Het belangrijke debat over de EU-begroting wordt niet gediend met spookbeelden over een enorme stijging van de kosten

Driehonderd miljard euro. Dat is een stapel euromunten van de aarde tot de maan, en weer bijna terug. Kortom: buitengewoon veel geld. Geld dat de Europese Commissie er graag bij zou krijgen. De EU krimpt, na het vertrek van de Britten in 2019. Maar de meerjarige begroting voor de periode 2021 tot 2027 die de Commissie woensdag voorstelde, groeit juist enorm.

Tenminste, zo kwam het Multiannual Financial Framework (MFF), zoals de meerjarige begroting officieel heet, in het nieuws. Driehonderd miljard willen ze erbij in Brussel, schreven kranten en nieuwssites. En Nederland pikt dat natuurlijk niet. ‘Onacceptabel’ noemde ons kabinet het commissievoorstel.

Maar in de MFF zelf komt het bedrag van €300 mrd helemaal niet voor. Zoals het FD deze week netjes uitlegde, gaat de huidige MFF uit van €1087 mrd (totaal tussen 2014 en 2020), terwijl de nieuwe MFF €1279 mrd bedraagt. Dat is een toename van nog geen €200 mrd.

Dat is een stapel euro’s van hier tot de maan en een beetje. Nog altijd enorm veel. Totdat je bedenkt dat een euro in 2018 meer waard is dan een euro in 2027. Omdat de EU werkt met meerjarige begrotingen, heeft het weinig zin uitgaven in absolute (euro)waarden te vergelijken. Met dit soort termijnen moet je rekening houden met de tussentijdse geldontwaarding.

Vandaar dat de Europese Commissie behalve de begroting in euro’s, ook de bedragen gecorrigeerd voor inflatie, vermeldt. Dan blijft er weinig over van het idee van een snel stijgende begroting. Zelf schrijft de commissie: ‘Rekening houdend met de inflatie, is [de MFF 2021-2027] vergelijkbaar met de omvang van de huidige begroting 2014-2020.’

Klopt die bewering? Ja, eigenlijk wel. In de grafiek hiernaast heb ik de jaarlijkse begroting van de EU weergegeven. Voor de jaren tot 2018 komen deze bedragen uit de feitelijk vastgestelde begroting, voor latere jaren uit de oude en nieuwe meerjarenraming. Zonder inflatiecorrectie is er sprake van een duidelijke stijging. In 2014 gaf de EU €142,7 mrd uit, in 2027 zal dat naar verwachting €195,9 mrd zijn. Een toename van ruim 37%. Maar rekenend met een jaarlijkse inflatie van 2%, zoals de Commissie in de MFF’s doet, is de stijging slechts 8%. Uitgedrukt in het prijspeil van 2011 (het basisjaar dat in de huidige MFF wordt gebruikt), gaan de kosten van de EU van €132 mrd in 2014 naar €143 mrd in 2027.

Vergelijken we de huidige zevenjaarsperiode met die van 2021 tot en met 2027, dan groeit de begroting (uitgedrukt in prijzen van 2011) in totaal met €21 mrd. Toch net wat minder dan de €300 mrd waar iedereen zich zo over opwond.

Er blijven twee vragen over. Ten eerste, hoezo rekenen met 2% inflatie? De inflatie ligt al jaren onder dat percentage. Dat is natuurlijk zo, maar je moet als opsteller van de begroting toch wat? Nu is de inflatie minder dan 2%, maar wie zegt dat dat tot 2027 het geval is? De ECB mikt op een inflatie van dichtbij de 2%, dus het zou vreemd zijn als een andere Europese instelling daar opeens een andere mening over zou hebben. Bovendien: naast de MFF stellen de EU-landen ook ieder jaar de feitelijke begroting vast. Als de inflatie structureel lager uitvalt, kan daar dus voor worden gecorrigeerd.

Tweede vraag: als er na de brexit nog maar 27 EU-lidstaten over zijn, waarom krimpt de EU-begroting dan niet? Dat is een terechte vraag. Ook al blijft de begroting (zonder inflatie) ongeveer gelijk, er zijn straks minder EU-burgers om de last te dragen. Per persoon zullen de EU-uitgaven stijgen van €272 in 2018 naar €313 in 2019, na de brexit.

Daar kun je voor zijn (‘De EU moet z’n grenzen bewaken en klimaatbeleid voeren, dat mag wat kosten’), of tegen (‘Haal het geld daarvoor maar weg bij de boeren en de arme regio’s’), en dus een vruchtbare discussie over voeren. Angstbeelden over een enorme stijging van het budget, die eigenlijk een inflatiecorrectie is, verstoren zo’n discussie.

(FD)