Onze data zijn van ons

Moet Facebook worden opgebroken in kleinere delen? Moet de macht van het bedrijf gebroken worden via anti-kartelmaatregelen? Moet het bedrijf misschien aankopen als Instagram en Whatsapp afstoten, zodat het wat van z’n dominantie verliest?

Het zijn logische ideeën. Toen het Amerikaanse Standard Oil begin vorige eeuw 90% van de raffinagemarkt in handen kreeg, greep de overheid immers ook in. De hoogste rechter bepaalde dat de antikartelwetgeving werd overtreden en dwong het bedrijf zich in stukken op te breken. Anno 2018 heeft Facebook een vergelijkbare machtspositie. Wie in contact wil blijven met vrienden, kennissen en mediabedrijven moet zich wel aansluiten bij het netwerk. Zuckerberg is de nieuwe Rockefeller, want informatie (‘data’) is de olie van de 21ste eeuw. De machtspositie van Facebook is evident.

Maar is opbreken of afslanken van Facebook echt de juiste oplossing? Ik denk het niet. Er is een belangrijk verschil tussen de olie-industrie van de vroege 20ste eeuw en de informatie-industrie van honderd jaar later. De eerste was geen echt natuurlijk monopolie. Oliewinning en -raffinage is een activiteit waarvan de kosten dalen naarmate je het grootschaliger aanpakt, dus het was logisch dat Standard Oil bleef groeien. Maar de toenemende schaalvoordelen in de olie-industrie hebben ook een plafond. Standard Oil had niet één grote raffinaderij, die zo enorm was dat niemand er mee kon concurreren. Het bedrijf had er meerdere, op meerdere plaatsen in het land. Die raffinaderijen hadden ook in handen van anderen kunnen zijn. In die zin is de olie-industrie geen natuurlijk monopolie, maar een natuurlijk oligopolie, met meerdere grote aanbieders die allemaal hun kosten minimaliseren.

Bij Facebook ligt dat anders. Omdat het platform interessanter wordt naarmate er meer mensen aan mee doen, is er eigenlijk maar een markt voor één aanbieder tegelijk. De kosten zijn dan het laagst en de opbrengsten het hoogst. Als we zo’n natuurlijk monopolie opknippen, heeft dat dus echte kosten.

Daarom moet Facebook op een heel andere manier worden aangepakt. Niet via kartelwetgeving, maar door het toewijzen van eigendomsrechten. Want van wie is de informatie die Facebook gebruikt en doorverkoopt? Dat is nooit goed gedefinieerd. De wetgever zou moeten zorgen dat persoonlijke gegevens altijd persoonlijk blijven en niet met een enkel vinkje worden weggegeven. Toestemming voor het gebruik van onze informatie moet intrekbaar zijn, met behoud van de functionaliteiten van Facebook. Alleen die functies waarvoor de toegang tot onze data aantoonbaar noodzakelijk is, mogen geblokkeerd worden.

Een markt kan pas goed functioneren als de eigendomsrechten gedefinieerd zijn en afdwingbaar kunnen worden. Hoogste tijd om dat voor Facebook te regelen. En al die andere bedrijven die onze informatie willen vermarkten.

(FD)