Meer zekerheid, meer flexibiliteit en meer scholing: geef iedereen in Nederland maar zo’n ‘tussenbaan’

In de supermarkt begint de victorie, de noodzakelijke hervorming van de Nederlandse arbeidsmarkt komt van onderop. Gelukkig maar, want top-down komt er al heel lang helemaal niets. Bij de Sociaal Economische Raad (SER) babbelen vakbonden en werkgevers al jaren over aanpassingen van het arbeidsrecht, over flexibilisering en een leven lang leren. Maar behalve het sociaal akkoord uit 2013, dat de klok op de arbeidsmarkt achteruit in plaats van vooruit zette, heeft het SER-overleg deze eeuw bedroevend weinig opgeleverd.

Ondertussen wordt de behoefte aan nieuwe arbeidsmarktinstituties alleen maar groter. De kloof tussen vast en flex blijft groeien, de zzp’er wordt weggepest in plaats van ondersteund, terwijl automatisering en robotisering vragen om nieuwe vaardigheden, nieuwe beroepen en nieuwe scholing. Maar als SER-voorzitter Mariëtte Hamer de onderhandelaars in de kabinetsformatie komt adviseren, vertelt ze de pers dat het ‘gelukkig weer beter gaat met Nederland en dat we er nu voor zorgen dat iedereen zijn plekje kan vinden’. Is er dan een gezamenlijk standpunt van werkgevers en werknemers? Hamer: ‘Het gaat er vooral om dat mensen weer meer zekerheid hebben en ook dat werkgevers goed kunnen ondernemen. Daar vinden we elkaar wel in.’ Hoe het dan moet met de kloof tussen vast en flex, met de robotisering, met de zzp’er? De SER gaat er nog eens op studeren…

Gelukkig blijkt op een lager niveau het polderoverleg veel vooruitstrevender. Vrijdag werd bekend dat werkgevers en werknemers in de supermarkt een nieuw soort arbeidscontract hebben uitgevonden. Het moet tussen de flexbaan en de vaste baan in komen. Een contract voor vier jaar, met – belangrijk – geld voor om- en bijscholing. Deze ‘tussenbaan’, zoals de Volkskrant de innovatie noemt (vakbond CNV heeft het liever over ‘doorstroombaan’), moet mensen die in de supermarktbranche werken, een periode van baanzekerheid opleveren, gevolgd door een leven van werkzekerheid – dankzij de scholing. Precies wat een moderne, innovatieve economie als Nederland nodig heeft: zekerheid gecombineerd met flexibiliteit en levenslange scholing.

Juist als het gaat om lange, maar niet oneindige arbeidscontracten schieten onze arbeidsregels te kort. De Wet werk en zekerheid van minister Lodewijk Asscher kent maar twee smaken: superkort (flex) en eeuwig (vast). Daartussen zit niets. Logisch dus dat van alle Nederlandse werknemers tussen 25 en 55 jaar oud maar 23% een tot vijf jaar bij dezelfde baas zit. Dat is een lager percentage dan in bijvoorbeeld Zweden, Denemarken, Noorwegen en Zwitserland. Vergeleken met die landen is de gemiddelde duur bij dezelfde werkgever hier meer gepolariseerd: je bent maar kort in dienst (want flex), of heel lang (want vast).

De Scandinavische landen en Zwitserland slagen er ook beter in dan Nederland om werknemers en werkgevers te stimuleren te investeren in levenslang leren. Volgens cijfers van Eurostat doet daar bij ons 21% van de werknemers tussen 25 en 55 jaar aan mee. In Denemarken en Zwitserland is dat 34%. Als de tussenbaan van de supermarkten echt de combinatie weet te maken tussen een langdurig tijdelijk contract en levenslang leren, dan zou het een voorbeeld zijn voor andere sectoren. Wat de supermarkten kunnen, kan ook elders.

Makkelijk wordt het trouwens niet, zo’n landelijke invoering van meerjarige arbeidscontracten met actieve scholingsplicht. Iets soortgelijks werd in 2010 voorgesteld door toenmalig CDA-minister van Economische Zaken Maxime Verhagen. Hij wilde vijf- of zevenjarige contracten mogelijk maken met het idee dat werkgevers dan meer tijd en geld in de opleiding van hun tijdelijke werknemers zouden steken. Een groot deel van de Tweede Kamer lachte het plan van Verhagen weg. Het CDA was dan ook de enige partij die een soortgelijk voorstel in het laatste verkiezingsprogramma opnam. Maar in 2010 waren D66 en GroenLinks in principe wel te porren voor meerjarige, tijdelijke contracten. De VVD zag het ook wel zitten. Misschien moet informateur Edith Schippers de volgende keer eens niet iemand van de SER, maar iemand van Jumbo of AH uitnodigen voor een adviserend gesprek.

(Verscheen eerder in het FD)