Redt de actie ‘Eet een peer tegen de Russische beer’ de Nederlandse fruitteler?

De Russische sancties gaan Nederland bakken met geld kosten. Misschien belanden we zelfs weer in een recessie. In elk geval zal Nederland voor €549,5 mln aan export verliezen, rekende de Volkskrant vrijdag voor.

Dat laatste getal is van een onnozele precisie. Op een half miljoen euro nauwkeurig schatten hoe groot de exportschade van de Russische boycot zal zijn, lukt alleen als je blind de exportstatistieken van het Centraal Bureau voor de Statistiek overtypt. Want €549,5 mln is het bedrag dat Nederland aan export misloopt, als we alle voor Rusland bedoelde voedingsmiddelen linea recta in de verbrandingsoven gooien.

Dat zou idioot zijn, want onze tomaten, kaasjes en karbonades zijn vast nog wel elders op de wereldmarkt te slijten. De wereldmarkt is een waterbed: als de Russen het matras aan een kant omlaag drukken, gaat het bed elders weer omhoog.

Hoogleraar plattelandsontwikkeling Dirk Strijker is aanhanger van die waterbedtheorie. Hij stelde: ‘De Russen zullen wel blijven importeren, maar dan uit andere landen. Die landen laten dan weer een gat in de markt vallen. Uiteindelijk ontstaat er dan weer een soort evenwicht.’

Dat klinkt hoopvol. Vraag en aanbod komen uiteindelijk weer bij elkaar. Daar zorgt het prijsmechanisme wel voor. Maar deze redenering is minstens zo ondoordacht als die van de Volkskrant. Want wanneer is precies ‘uiteindelijk’? En wat is er in de tussentijd met de prijs van producten gebeurd? Een paar dagen boycot hebben de tomatenprijs al doen kelderen. Daar hebben ook tomatentelers die niet aan de Russen leveren enorme last van. Mogelijk is de schade op korte termijn dus zelfs veel groter dan die €549,5 mln.

Het echte antwoord is dus: we hebben geen idee wat de schade zal zijn. Er zijn te veel onbekende factoren. Zelfs voor een enkel exportproduct valt vooraf geen schaderapport op te maken.

Ik geef een voorbeeld: de peer. Telers van deze vrucht lijden potentieel enorme schade door de boycot, want Rusland is een van de grootste afnemers van Nederlandse peren. Tussen 2008 en 2011 exporteerden we gemiddeld 46 miljoen kilo peren naar Rusland. Dat is ruim 13% van de totale export. Ter vergelijking: van de Nederlandse appels gaat nog geen 7% naar Rusland.

Schermafbeelding 2014-08-16 om 13.37.49

Mede door de Russische honger naar peren is Nederland een perenland geworden. Sinds vorig jaar is er meer Nederlandse grond beplant met perenbomen dan met appelbomen. In 2000 waren er nog ruim twee keer zoveel hectaren met appelbomen.

Schermafbeelding 2014-08-16 om 13.37.57

De peren-‘boom’ zorgde overigens niet voor meer perentelers. Integendeel: het aantal perenbedrijven daalde sinds 2000 met 35% tot pakweg 1460.

Schermafbeelding 2014-08-16 om 13.38.05

Dat zijn 1460 fruitondernemers die hard geraakt worden door de Russische boycot. Wat gebeurt er als de voor Rusland bestemde peren op de Europese markt terechtkomen? De prijs zal ongetwijfeld dalen, dus de vraag zal stijgen.

Maar hoe gevoelig is de perenvraag voor prijsdalingen? Nauwelijks, zo blijkt uit onderzoek van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. Als de prijs van peren met 1% daalt, neemt de vraag met nog geen 0,25% toe. De perenvraag is inelastisch, zeggen economen dan. Het prijsmechanisme werkt daardoor zeer stroef. De prijs zal flink moeten dalen voordat Strijkers’ ‘uiteindelijke evenwicht’ weer is gevonden. Ook perentelers die niet aan de Russen leverden, worden hard geraakt.

Kunnen ze dan niets doen? Jawel. Anders dan tomaten zijn peren goed houdbaar. De hele oogst kan gekoeld zo een jaar worden opgeslagen. Op die manier valt het overaanbod te bestrijden. Bovendien zullen perenhandelaren proberen de Nederlandse peer om te toveren in bijvoorbeeld een Turkse of Japanse peer, die wel welkom is in Rusland. Met een tussenstop in zo’n land verandert een lading fruit eenvoudig van nationaliteit.

En wie weet ontstaat er in Nederland wel een gevoel van camaraderie, waardoor iedereen een peertje extra eet. Een nationale actie ‘Eet een peer tegen de Russische beer’, zou zomaar kunnen slagen.

De uiteindelijke conclusie moet zijn dat er vooraf werkelijk niets valt te zeggen over de schade van de sancties. Het wordt een kwestie van achteraf meten, vrees ik. Dat is in de economie wel vaker het geval.

(verscheen eerder hier)