moet wel blijven draaien.

(FD)

Schijnheilig

Het is maar goed dat binnenkort die nieuwe bron van onuitputtelijke schone energie beschikbaar komt. Anders was het moeilijk te begrijpen wat de klimaatbewuste, linkse stedeling bezielt.

Die is helemaal vóór de energietransitie en kiest in het stemhokje voor de groenste partij met de grootste ambities. Zo werd GroenLinks de grootste in Amsterdam. Er kwam daar een Klimaatakkoord met de belofte van ‘klimaatneutraal in 2050’. Nieuwe biomassacentrales waren daarvoor nodig en het aantal windmolens zou worden verdubbeld.

Na die mooie woorden ging men demonstreren. Tegen vieze biomassacentrales en tegen lelijke windmolens. Want de energietransitie is alleen leuk als-ie elders plaatsvindt. Je ziet dit overal in Nederland: eerst gepassioneerd vechten voor het klimaat, en dan met evenveel passie strijden tegen zonneparken, biomassa, wind op land, CO₂-opslag, en natuurlijk: kernenergie.

Gelukkig maar dus, dat die nieuwe energiebron er bijna is. De eerste Hypocrisie-centrale gaat binnenkort open. Dan winnen we gratis stroom uit de huichelarij van alle goedbedoelers. Want schijnheiligeidsenergie raakt nooit op.

FD

Te veel NOW?

Zo’n €15 miljard gaf de overheid vorig jaar uit aan de loonsubsidie NOW. Dit jaar komt daar mogelijk nog €8 miljard bij. Van dat totaal kun je zo 200 vaccinfabrieken bouwen, vier Betuwelijnen aanleggen (inclusief tegenvallers), of twee flinke kerncentrales neerzetten (exclusief opruimkosten).

Een enorm bedrag dus, maar goed besteed. Want dankzij NOW steeg de werkloosheid weinig en hielden de meeste mensen hun inkomen, zodat de economie straks een vliegende start krijgt.

Maar was het misschien iets te veel van het goede? Niet voor de ondernemers die vaak toch hun buffers zagen wegsmelten, maar voor de werknemers met een vast contract, die behalve 100% salaris ook nog vakantiegeld en een 13e maand kregen doorbetaald. Een flink deel van dat geld belandde ongebruikt op de spaarrekening. Spaartegoeden liepen sneller op dan ooit. Anderen kochten er een huis van, waardoor de huizenprijs explodeerde.

Tijdelijke loonkortingen zijn in Nederland ongebruikelijk en vaak onmogelijk. Deze pandemie leert dat het soms toch gewoon moet kunnen. Als iedereen keihard inlevert, mag de werknemer ook een veertje laten.

FD

Even opladen

Koffie terwijl je laadt. Snelle wifi. Een wc is ook fijn. Het klinkt logisch, maar automobilisten die hun elektrische auto langs de snelweg opladen, zijn daarvoor aangewezen op het in benzinedampen gehulde tankwinkeltje, vaak een flink eind verderop.

Dat betekent: een hindernisbaan trotseren met vervuilde bermen, langsrazend verkeer, potjeskokende vrachtwagenchauffeurs en soms zelfs hele hekwerken.

Waarom kun je die koffie niet bij de laadplaats zelf halen? Onze overheid verbiedt dat. Die veilde de tanklocaties ooit aan oliemaatschappijen en vreest een claim als er koffieconcurrenten bij komen. Een drogredenering. En onrechtmatig, zo blijkt telkens in rechtszaken die snellaadbedrijf Fastned aanspant. Tot aan de Raad van State kreeg het bedrijf gelijk. Maar de staat blijft weigeren en procederen. Vorige week bespeurde de rechtbank Den Haag ‘een zekere onwelwillende houding’. Het understatement van het jaar.

In 2030 moeten alle nieuw verkochte auto’s ‘emissieloos’ zijn, vindt diezelfde overheid. Want elektrisch rijden is de toekomst. Tenzij de belangen van de brandstofverkopers in het gedrang komen.

FD

Hoogste tijd voor CO2-belasting op vuile import, ook als we daarvoor handelsregels moeten aanpassen

Uitstoot van broeikasgassen wordt snel duurder in Europa. Afgelopen week tikte de prijs van een recht om een ton CO2 uit te stoten even de €44 aan. Daarmee ligt die prijs een derde hoger dan begin dit jaar. Sinds het dieptepunt in maart 2020 kwam er zelfs bijna 170% bij.

