Lethargische jongeren laten zich bestelen

Ik reed langs de Dam, maar daar was niemand te bekennen. Toen ging ik naar het Museumplein. Ook daar was de demonstratie niet. Op naar Den Haag, naar het Malieveld. Weer niemand.

Maar iets verderop, bij het gebouw van de SER, stond een groepje demonstranten met oranje hesjes aan. Ze hielden borden omhoog. ‘Met goed fatsoen voor een eerlijk pensioen’, las ik.

Was dit de demonstratie die ik zocht? De hesjes waren bedrukt met het logo van FNV Bondgenoten. En vooraan herkende ik Agnes Jongerius. Nee, dit kon de massale jongerendemonstratie tegen de welvaartsvaste AOW niet zijn. Dit was juist een tegendemonstratie van oudere werknemers die een gegarandeerd, hoog pensioen eisten.

De jongeren zaten thuis. Ze hadden niet de moeite genomen om ‘welvaartsvast’ te googelen en dus niet ontdekt dat in de pensioenplannen van vakbonden en werkgevers een nieuwe geldstroom van jong naar oud verstopt zit. Je kunt het ze niet kwalijk nemen, want het klinkt zo onschuldig, een welvaartsvaste AOW. Wie kan er nou op tegen zijn dat de welvaart van onze ouderen stevig wordt vastgezet?

Maar het is een bedrieglijke term. Welvaartsvast betekent dat de AOW-uitkering automatisch meestijgt met de lonen. Niet alleen met de cao-lonen, zoals in het huidige stelsel het geval is, maar met de totale loonsom, dus inclusief periodieken, bonussen en andere incidentele beloning. Dankzij de welvaartsvaste AOW krijgen Nederlanders er straks zelfs na hun pensionering ieder jaar een periodiekje bij.

FNV en CNV sleepten deze ‘AOW de luxe’ in 2010 uit de onderhandelingen met de werkgevers. Nederland zat tussen twee kabinetten in, en dat machtsvacuüm gebruikten de sociale partners om een nieuw pensioenstelsel op papier te zetten. Met grote moeite accepteerden de vakbonden dat de pensioenleeftijd in 2020 met een jaartje zou stijgen. In ruil daarvoor eisten ze een welvaartsvaste, dus sneller stijgende AOW-uitkering. Plus de optie dat werknemers desgewenst toch met 65 jaar konden stoppen, zij het dat ze dan een evenredig lagere AOW zouden ontvangen.

Een slimme ruil, want door de AOW welvaartsvast te maken zal die het komende decennium zo veel extra stijgen dat een jaar eerder stoppen met werken in 2020 feitelijk kosteloos is. Wie straks toch al met 65 jaar stopt, zal per saldo evenveel AOW ontvangen als voorheen. Er verandert feitelijk niets.

Behalve voor de jongeren. Die denken dat Nederland een begin heeft gemaakt met het aanpakken van de vergrijzingskosten, en dat hun financiële toekomst iets zekerder is. Maar in 2020 komen ze erachter dat kosten van de welvaartsvaste AOW flink zijn opgelopen. Groen gaat nog meer betalen voor grijs.

De minister van Sociale Zaken is er intussen achter dat de AOW-afspraken op deze manier niets oplossen. Vorige week zei Kamp in een Kamerdebat dat hij maar weinig ruimte had om de AOW te verhogen. De vakbonden reageerden fel. CNV-voorzitter Jaap Smit vond het tijd voor ‘een pittig gesprek’ met de minister. De FNV herhaalde dat de welvaartsvaste AOW voor de vakbond ‘op nummer één staat’. Als het nodig is, zullen de vakbonden hun leden naar Dam of Malieveld dirigeren om de eisen kracht bij te zetten.

En de jongeren? Die kijken het nog even aan. Pas als de 50-plussers van vakbonden en werkgevers de zaakjes onderling geregeld hebben, en de 30-minners ontdekken dat ze hun portemonnee moeten inleveren bij hun ouders en grootouders, trekken de jongeren naar Den Haag. Maar dan is het te laat.