BANKEN ÉN GRIEKEN GEHOLPEN

U bent bankroet. Al uw geld is op. Zelfs de euro’s tussen de kussens van het bankstel heeft u opgegraven en uitgegeven. U heeft alleen maar schulden. Aan wie? Aan mijn broer. Hij heeft u ooit, in een domme bui, 1000 euro geleend.

Die kunt u niet terugbetalen. U gaat failliet, niemand wil meer aan u lenen en u heeft trouwens ook al een paar dagen honger.

Een treurige situatie voor u, maar ook voor mijn broer. Het is een familiekwestie dus ik besluit te helpen.

Ik leen u 750 euro, uit eigen zak. Daarvan kunt u 600 euro gebruiken om het op een akkoordje te gooien met mijn broer. Hij weet dat hij die duizend euro nooit meer helemaal terugkrijgt. Dus misschien kunt u de hele schuld voor 600 euro afkopen. Van de 150 euro die u dan nog overhoudt, kunt u vervolgens eens goed gaan eten. Doe meteen ook boodschappen voor rest van de hele week.

U gaat niet failliet, u heeft een volle maag en de schuld van 1000 euro aan mijn broer is vervangen door een schuld van 750 euro aan mij. En ik ben — hoe kan het anders — een sympathieke schuldeiser.

U hoeft daarom de eerste tien jaar niet af te lossen op de lening en daarnaast reken ik nauwelijks rente. Betaal maar net zo weinig rente als de meest kredietwaardige inwoner van het land, bied ik aan. Dat scheelt u in netto contante waarde misschien wel 40% van de schuldenlast.

Bent u tevreden met deze deal? Ongetwijfeld. Tenzij u een Griek bent. Dan vindt u dat u een groot onrecht wordt aangedaan. Dan rekent u voor dat van de 750 euro die u van mij ‘moest’ lenen, slechts 20% naar noodzakelijke levensbehoeften voor uzelf is gegaan. De andere 80% stroomde direct terug naar de bankrekeningen van de Familie Bouman.

Ik heb niet u gered, maar mijn broer! En voor die redding van mijn eigen vlees en bloed, zo klaagt u, mag u tot in lengte van dagen bloeden! Het is een grof schandaal.

Maar zonder dat geld was u failliet gegaan, probeer ik u — of beter: de Griekse versie van u — uit te leggen. Mijn broer had u voor het gerecht gesleept, u was in de schuldsanering terecht gekomen en van boodschappen doen was jaren lang helemaal niets gekomen.

Niks mee te maken, roept u boos. Uw broer was zo stom om mij 1000 euro te lenen. Hij nam het risico, dus hij had failliet moeten gaan!

U zult begrijpen dat ik op dit moment de conversatie met uw Griekse alter ego resoluut afkap. Zoveel redeloosheid, zoveel onterechte verwijten. U zoekt het maar uit, ik luister niet meer naar u.

Ik stop daarom ook met het lezen van de goedbedoelde columns die ons voorrekenen dat de Griekse noodhulp voor 80% naar Europese banken is terug gevloeid en dus de Grieken zelf niet heeft geholpen.

Borrelpraat! De banken zijn geholpen, maar de Grieken net zo goed.

(column verscheen eerder in FD)