Deense flexicurity model doorstaat de crisis. Wat kan Nederland daarvan leren?

Nederland had het zwaar in de crisis. De economie presteerde slechter dan die in andere noordelijke eurolanden. De Duitse en Belgische economie waren veel eerder weer boven jan, en zelfs Frankrijk krabbelde sneller op. Nederland was de zieke man van Noordwest-Europa, met een krimpende economie en snel oplopende werkloosheid.

Maar net buiten het eurogebied was er een Europees land met dezelfde problemen: Denemarken. Qua oppervlakte iets groter dan Nederland, wat betreft inwonersaantal drie keer zo klein, maar gelet op de economische ontwikkeling sinds 2008 opvallend gelijk.

De eerste recessie in 2009 was wat dieper dan in Nederland, de tweede dip juist wat milder dan hier en voor beide landen zou het tot diep in 2014 duren voordat het bruto binnenlands product (bbp) terug was op het niveau van voor de crisis. Andere landen in de regio bereikten dat punt al veel eerder.

Antwoord op huizenmarkt
Wat maakte Nederland en Denemarken anders dan andere landen? Het antwoord is te vinden op de huizenmarkt. In beide landen maakten de huizenprijzen na 2008 een enorme duikvlucht. Deense huizen werden vooral in 2009 snel goedkoper en er was een tweede daling in 2011. In Nederland gleden de huizenprijzen wat meer geleidelijk weg, tussen 2009 en 2013. Dat deze daling zoveel impact had op de economie als geheel, komt omdat ook als het gaat om hypotheekschuld, Nederland en Denemarken veel op elkaar lijken. Denemarken is wereldkampioen private schuld. De schuld van Deense huishoudens is ruim drie keer zo groot als het jaarlijks netto besteedbaar inkomen. Nederland is een goede tweede met een factor 2,8. Verreweg het grootste deel van deze schulden zijn hypotheekschulden. Ter vergelijking: de schuld van Belgische en Duitse huishoudens is ongeveer één keer het besteedbaar inkomen.

Schermafbeelding 2017-01-16 om 14.55.29

De combinatie van hoge schulden en dalende huizenprijzen zorgde voor acute geldzorgen bij Deense en Nederlandse huishoudens. Zij gingen bezuinigen en de recessie werd extra diep en lang. Logisch gevolg was een snel oplopende werkloosheid in beide landen. De Deense werkloosheid piekte op 7,8% in 2012, in Nederland werd precies datzelfde niveau twee jaar later bereikt.

Belangrijk verschil
Veel overeenkomsten, maar er is ook een belangrijk verschil: Denemarken heeft een veel flexibelere arbeidsmarkt dan Nederland. Het Deens ‘flexicurity’-model combineert geringe ontslagbescherming  met een zeer actieve scholing en begeleiding naar nieuw werk. Dat is het tegendeel van Nederland waar de ontslagbescherming hoog is en het actieve arbeidsmarktbeleid weinig effectief. Het Deense model wordt alom bewonderd, want het zorgt voor veel doorstroming op de arbeidsmarkt, een korte werkloosheidsduur en daardoor weinig verlies van vaardigheden tijdens perioden van werkloosheid. Ook in Nederland dromen arbeidseconomen graag van het flexicurity-model. Het heeft echter in theorie een belangrijk nadeel: flexicurity werkt goed in normale tijden met veel vacatures, maar mogelijk niet tijdens diepe recessie. Dan is er geen werk om werkzoekenden naar toe te begeleiden.

De ervaring van Denemarken en Nederland sinds 2008 is een mooi veldexperiment om te zien of dat idee klopt. Het korte antwoord luidt: nee, want in beide landen ging de werkloosheid redelijk snel weer omlaag. Bovendien blijkt uit deze week verschenen onderzoek van de Oeso dat de Deense arbeidsmarkt tijdens de recessie een gezonde dynamiek bleef vertonen. Er waren wel veel mensen werkloos, maar de gemiddelde duur van de werkloosheid bleef relatief kort. Op het dieptepunt van de recessie zat de gemiddelde Deense werkloze 15 weken zonder baan, schrijft de Oeso. Dit was beduidend meer dan de 5 weken van voor de crisis, maar vergeleken met andere landen nog altijd behoorlijk kort.

Storm goed doorstaan
De combinatie van flexicurity en een diepe recessie heeft in Denemarken niet tot hogere structurele werkloosheid geleid, concludeert de Oeso dan ook. Het model heeft de storm goed doorstaan. Misschien moet Nederland er toch maar weer eens serieus naar kijken. Dus voordat volgend jaar de formatie begint, eerst alle politici op studiereis naar Kopenhagen.