Nederland is nog lang geen robotland

Lodewijk Asscher zal vandaag tevreden terugkijken op zijn werkweek. Het ging precies zoals gepland.

Op maandag organiseerde zijn ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een congres over de robotisering van arbeid. Asscher gaf daar een speech waarin hij vooral de gevaren van de robot schetste. Minder banen en meer ongelijkheid, daar zou het wel eens op kunnen uitdraaien, vreest de minister.

Maar denk vooral niet dat deze minister een technologiefobie heeft, hij wilde slechts het inktzwarte scenario schetsen, zodat we met gericht beleid voor een betere toekomst kunnen kiezen.

Hoe dat beleid en die toekomst eruit zouden moeten zien, liet Asscher in het midden. Ach, de speech was vooral bedoeld om de discussie op gang te brengen. En daarin slaagde hij uitstekend. Alle commentatoren doken op het onderwerp. De robot stond een week lang publicitair in het zonnetje.

Maar wat ontbrak waren de harde feiten. Hoe snel gaat het met de introductie van de robot in Nederland? Hebben wij er relatief veel of weinig? Is er in landen met veel robots meer werkloosheid? Over dat soort vragen ging het niet. We discussiëren enthousiast over de kansen en gevaren van de robot, maar wat zijn de cijfers?

Dik robotrapport

Gelukkig verscheen deze week een dik robotrapport. World Robotics 2014 – Industrial Robots telt 474 pagina’s vol grafieken en tabellen over het aantal industriële robots die wereldwijd in gebruik zijn.

Dit rapport wordt jaarlijks opgesteld door de International Federation of Robotics(IFR) in Frankfurt. En nee, dat is geen federatie van robots, maar van nationale verenigingen van robotproducenten.

Het rapport bevat een unieke dataset. Zó uniek dat je eerst 420 euro moet overmaken naar de opstellers voordat je toegang krijgt tot de digitale versie van het rapport. Verzamelaars van robotstatistieken moeten ook eten en doen dat blijkbaar het liefst van een gouden bordje. Tandenknarsend heb ik het bedrag overgemaakt.

Aan deze column houdt de Bouman bv deze week niet veel over, maar ik weet nu wel meer over de kwantitatieve kant van de robotdiscussie. Hier komen de feiten:

Allereerst: ja, er komen snel meer industriële robots bij. In 2008 waren wereldwijd een miljoen robots aan het werk. In 2013 waren dat er meer dan 1,3 miljoen. Ondanks crisis en recessie steeg de robotwerkgelegenheid dus met ongeveer een derde. Volgens het rapport zal die toename versnellen. In 2017 staan er naar verwachting bijna twee miljoen robots in de fabrieken van de wereld opgesteld.

Schermafbeelding 2014-10-12 om 10.26.28

Onbetwiste kampioen

Japan is de onbetwiste robotkampioen. Bijna een kwart van alle industriële robots (zo’n 300.000 stuks) staat in dat land. Maar Japan is ook een van de weinige landen waar de robot op de terugtocht is. Door outsourcing van productie is het aantal robots sinds 2008 met 14% gedaald.

In China stijgt het robotgebruik juist. Maar met 133.000 robots ligt de Chinese industrie nog ver achter die van de VS, Duitsland en Zuid-Korea.

Schermafbeelding 2014-10-12 om 10.26.14

En Nederland? Wij doen nauwelijks mee. Volgens de IFR stonden er in 2013 in de Nederlandse industrie 7400 robots, een half procent van het wereldtotaal. We hebben er minder dan bijvoorbeeld Italië, Spanje, Zweden, België en Tsjechië. De omvang van de auto-industrie in deze landen speelt hierbij vast een rol. Overigens groeit het aantal robots in Nederland wel snel: met 50% sinds 2008.

Nederland scoort laag

Nederland is een diensteneconomie, dus is het logisch dat we relatief weinig robots hebben. Maar ook als je daarvoor corrigeert scoort Nederland laag. Met 93 industriële robots per 10.000 werknemers in de industrie, staan we op de 15e plaats. In Zuid-Korea staan er naast 10.000 werknemers maar liefst 437 robots.

Schermafbeelding 2014-10-12 om 10.26.44

Is de robot een banenvernietiger? In robotlanden Japan en Zuid-Korea is de werkloosheid laag en de werkweek lang. Nee, dat is geen echt bewijs.

Maar voor de angstbeelden die Asscher oproept is de onderbouwing minstens zo zwak. We hebben nog meer feiten nodig. En onderzoekers die deze feiten onderzoeken. Academische economen van Nederland: aan de slag!

(Verscheen eerder hier)