Kabinet wil vertrouwen uitstralen, maar consument laat het hoofd toch hangen

Voor het eerst in een jaar is het consumentenvertrouwen weer gedaald. Landgenoten, wat is er met u aan de hand?

De werkloosheid daalt, de huizenmarkt herstelt, de koopkracht stijgt en het begrotingstekort gaat sneller omlaag dan gedacht. Maar de consument laat het hoofd hangen.

Ons kabinet hoeft zich niet langer nachtenlang op te sluiten in zweterige kamertjes, voor onderhandelingen over nieuwe bezuinigingen of de redding van weer een bank. Nee, de ministersploeg gaat een dagje uitwaaien in de tuinen van Landgoed Nijenhuis.

Daar lieten Rutte en Asscher zich interviewen in spijkerbroek en lamswollen trui. Casual kleding straalt zo’n prettige ontspanning uit: alles gaat goed, we liggen op koers. De nieuwe VVD-staatssecretaris Eric Wiebes had zelfs een versleten spijkerjekkie aangetrokken. Alleen een pakje zware shag in zijn borstzak en een button met ‘Atoomenergie? Nee bedankt’ ontbraken nog. (Het VVD-partijbestuur laat weten binnenkort een paar blauwe blazers bij Wiebes langs te brengen.)

Banen en groei, dat worden de speerpunten van het kabinet voor de komende tijd, zei Rutte na afloop. Slim gekozen, want volgens de laatste raming van het CPB trekt de groei in 2015 aan en daalt de werkloosheid sneller. Mocht dat echt zo uitpakken, dan heeft het kabinet dit succes nu al handig geclaimd.

Maar de Nederlandse consumenten kijken voorbij Landgoed Nijenhuis en zien de donkere wolken hangen boven Oekraïne en het Midden-Oosten. CBS-econoom Peter Hein Mulligen noemde de onzekere situatie in het buitenland als belangrijkste reden voor de plotselinge daling van het vertrouwen.

Die angst moet dan direct ook in de eigen portemonnee zijn geslagen. Meestal zie je zorgen over buitenlandse oorlogen alleen terug in de antwoorden die consumenten geven over het algemene economische klimaat. In augustus gingen ook de verwachtingen over de persoonlijke financiële situatie omlaag. Een meerderheid van de ondervraagden verwacht erop achteruit te gaan. Alsof het halve CBS-panel uit tomatentelers bestaat.

De aanhoudende crisis van de afgelopen jaren heeft de Nederlandse consument blijkbaar zo murw gebeukt, dat hij bij ieder negatief nieuws automatisch denkt: dat zal mij wel weer geld gaan kosten. Maar misschien is dat wel een te grove generalisering, want dé Nederlandse consument bestaat natuurlijk helemaal niet.

We zijn een divers volkje van optimisten en pessimisten. De onderliggende cijfers van het CBS-onderzoek naar het consumentenvertrouwen laten dat helder zien. Bijvoorbeeld: in het tweede kwartaal van 2014 waren er meer pessimisten dan optimisten in Nederland. Maar dat kwam alleen maar omdat relatief veel vrouwen geen vertrouwen in de economie hadden. Onder mannen hielden de optimisten en pessimisten elkaar dit voorjaar precies in evenwicht.

Schermafbeelding 2014-08-30 om 13.40.03

Dat is geen toeval: de afgelopen twaalf jaar waren vrouwen telkens pessimistischer dan mannen. Een enkele keer hadden beide seksen er even weinig vertrouwen in, zoals in het crisisjaar 2008. Maar in 2007, vlak voor de kredietcrisis uitbrak, stond het consumentenvertrouwen onder mannen op 10, en onder vrouwen slechts op 3. Wat zagen de vrouwen dat de mannen misten?

Nog groter dan de verschillen tussen de seksen, zijn de verschillen tussen generaties. Jongeren zijn in de regel een stuk optimistischer dan ouderen. Onder Nederlanders tussen 18 en 35 jaar oud is het vertrouwen het hoogst. Het gemiddelde consumentenvertrouwen van alle Nederlanders bedroeg tussen 2002 en 2014 min 19. Onder jongeren was dat in die periode gemiddeld min 6. De groep tussen 65 en 75 jaar oud heeft er met een gemiddelde van min 25 het minste vertrouwen in.

Schermafbeelding 2014-08-30 om 13.40.54

Ook opleidingsniveau speelt een grote rol. Hoe hoger de opleiding, hoe groter het consumentenvertrouwen. Academici scoren tussen 2002 en 2014 een gemiddelde van min 5. Nederlanders met alleen basisonderwijs komen gemiddeld uit op min 29.

Schermafbeelding 2014-08-30 om 13.40.35

Het patroon is duidelijk: jonge mannen met een academische titel zien de economisch toekomst zonnig in. Oudere dames zonder opleiding zijn juist somber. Gegeven hun kansen op de arbeidsmarkt is dat in beide gevallen — helaas — terecht. Daar zal dit kabinet weinig aan kunnen veranderen, al trekken alle ministers een spijkerjack aan.

(Eerder hier)