Nederland geeft vol gas, terwijl onze belangrijkste groeimotor juist dreigt af te slaan

Een feestweek voor de Nederlandse economie. Veel anders kun je de afgelopen dagen toch niet noemen. Het kabinet presenteerde een begroting vol cadeautjes, het Centraal Planbureau verhoogde de groeiraming voor 2017 naar 1,7% en het Centraal Bureau voor de Statistiek stortte een letterbak vol positieve persberichten over ons uit.

Het consumentenvertrouwen stijgt. Veel Nederlanders vinden dat het nu een gunstig moment is voor grote aankopen. Logisch, want zowel de koopkracht als het beschikbaar inkomen steeg. De huizenprijzen gaan omhoog, investeringen groeien, terwijl de werkloosheid snel afneemt. Ondertussen loopt het begrotingstekort van de overheid sneller terug dan verwacht en daalt de staatsschuld snel richting de 60% van het bruto binnenlands product.

Zoveel goed nieuws, het glazuur spat van je tanden. Gaat het echt zo goed met Nederland? Ja, ik denk het wel. Conjunctureel zit het ons even allemaal mee. Maar hoe lang we in de feeststemming kunnen blijven is wel de vraag. Want ons herstel wordt gevoed door inhaalvraag.

Na jaren waarin Nederland het slechter deed dan de ons omringende landen, doen we het nu weer even beter. Voor langdurige groei is echter meer nodig. Vooral: aantrekkende wereldhandel. En daar zit nu juist de klad in.

Dat blijkt telkens weer als het CPB de Wereldhandelsmonitor publiceert. Dit is een bijzondere publicatie, want de cijferaars van het CPB berekenen de handel in de wereld op zo’n zorgvuldige en consistente wijze dat hun handelscijfers maatgevend zijn geworden in de wereld.

Nieuw fenomeen
Het meest recente cijfer, voor de maand juli, laat zien dat de wereldhandel aan het dalen is: met 1,1%. De maand ervoor steeg het cijfer nog een beetje, maar wie langer terug kijkt ziet dat het volume van de wereldhandel al zo’n anderhalf jaar niet meer stijgt.

Dat is een nieuw fenomeen. De afgelopen decennia steeg de wereldwijde im- en export juist bijzonder snel. Af en toe was er een terugval, zoals tijdens de recessie begin deze eeuw en natuurlijk gedurende de kredietcrisis in 2009. Maar de trend bleef altijd duidelijk omhoog. Nederland heeft daar als handels- en doorvoerland uiteraard flink van geprofiteerd. Daarom zou de langdurige stagnatie van de wereldhandel ons zorgen moeten baren. Waarom groeit de handel niet meer?

schermafbeelding-2016-10-02-om-11-37-44

Verontrustende oorzaak
De Oeso publiceerde onlangs een interessante studie naar deze vraag. Sommige van hun antwoorden zijn simpel: door de eurocrisis groeide Europa de afgelopen tijd minder snel, terwijl dat juist een handelsintensief gebied is. Vandaar dat de internationale handel niet meer groeit. Maar er zijn ook twee andere oorzaken. De eerste is nogal verontrustend.

Na decennia van steeds vrijere wereldhandel lijkt protectie weer in opkomst. Handelsakkoorden worden steeds moeilijker gesloten (kijk maar naar de totaal ontspoorde discussie in Europa over het handelsoverleg met de VS, TTIP), en handelsbelemmeringen worden weer vaker opgeworpen. Sinds 2008 zijn er wereldwijd zo’n 1200 discriminerende handelsbelemmeringen bij gekomen.

Protectionisme beleeft een revival en politici die pleiten voor grenzen, barrières en muren, lijken de tijdgeest goed aan te voelen. Dat dit slecht nieuws is voor een open economie als die van Nederland behoeft geen betoog.

Tijdperk van versnippering voorbij?
Maar de Oeso noemt ook een derde oorzaak voor de kwakkelende wereldhandel. Misschien is het tijdperk van opknippen van productieketens wel voorbij. De groei van de handel in eerdere jaren kwam immers ook doordat die ketens versnippert raakten over verschillende landen. Dat leidt tot efficiëntie en lagere kosten, maar valt niet oneindig door te zetten.

Oeso-economen berekenen een ‘Global Value Chain’-indicator die de mate van internationalisering van de keten meet. Deze indicator is na decennia van groei de afgelopen tijd juist gedaald. Of die omslag slecht is voor Nederland valt niet zomaar te zeggen: misschien blijkt er juist uit dat reshoring een serieuze optie voor bedrijven begint te worden.

Alle reden in elk geval om tijdens het feestgedruis de ontwikkeling van de wereldhandel scherp in de gaten te houden.