Deze prijzen komen tot stand binnen het emissiehandelssysteem van de Europese Unie. ‘EU ETS’ is de afkorting van de Engelse benaming. Grote vervuilers in Europa hebben CO2-rechten nodig om het broeikasgas uit te mogen stoten. Een deel van de rechten krijgen ze cadeau, de rest moeten ze bijkopen op de ETS-markt.

De bedoeling hiervan is uiteraard dat de vervuilende bedrijven hun emissies verminderen en investeringen in schonere technologie rendabel worden. Lange tijd was de ETS-prijs daarvoor eigenlijk te laag, maar met een prijs van boven de €40 beginnen de kosten nu toch echt te bijten. Misschien zit er inmiddels zelfs wel wat lucht in die prijs. De stijging heeft beleggers aangetrokken, zoals alles wat omhoog gaat dat tegenwoordig doet. Sommige fondsmanagers denken dat de prijs dit jaar nog wel een keer kan verdubbelen, terwijl de huidige €44 al een niveau is dat analisten nog niet zo lang geleden pas voor de tweede helft van dit decennium verwachtten.

De relatief hoge prijs doet pijn bij de bedrijven die de rechten moeten kopen om te mogen produceren. Dat is ook precies de bedoeling, natuurlijk. Maar het zet de Europese industrie mogelijk ook op achterstand ten opzichte van concurrenten elders ter wereld. Want de meeste landen buiten Europa hebben geen systeem om CO2-uitstoot te beprijzen. Niet-EU-landen als Noorwegen, Zwitserland en IJsland doen overigens wel mee aan EU ETS. Het Verenigd Koninkrijk stapte er met de brexit uit, maar is bezig een eigen handelssysteem op te zetten.

Er zijn nog een paar landen die CO2-uitstoot een prijs geven. Canada, Australië, Zuid-Korea en Kazachstan hebben een eigen handelssysteem, maar dat gaat meestal minder ver dan het Europese. China heeft geëxperimenteerd met lokale CO2-handel en is bezig om een nationaal systeem uit te rollen dat mogelijk deze zomer al van start gaat. In Japan, Zuid-Afrika, Mexico en drie Zuid-Amerikaanse landen wordt een CO2-belasting geheven. Er zijn overigens ook Europese landen die naast het EU ETS ook nog een vorm van nationale CO2-belasting hebben.

De overige landen hebben geen landelijke CO2-prijs. In de VS, bijvoorbeeld, proberen alleen een aantal staten (o.a. Californië en staten in het noordwesten) de uitstoot een prijs te geven. Naarmate de Europese CO2-prijs stijgt, komt onze industrie dus steeds verder op concurrentieachterstand te staan.

Om een gekkehenkiecomplex te voorkomen, wil de EU een compenserende heffing op CO2-intensieve import uit landen zonder klimaatbeleid invoeren. Dit ‘carbon border adjustment mechanism’ (CBAM) krijgt al meer vorm. In juni moet de Europese Commissie met een werkbaar voorstel komen.

Belangrijk daarbij is vooral dat de CBAM moet passen binnen de regels van de Wereldhandelsorganisatie. Vrijhandel en importheffingen gaan nu eenmaal niet goed samen. Er zijn de afgelopen tijd stapels artikelen geschreven door handelsjuristen over hoe CBAM WTO-compliant kan worden gemaakt en wat de problemen zijn. Ik probeer die te lezen, maar word er als eenvoudige econoom niet altijd veel wijzer van.

De juristen beschrijven hoe het Europese klimaatbeleid kan passen binnen de handelsregels. Maar vreemd genoeg heeft bijna niemand het over het omgekeerde: hoe de handelsregels zich moeten aanpassen aan de noodzaak van klimaatbeleid. Wat we hier zien zijn twee internationale afspraken die met elkaar botsen: de handelsafspraken en de afspraken van het Parijs-akkoord. Welke van de twee moet er wijken?

Als we niets doen wint automatisch de handel, want die afspraken zijn bindend en veel beter institutioneel ingebed, met een WTO-hoofdkantoor, -directeur-generaal en -rechtbank. Dat heeft het niet-bindende Parijs-akkoord allemaal niet. Maar objectief gezien zou het klimaatbelang natuurlijk moeten winnen: in een onleefbare wereld is het immers lastig handeldrijven. Daarom zou niet het Europese klimaatbeleid zich moeten plooien zodat het past binnen de regels van de WTO, maar moeten we het handelsakkoord zo aanpassen dat het meest optimale klimaatbeleid er binnen past.

