Geef ons een coëfficiënt!

Een coëfficiënt is miljoenen waard. Misschien wel honderden miljoenen. Zonder coëfficiënt tel je niet mee en trekt geen politieke partij extra geld voor je uit.

Het moet dan natuurlijk wel een positieve coëfficiënt zijn, liefst groter dan één. Met een coëfficiënt van twee komen er zinnen in de krant als: Iedere euro aan extra uitgaven levert twee euro aan economische groei op. Fantastisch! De politiek komt het geld met kruiwagens tegelijk brengen.

Dat wil toch iedereen? Wetenschappers in elk geval wel. Daarom zijn zij ontevreden met de rekenmodellen van het Centraal Planbureau (CPB), want daarin ontbreekt een coëfficiënt voor het effect van publieke uitgaven aan wetenschappelijk onderzoek op de economische groei. Iedereen weet dat meer wetenschappelijke kennis goed is voor de economie, maar in de CPB-modellen is onderzoek en ontwikkeling (O&O) slechts een kostenpost.

Gevolg is dat politieke partijen niet kunnen scoren met extra geld voor wetenschap. Het levert ze in de doorrekening van het CPB geen extra groei of banen op, maar wel een hoger begrotingstekort. ‘Wetenschap is waardeloos’, schamperde toenmalig voorzitter Hans Clevers van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) in 2013. Er kwamen kamermoties en een speciaal KNAW-rapport waarin het CPB werd opgeroepen om “een diepgravende econometrische studie” naar de waarde van wetenschap uit te voeren. Oftewel: geef ons een coëfficiënt!

Het Planbureau heeft geluisterd en publiceerde een diepgravende econometrische studie naar de economische opbrengst van publieke uitgaven aan O&O. In wat bijna een parodie lijkt op wetenschappelijke zorgvuldigheid, analyseert het CPB de cijfers van 22 landen in alle jaren tussen 1963 en 2011, op basis van drie verschillende productiefuncties, inclusief een uitgebreide gevoeligheidsanalyse. Ondanks de wetenschappelijke ijver zal het resultaat Clevers niet bevallen. Veel geschatte coëfficiënten zijn niet positief en niet significant. Een procent meer overheidsuitgaven aan onderzoek leidt misschien tot 0,09% extra economische groei, maar misschien ook tot 0,29% lagere groei.

Met andere woorden: uit diepgravend onderzoek blijkt geen duidelijk verband tussen publieke O&O-uitgaven en bbp-groei. Daar moet de KNAW-voorzitter het mee doen.

Moet de overheid dan maar stoppen met het financieren van onderzoek? Natuurlijk niet. Er zijn legio goede redenen om wetenschappelijk onderzoek te financieren met publiek geld. Die zijn alleen niet met significante coëfficiënten te kwantificeren, dus is er in de beperkte werkelijkheid van het CPB-model geen plaats voor. Gelukkig hebben we voor kwalitatieve afwegingen een ander instrument: de politiek. Daar zal de KNAW zich met inhoudelijke argumenten moeten melden. Maar dat had zij natuurlijk beter meteen kunnen doen.