Gratis ov klinkt nobel, maar let goed op wat fietsers, wandelaars en rijke forenzen doen

Gratis openbaar vervoer voor iedereen. In Luxemburg praten ze er niet over, maar doen ze het gewoon. Vanaf 2020 hoeft niemand meer te betalen voor een ritje met bus, trein of tram. Gratis reizen bestond al voor Luxemburgers onder de twintig, maar de pas herkozen premier Xavier Bettel wil dat nu voor iedereen mogelijk maken. Daar heeft hij twee redenen voor: bestrijding van de files en vermindering van de milieuvervuiling.

Klinkt sympathiek. Minder mensen in de auto is goed voor het milieu en voor het humeur van de forens. Wie kan daar nou op tegen zijn? ‘Luxemburg wordt het eerste land met gratis ov’, kopten de nieuwssites deze week; de impliciete oproep is duidelijk: welk land wordt het tweede?

Waarom niet Nederland? Vrij naar Arjen Lubach: Luxemburg first, The Netherlands second. Bij ons is gratis openbaar vervoer nooit een strijdpunt voor de politieke mainstream geweest, maar de afgelopen decennia waren er altijd wel partijen en actiegroepen die ervoor pleitten. Tijdens de laatste landelijke verkiezingen stond het in de programma’s van een aantal kleine partijen. De Partij voor Mens en Spirit (nul zetels) wilde gratis ov in de grote steden. Denk (drie zetels) stelde experimenten voor met gratis ov. De SP (veertien) wilde gratis bussen voor 65-plussers en Lokaal in de Kamer (nul) vond gratis reizen voor minima een goed idee.

Wie de archieven induikt, ziet dat er in Nederland altijd wel mensen met gratis ov in de weer waren. Meestal op gemeentelijk of provinciaal niveau. In 2005 zag ook de landelijke politiek er been in. Toenmalig Kamerlid Sharon Dijksma (PvdA, 42 zetels in 2005) kwam met een initiatiefnota waarin ze pleitte voor gratis ov voor scholieren, ouderen, werklozen en gehandicapten. Minister van Verkeer en Waterstaat Karla Peijs (CDA) hield in haar reactie de boot af, maar stond niet onwelwillend tegenover het initiatief.

Latent is er in Nederland dus veel sympathie voor reizen zonder kaartje. En voordat u denkt: nu gaat de econoom de utopie van gratis ov even lekker door de mangel halen; ik vind het zelf ook een sympathiek idee. De Nederlandse overheid geeft jaarlijks een kleine €900 miljoen subsidie aan ov-bedrijven. Volgens economen van ABN Amro betaalt de overheid daardoor ruim dertig cent voor iedere ov-kilometer. De reiziger zelf betaalt slechts elf cent. Het ov is in Nederland dus al voor driekwart gratis. Met een dubbeltje extra subsidie per kilometer zijn we af van het hele circus van kaartjes kopen en kaartjes controleren. Forenzen laten de auto vaker staan, de files worden minder en het milieu schoner. Gezien de klimaatcrisis en de congestie op de Nederlandse wegen, is het tijd voor onorthodoxe maatregelen. Zolang rekeningrijden politiek taboe is, kan gratis ov misschien helpen.

Alle reden dus om het Luxemburgse experiment nauwkeurig te volgen. We kunnen er vast wat van leren. Net als van de ervaringen in Estland. In de hoofdstad Tallinn is het ov al sinds 2013 gratis. Onderzoeker Oded Cats van de TU Delft deed er onderzoek naar de ervaringen.

Die zijn nogal gemengd. Aan de ene kant heeft gratis ov gezorgd voor meer mensen in tram en bus. In 2012 koos 55% van de reizigers voor het ov, een jaar later was dat 63%. Vooral jongeren en ouderen pakten vaker het ov. Maar een flink deel daarvan was anders te voet gegaan. De nieuwe reizigers op de gratis tram en bus waren vaker voormalige voetgangers dan voormalige automobilisten. Het effect op file en milieu viel daarmee tegen. Bovendien was er ook een groep die juist vaker de auto pakte: Esten met een relatief hoog inkomen vonden het gratis ov minder aantrekkelijk en namen juist minder vaak de tram of bus.

Gratis heeft meestal dit soort onverwachte en ongewenste gevolgen. Het prijsmechanisme uitschakelen heeft een prijs en daarom hebben economen een natuurlijke weerzin tegen goederen of diensten voor niks weggeven. Het is nu aan de Luxemburgers om te bewijzen dat die weerzin onterecht is.