FD

Foutballen

Hoger, sneller, sterker. Dat is het motto. Niet: hoog, snel, sterk. Bij sport gaat het om relatieve prestaties. Ben je beter dan de ander? In profvoetbal komt daar nog bij: ben je rijker dan de ander, want wie rijker is, wint vaker.

Die rijkdom blijft niet bij de clubs hangen, maar komt terecht bij de spelers. Kwestie van inelastisch aanbod, zeggen economen dan wijsneuzerig. Er is maar één Messi, dus als Barcelona rijker wordt, eist Messi meer salaris. Daarom zijn de rijkste clubs vaak toch straatarm.

Dat zit de Amerikaanse, Chinese, Russische en Arabische eigenaren van Europese voetbalclubs niet lekker. Zij bedachten de Super League, die niet over relatieve, maar absolute rijkdom gaat. Rijkdom voor henzelf, uiteraard. De deelnemende clubs krijgen honderden miljoenen, ongeacht hun prestaties. Noem dat maar sport.

Messi en zijn talentvolle vrienden worden kaltgestellt: de clubs beloven maximaal 55% van de inkomsten te delen met de spelers.

Men liet de rijke stinkerds ooit het voetbal binnen omdat ze geld kwamen brengen. Nu blijkt dat ze alleen maar geld komen halen. Knikker ze er dus snel weer uit.

FD

Haal de prikkelbelasting weg bij Financiën en geef iedere Nederlander een eigen melkkoe

Er moet een suikertaks komen, stelde de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving afgelopen week. Dan worden snoep en frisdranken duurder en mensen gezonder. Het was maar een van de vele maatregelen uit een rapport vol aanbevelingen. Maar ik pik ‘m er hier uit, omdat de suikertaks past in een hernieuwd vertrouwen in prijsprikkels als middel om gedrag bij te sturen.

We zien dat ook bij pleidooien voor CO2-belasting, voor vleestaks, voor spitsheffingen en rekeningrijden. Deze zomer komt er eindelijk statiegeld op kleine plastic flesjes, zodat we die rotzooi niet meer in de berm gooien. En er wordt serieus nagedacht om dat systeem uit te breiden naar blikjes. (Ik zeg: doen!) Beleggers op de huizenmarkt worden afgeschrikt met hogere overdrachtsbelasting, starters juist aangemoedigd met een nultarief. Voor elektrische auto’s betaal je geen wegenbelasting, wie een vieze auto koopt is meer bpm kwijt, op gas wordt een hogere energiebelasting geheven dan op elektriciteit en als we straks weer op vliegvakantie gaan, moeten we per ticket een kleine acht euro aan vliegbelasting aftikken.

De opbrengst van ‘prikkelbelastingen’ is de afgelopen kwart eeuw flink toegenomen. Vooral op tabak en energie wordt steeds meer belasting geheven. Als percentage van de totale belastinginkomsten blijft het echter redelijk constant. Milieuheffingen blijven hangen rond de 8%, het aandeel van accijns op genotsmiddelen is zelfs iets gedaald van 3% naar 2%.

Veel economen hopen dat die percentages flink gaan stijgen. Met subtiele prijsprikkels onwenselijk gedrag bijsturen, dat is precies waar ze al decennia voor pleiten. Het is zoveel efficiënter en liberaler dan het alternatief: harde verboden en geboden. Mensen blijven vrij om zelf te kiezen, alleen de maatschappelijke kosten van hun gedrag voelen ze (gedeeltelijk) in hun portemonnee. Het is ‘economisme’ puur sang, maar dan van een soort waar zelfs GroenLinks voor kan zijn.

Maar wat economen leuk vinden, wordt door de rest van de mensheid meestal niet als een feestje beschouwd. Alles wordt duurder! Daar gaat onze koopkracht! Ze doen dit alleen maar om de schatkist te spekken! Eerst was de auto de melkkoe, nu ook nog het vliegtuig en de fles frisdrank!

Het zijn niet eens onterechte verwijten. Want het gaat bij de prikkelbelastingen niet om de opbrengst, maar om het gedragseffect, dus de belastinginkomsten kunnen prima aan de bevolking en bedrijven worden teruggegeven, bijvoorbeeld via verlaging van de inkomsten- en winstbelasting. Maar daar kiest de politiek nooit voor. Het geld loopt altijd automatisch de schatkist in, of wordt gebruikt voor geoormerkte uitgaven.

