Groei in Europa vertraagt, maar onze economie doet het lang niet zo slecht als analisten denken

Europa schiet zichzelf weer eens in de voet. Niet een keer, maar met minstens drie kogels. Zo luidde (enigszins gechargeerd) het oordeel van het Internationaal Monetair Fonds deze week. De wereldeconomie vertraagt, schrijft het IMF in de halfjaarlijkse World Economic Outlook, en vooral in Europa valt de groei tegen.

In oktober vorig jaar verwachtte men nog dat de economie van het eurogebied dit jaar met 1,9% zou groeien. Nu is die prognose verlaagd naar 1,3%. De raming voor de Duitse economie is meer dan gehalveerd, naar 0,8%. Die voor Italië werd zelfs gedecimeerd en blijft met 0,1% ternauwernood uit de rode cijfers. Nederland doet het dan nog relatief aardig, met een verwachte groei van 1,8%. Maar ook die raming ligt flink onder de 2,6% van een half jaar geleden.

De problemen zijn voor een flink deel ‘made in Europe’. De onzekerheid rond de brexit maakt Europese investeerders kopschuw. De Duitse auto-industrie heeft moeite zich aan te passen aan de nieuwe emissie-eisen en aan de noodzakelijke maar kostbare overgang naar elektrische auto’s. En de nieuwe Italiaanse regering bracht nieuwe onrust met zich mee, die leidde tot hogere rentes en lagere investeringen. Drie schoten in eigen voet, afgevuurd door drie verschillende landen. Nog een wonder dat de Europese economie überhaupt groeit dit jaar.

‘Japanse toestanden’

Alsof de duvel er mee speelt: telkens als de Europese economie een beetje op stoom komt, springt er ergens een ventiel open, en daalt de druk weer bijna tot recessieniveau. Conjuncturele tegenvallers rijgen zich in Europa aaneen tot een ketting van structureel onderpresteren. Vroeger noemden economen dat ‘euroscleurosis’. Tegenwoordig spreekt men liever van ‘Japanse toestanden’.

Die laatste vergelijking dook de afgelopen week dan ook weer veelvuldig op. Zeker toen bleek dat de Europese Centrale Bank allerminst van plan is de monetaire teugels aan te halen en juist op zoek is naar manieren om de economie van het eurogebied verder te stimuleren. Net als Japan lijkt Europa vast komen te zitten in een economisch moeras van lage rente, lage inflatie en lage groei. Dat de Franse centralebankpresident François Villeroy het donderdag nodig vond om in het openbaar te ontkennen dat de Europese economie lijkt op die van Japan, is een teken aan de wand.

Maar misschien heeft de Fransman wel een punt. Met name Angelsaksische analisten hebben er een handje van om bij iedere zuchtje Europese tegenwind direct de Japan-vergelijking uit de kast te halen. De Amerikaanse en Britse economie staan in hun analyses standaard aan de vooravond van een gezonde expansie, terwijl die van Europa en Japan steevast op de rand van terminale stagnatie staan. Maar volgens cijfers uit hetzelfde IMF-rapport blijkt dat het recente verleden en de nabije toekomst er toch anders uit zien.

Groei in de VS

Dat de Amerikaanse economie vrij structureel harder groeit dan die van de eurolanden, komt niet zozeer door de economie zelf, maar door de groeiende bevolking. Het aantal inwoners stijgt in de VS meer dan in de Europa. Het IMF corrigeert daarvoor door de groei van het bruto binnenlands product (bbp) per hoofd van de bevolking te berekenen.*  Dan blijkt dat sinds het einde van de eurocrisis in 2013, de groei in het eurogebied bijna net zo groot is geweest als in de VS. Inclusief de IMF-raming voor 2019 en 2020, bedraagt de groei per hoofd in de VS cumulatief 11,7%. Het eurogebied blijft daar met 11,4% maar net achter.

De Britse economie doet het tot 2016 iets beter dan die van de eurolanden. Maar na de referendumuitslag is de groei per hoofd van de bevolking beduidend lager. In totaal bedraagt die groei in de periode 2013-2020 naar verwachting slechts 8,3%. Japan blijft zelfs daarbij achter, met 7,7% economische groei per hoofd.

Voor echte Japanse toestanden moeten we dus nog altijd vooral in Japan zijn, al doen de Britten een aardige imitatiepoging. Het eurogebied, ondanks alle problemen en tegenvallers, houdt de VS keurig bij. Het zijn Amerikaanse toestanden in Europa!

*) Vergelijking o.b.v. koopkrachtpariteit-wisselkoersen

(FD)