Met de kennis van nu: extra bezuinigingen waren niet nodig maar ook niet schadelijk

Eurocommissaris Olli Rehn is streng maar rechtvaardig, in 2013. Nederland voldoet al vijf jaar niet aan de Europese begrotingsregels en ook in 2014 zal het tekort weer flink boven de grens van 3% van het bruto binnenlands product (bbp) uitkomen. De Nederlandse overheid moet met een extra pakket van bezuinigingen en lastenverzwaringen komen, vindt de Finse commissaris voor economische en monetaire zaken.

Maar Rehn is ook rechtvaardig. Nederland heeft al hard bezuinigd in de voorgaande jaren en de nieuwe tegenvallers zijn grotendeels buiten de schuld van het kabinet ontstaan. Daarom laat Rehn de harde eis dat het tekort in 2014 onder de 3% moet uitkomen, tijdelijk los. Een pakket van bezuinigingen en lastenverzwaringen ter waarde van € 6 mrd is genoeg om de eurocommissaris tevreden te stellen. Als het tekort ondanks die extra inspanning toch boven de grens van 3% uitkomt, zal hij een oogje toe knijpen. Minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem haalt opgelucht adem. Nog één keer € 6 mrd bij elkaar kaasschaven, dat moet nog wel lukken. Daarna zal Rehn niet meer zeuren om nieuwe maatregelen. Eindelijk rust.

Het begrotingsdrama was tot een goed einde gebracht, dachten we in 2013. Maar inmiddels weten we dat het toneelstuk van Rehn en Dijsselbloem geen drama was, maar een klucht. Debegrotingsproblemen waren namelijk een stuk minder groot dan men twee jaar geleden dacht.

De cijfers zijn duidelijk. Uit het in mei gepubliceerde jaarverslag van het Rijk, blijkt dat het begrotingstekort in 2014 is uitgekomen op 2,3% van het bbp. Dat is een vol procentpunt lager dan op Prinsjesdag 2013 nog werd gedacht. Toen rekende het Centraal Planbureau voor dat het tekort – ondanks de extra € 6 mrd aan bezuinigingen – zou uitkomen op 3,3%. Een procentpunt lager tekort is goed voor een meevaller van pakweg € 6 mrd. Dus ook zonder extra bezuinigingen had Nederland het tekort gehad dat de Europese Commissie oogluikend wilde toestaan.

Schermafbeelding 2015-05-31 om 18.43.46

Kennis van nu
Natuurlijk, het is makkelijk oordelen met de kennis van nu. In 2013 hadden we jaren met alleen maar tegenvallers achter de rug. Logisch dat men pessimistisch begrootte. Ook het CPB was voorzichtig geworden. In maart 2013 – nog voor de deal met Rehn – voorspelde het Planbureau voor 2014 een tekort van 3,4% bij een economische groei van 1%. In september, na de € 6 mrd aan extra bezuinigingen, was dat nog altijd 3,3% tekort bij slechts 0,5% groei.

Maar in de loop van 2014 bleek dat de economie sneller groeide, en dienden de eerste meevallers zich aan. Het CPB verhoogde de groeiraming naar 0,75% en verwachtte dat het tekort toch onder de 3% zou uitkomen. In werkelijkheid trok de groei nog meer aan en kwam voor heel 2014 op 0,9% uit.

Schermafbeelding 2015-05-31 om 18.44.08

Door het snellere herstel was Nederland € 2,9 mrd minder kwijt aan uitkeringen. Een andere grote meevaller kwam uit de zorg: maatregelen om de uitgaven aan geneesmiddelen te beperken pakten effectiever uit dan gedacht, waardoor de zorgkosten met € 2,7 mrd minder groeiden dan gedacht. Samen met nog een aantal mee- en tegenvallers (de gasbaten kwamen € 700 mln lager uit), resteerde per saldo een meevaller van ruim € 6 mrd, waarmee we Rehn met terugwerkende kracht tevreden hadden kunnen stellen.

Te somber
De voorstanders van extra bezuinigingen waren in 2013 dus te somber. Maar de tegenstanders ervan waren dat ook. Veel economen en politici waarschuwden op luide toon dat het kabinet met de extra maatregelen de economie kapot zou bezuinigen. Daardoor konden er nieuwe tegenvallers ontstaan die de bezuinigingen teniet zouden doen. Bezuinigen is contraproductief, vreesden zij. In werkelijkheid volgde op de extra bezuinigingen een periode met vooral meevallers. Dijsselbloem kon al vaker lachen en inmiddels praat men in Den Haag al weer enthousiast over extra geld voor onderwijs, zorg en defensie.

De bezuinigingen en lastenverzwaringen van 2013 waren niet echt nodig, maar ook niet echt schadelijk. Dat is een milde conclusie die vreemd contrasteert met de felheid van de politieke discussie toen.

(eerder in FD)