Voor economen maakt dat overigens niet zoveel uit. Besteed de opbrengst van de suikertaks en ticketbelasting maar aan zaken van algemeen belang, ook dan blijft het gedragseffect gewoon werken. Maar de perceptie van de taks of heffing bij het publiek verandert er wel door. En ook die van de ambtenaren van het ministerie van Financiën, want die gaan – zo blijkt in de praktijk – de opbrengst van prikkelbelastingen ook steeds meer zien als een zekere en noodzakelijke inkomstenbron.

En dan gaat het mis, want het effect op gedrag en het effect op de inkomsten gaan elkaar tegenwerken. Verhoog de sigarettenaccijns zodat iedereen stopt met roken, en er valt een gat in de begroting. Maak benzine duur zodat iedereen elektrisch gaat rijden, en opeens vallen de accijnsinkomsten tegen. Er is nu zelfs een plan om speciaal rekeningrijden voor elektrische auto’s in te voeren, om het verlies aan brandstofaccijns op te vangen. Dan zijn de inkomsten dus belangrijker geworden dan het gedragseffect en kun je met recht van een melkkoe spreken.

Misschien is het daarom een goed idee om de prikkelbelastingen weg te halen bij Financiën en de Belastingdienst. Breng ze onder bij een nieuwe dienst bij Economische Zaken: de Rijksdienst voor Prikkels en Gedrag. Deze int de belastingen, accijnzen en heffingen met de heilige belofte dat de opbrengst ieder jaar onder alle Nederlanders wordt verdeeld. Wie weinig drinkt, rookt, snoept of vervuilt krijgt er dan per saldo geld bij.

Zo wordt het betalen van heffingen en accijnzen een feestje! Alle Nederlanders krijgen hun eigen melkkoe. Daar moet tijdens de formatie toch wel een meerderheid voor te vinden zijn?

FD

Toch Rijker

‘Als ons inkomen al 40 jaar niet stijgt, hoe kunnen we dan zo welvarend zijn?’, die vraag stelde ik in 2018. Onderzoekers van de Rabobank hadden net voor ophef gezorgd met hun conclusie dat het reëel besteedbaar inkomen van huishoudens sinds 1977 nauwelijks was gestegen en fors achterbleef bij de economische groei. Voor mijn gevoel een belachelijke conclusie en de vraag was dan ook retorisch bedoeld.

Sinds deze week weet ik dat mijn gevoel klopte. Het CBS rekende alles nog eens methodisch door en concludeerde dat het besteedbaar inkomen wél flink is gegroeid en de afgelopen halve eeuw ook het bbp vrijwel volgt.

Wie heeft er gelijk? Het CBS. Zij gebruiken recentere en betere cijfers en corrigeerden voor de toename van eenpersoonshuishoudens. Bovendien: de Rabobank-conclusie kreeg zoveel aandacht, omdat die in tegenspraak was met andere waarnemingen. Zo is de consumptie flink gestegen, de armoede gedaald en het reële uurloon omhoog gegaan. Dat kon eigenlijk niet zonder inkomensgroei.

De Rabo-uitkomst stelde ons dus voor een raadsel. Het CBS loste dat raadsel op.

FD

Vaccinatiegokje

De kans op trombose is slechts 1 op 100.000, maar toch willen veel 60-plussers het AstraZeneca-vaccin niet. Het risico is verwaarloosbaar, schreef collega Dijkman. Klopt natuurlijk. Maar mensen kunnen niet kansrekenen en de overheid voert campagne om dat cognitieve gebrek te vergroten met de leugen dat extreem kleine kansen tóch groot zijn.

Staatsbedrijf Nederlandse Loterij maakt op tv reclame voor de Eurojackpot (‘Zo veel money!’). De Staat wil dat u meedoet met een loterij in 18 landen waarvan de hoofdprijs maar soms wordt uitgekeerd. De kans op ‘veel money’ is daardoor slechts 1 op 95 miljoen!

Hoe miniem is die kans? Stel dat we het winnende lot kiezen met een rad van fortuin (zo’n draaischijf van de kermis). Elke drie centimeter zetten we een spijkertje. Hoe hoog moet het Eurojackpot-rad zijn? Het antwoord: ruim 900 kilometer! Ter vergelijking: ruimtetelescoop Hubble draait z’n rondjes op 540 kilometer hoogte.

De kans dat je trombose krijgt van een prik is bijna duizend keer zo groot als het winnen van de hoofdprijs in deze overheidsloterij. Ik zou me toch zeker laten prikken, maar koop beslist geen lot.

FD