Niet naïef maar hypocriet

Wopke Hoekstra hield een lezing in Berlijn. Het ging over Europa en het was een prima verhaal. De minister van Financiën vertelde over zijn liefde voor Europa en verklaarde zichzelf tot ‘geharnast voorstander van de Europese Unie, en van meer Europese samenwerking’. Dat is prettig om te horen in de week nadat zijn eigen CDA enthousiast meestemde met een motie, waarin het idee van een steeds hechter verbond tussen de volkeren van Europa bij het vuilnis werd gezet.

Maar ik heb ook een puntje van kritiek. Hoekstra bevestigde in zijn speech de mythe dat de EU op het wereldtoneel tekortschiet, omdat Europeanen zo naïef zijn. Volgens de minister is het belangrijk dat Europa ‘de ontwapenende naïviteit van vandaag de dag’ verlaat.

‘Waren Europese politici maar wat naïever, dan gunden ze elkaar vaker een succesje’

Dit hoor je tegenwoordig vaak. Europa is een naïef werelddeel, dat denkt dat men zich elders in de wereld netjes aan de regels houdt en dat landen als China en Rusland het uiteindelijk wel goed bedoelen. We kopen Russisch gas, delen onze kennis met Chinese studenten en bedrijven, bepleiten vrijhandel en internationale samenwerking, maar hebben niet door dat andere landen daar misbruik van maken.

Het is een gevaarlijke mythe. Dat de EU op het wereldtoneel geen vuist maakt komt niet omdat onze politici naïef zijn, maar juist omdat ze opportunistisch en cynisch zijn. Je hoeft aan Europeanen echt niet uit te leggen dat de wereld een gevaarlijke plek is en dat het buitenland soms van kwade zin is. Dat hebben we na millennia van Europese machtspolitiek wel geleerd. Europese politici zijn juist te cynisch over de bedoelingen van andere lidstaten en vrezen bij iedere poging tot samenwerking meer te moeten inleveren dan de ander.

Om een vuist te maken tegen Rusland, om de technologierace te winnen van China en de handelsoorlog van het Amerika van Donald Trump, moeten Europese politici geen afscheid nemen van hun naïviteit, maar van hun hypocrisie. Willen we Europese techreuzen? Dan moet er nationaal geld naar Europese investeringen in nieuwe technologie, ook als bijvoorbeeld Nederland meer moet bijdragen dan het zelf direct terugkrijgt. Willen we een munt die kan concurreren met de dollar? Dan heeft de euro een stevigere basis nodig, bijvoorbeeld van een effectieve eurobegroting waaraan alle lidstaten meebetalen en een bankenunie met een collectieve depositogarantie.

Waren Europese politici maar wat naïever, dan gunden ze elkaar vaker een succesje en beoordeelden ze beleidsvoorstellen minder vaak op de gevolgen voor eigen land. Zolang het cynisme en de hypocrisie in Europa de boventoon voeren, zal de EU de tweede viool blijven spelen.

(FD)