Red de starter

Komt er dan geen einde aan het goede nieuws over de Nederlandse huizenmarkt? Ook in februari schoten de prijzen weer omhoog. De gemiddelde woning werd in een jaar tijd maar liefst 9,5% meer waard. Dat was de sterkste stijging sinds 2001. Sinds het dieptepunt in 2013 is de huizenprijs alweer 26% gestegen.

Iedereen blij, behalve de starter. Want voor wie toe is aan z’n eerste koopwoning is iedere prijsstijging slecht nieuws. Zeker in de grote steden, waar de prijzen nog veel sneller zijn gestegen, komen starters steeds moeilijker aan de bak. Probeer anno 2018 nog maar eens een betaalbare woning binnen de Amsterdamse ring te vinden.

Nu is dat probleem van alle tijden. Wie niets te verkopen heeft, staat op achterstand in een stijgende markt. Maar er zijn twee redenen waarom het nu erger is dan anders. Allereerst omdat starters onder de nieuwe, strengere regels voor hypotheekrenteaftrek vallen. Zij moeten daardoor in de praktijk voor een simpele, volledig aflossende hypotheek kiezen. Daarvan zijn de maandlasten hoger dan de spaarhypotheken die bestaande huiseigenaren vaak mogen meenemen als ze een nieuw huis kopen. Starters worden daardoor makkelijk overboden, en vissen steeds naast het net.

Een tweede oorzaak ligt in de lage rente. Die is op zich natuurlijk gunstig voor huizenkopers, dus ook voor starters. Maar tegelijkertijd zorgt de lage rente ervoor dat starters de strijd aan moeten met mensen die willen beleggen in woningen, of bijvoorbeeld op zoek zijn naar een huis voor hun studeerde kind. Dit soort kopers krijgen geen hypotheekrenteaftrek, want die geldt alleen voor de eerste woning. Deze rentesubsidie door de overheid gaf mensen die een huis willen kopen om er zelf in te wonen altijd een voorsprong op beleggers.

Maar bij de huidige lage hypotheekrente is de aftrek laag. Bovendien is het overheidsbeleid om die aftrek langzaam in te perken. De natuurlijke voorsprong van gewone huizenkopers op beleggers is daardoor gering. Dat zie je terug in de cijfers. In Amsterdam werd vorig jaar één op de vier huizen zonder hypotheek verkocht, zo bleek uit onderzoek van het Kadaster. Van de huizenkopers die al één of meerdere huizen bezitten, koopt maar liefst 61% zonder hypotheek.

Starters staan dus op achterstand ten opzichte van doorstromers, en zijn hun natuurlijke voorsprong kwijt ten opzichte van beleggers. Ik doe het als econoom niet graag, maar een pleidooi voor een interventie door de overheid lijkt me nu toch op z’n plaats. Maak het beleggers moeilijk door een hoger tarief voor de overdrachtsbelasting in te voeren voor wie al een huis bezit. Kom met voordelige startersleningen, vooral in de grote steden. Of verzin een andere manier om de nieuwkomers op de huizenmarkt een opkontje te geven. Het is tijd voor overheidsingrijpen!

 

(FD)