Wij worden oud, de economie vergrijst. Maar dan komt de robot en groeien we weer!

Krakende botten, piepende gewrichten, mompelende monden en heel veel schuifelende voeten. Dat zijn de geluiden van de 21ste eeuw. Niet alleen in Europa, waar de vergrijzing al voor de eeuwwisseling begon, maar ook daarbuiten.

Het meest recente rapport van de Verenigde Naties over vergrijzing laat onze demografische toekomst in vele schokkende grafieken zien. Deze eeuw komen er wereldwijd veel 60-plussers bij. Ten opzichte van 2000 verwachten de demografen dat het aantal 60-plussers tot 2050 gaat toenemen met meer dan 350%. Voor de leeftijdsgroep 25 tot 60 jaar is die stijging nog geen 150%. Het aantal tieners blijft min of meer constant. Net als het aantal kinderen onder de tien.

De onlangs overleden statisticus en Youtube-held Hans Rosling wist het al: de wereld vergrijst snel. Het kindertal is gedaald, op bijna elk continent. We zijn het punt van ‘Peak Child’ al lang voorbij. De totale wereldbevolking gaat deze eeuw stabiliseren op pakweg tien of elf miljard. Van exponentiële bevolkingsgroei is geen sprake meer in de 21ste eeuw. Dit is de eeuw van de vergrijzing.

Dat gebeurt in Europa, Azië en in iets minder mate in de Amerika’s. Alleen Afrika blijft — volgens de laatste prognoses — relatief hard groeien. In Europa is de vergrijzing al duidelijk begonnen. Nieuwe aanwas van arbeidskrachten ligt op een laag peil — een voordeel in de nasleep van de kredietcrisis, want daardoor kon bijvoorbeeld in Nederland de werkloosheid weer snel gaan dalen — en de verhouding tussen gepensioneerden en werkenden verandert snel.

In de VS zal het percentage van de bevolking boven de 60 jaar stijgen van 21% in 2015 naar 28% in 2050. Japan begint al hoog met 33% 60-plussers in 2015, en schiet door naar 43% in 2050. Duitsland komt daar aardig bij in de buurt met een stijging van 28% naar 39% 60-plussers in 2050. Dan doet Nederland het nog relatief rustig aan. In 2015 was een kwart van onze bevolking 60 jaar of ouder. In 2015 zal dat volgens verwachting 33% zijn.

Voor de oude industrielanden is vergrijzing duidelijk een feit. Maar hetzelfde geldt voor industriële nieuwkomer China. Het percentage Chinezen ouder dan 60 zal razendsnel stijgen: van 15% in 2015 naar 37% halverwege de eeuw. Het eenkindbeleid echoot lang na.

Mooi dat de ongetemde bevolkingsexplosie voorbij is. Maar wie gaat straks zorgen voor de economische groei? Zijn er genoeg jongeren om te werken in fabrieken, om uitvindingen te doen, om nieuwe technologie uit te proberen? Met zoveel grijze koppen lijkt stagnatie onvermijdelijk.

Veel economen zijn daarom somber over de economische groei in de komende decennia. De lage rente van dit moment zou een voorbode zijn van langdurige lage groei. Volgens voormalig CPB-directeur Coen Teulings is de lage rente zelfs een direct gevolg van de introductie van de anticonceptiepil vijftig jaar geleden. De overheid zou nu flink moeten lenen en stimuleren om de economie uit de greep van de vergrijzing te halen, vindt Teulings.

Vergrijzende landen groeien minder. Dat is de onderliggende aanname. Klinkt logisch, maar klopt het ook? Topeconoom Daron Acemoglu zocht het uit. Vorige maand publiceerde hij zijn opvallende conclusie: nee, grijze economieën groeien niet langzamer dan groene economieën. Er zijn zelfs aanwijzingen dat vergrijzende landen iets sneller groeien. Acemoglu denkt ook te weten hoe dit komt: vergrijzing leidt tot krapte op de arbeidsmarkt, en dat zorgt er weer voor dat bedrijven sneller en meer investeren in automatisering en robotisering.

In vergrijzende landen nemen robots de plaats in van mensen. De productie kan blijven stijgen, de economische groei blijft op peil. De econoom waarschuwt dat er nog meer onderzoek nodig is om deze conclusie echt hard te kunnen maken. Maar voor iedereen die angstig naar de toekomst kijkt, is het toch goed om te weten dat er waarschijnlijk geen reden is om bang te zijn voor de vergrijzing, en ook niet voor de robot. Grijze groei bestaat.