Remmen los na Brexit

Voor de een is de Europese Unie een vredesproject dat nieuwe oorlogen in West-Europa heeft voorkomen. Voor de ander gaat het vooral om vrij verkeer van goederen en mensen, en heeft de EU een praktisch economisch doel. Weer een ander beschouwt de unie als een onmenselijke gevangenis waarin politici als Wilders, Roos en Baudet tegen hun zin en zonder enige soevereiniteit worden vastgehouden. Zoveel hoofden, zoveel zinnen, zeker als het om de EU gaat.

Toch voeg ik graag nog een smaakje toe: de EU is de tegenkracht van politiek opportunisme. Europese samenwerking is nodig om te voorkomen dat nationale overheden zich gedragen als uitvreters die alleen gaan voor het economische eigenbelang en zich laten chanteren door multinationals.

Kijk maar hoe de Britse politiek zich gedraagt sinds het brexitreferendum. Europese samenwerking is daar nu een vies woord en het taboe op zelfzucht is vervangen door gepassioneerd nationalisme. Voor het referendum vonden de meeste Britse politici Europese afspraken over staatssteun aan bedrijven nog even logisch als noodzakelijk. Zonder zulke afspraken zou ieder land proberen multinationals te lokken en de eigen industrie voortrekken. Zo’n race naar de bodem is uiteindelijk voor niemand goed (behalve voor de vertroetelde bedrijven), dus coördinatie is in het algemeen belang.

Maar nu dat algemene belang per referendum is weggestemd, gaat in Londen de kraan voor bedrijven open. Om de Nissan-fabriek in Sunderland open te houden, ook na vertrek uit de EU, bleek de Britse regering bereid om steun en zekerheden aan het Japanse autobedrijf te geven. Welke toezeggingen precies zijn gedaan is staatsgeheim en mag zelfs het Britse parlement niet weten. Mogelijk is compensatie van eventuele exporttarieven beloofd. Het was in elk geval genoeg om het aarzelende Nissan te doen besluiten nieuwe modellen in Sunderland te gaan produceren. Staatssteun mag als je buiten de EU zit. Of beter: staatssteun moet dan.

Net als lagere winstbelasting. Volgens de Sunday Times ligt er een plan klaar om de Britse vennootschapsbelasting te halveren van 20% naar 10%, als blijkt dat het VK geen vrijhandel met de EU kan uitonderhandelen. De schatkist gaat open en grote bedrijven mogen naar hartenlust graaien. De gewone Brit draait er voor op. Hetzelfde geldt voor de historisch lage koers van het pond: prima voor exporteurs, maar het leven van de burger wordt er slechts duurder door. De verruiming van het monetaire beleid waarmee de Bank of England reageerde op de referendumuitslag is dus indirect ook een cadeautje voor de grote bedrijven

VK vlucht uit de EU, regelrecht in de klauwen van de multinationals. ‘Take back our country’, beloofden de brexiteers. ‘And give it to big business’, zeiden ze er niet bij.