Europese Decentrale Bank

De Ieren zijn boos, de Duitsers verontwaardigd, maar in Nederland is nog geen echte rel ontstaan. En dat terwijl onze soevereiniteit op het spel staat! We krijgen minder te zeggen over het beleid van de Europese Centrale Bank (ECB).

De Ierse krant The Independent schrijft over de ‘woedende reacties’ op het besluit om het stemrecht binnen de ECB-bestuursraad vanaf 1 januari 2015, als Litouwen als achttiende land de euro zal invoeren, te laten rouleren. De bankpresident van Ierland mag dan niet meer iedere vergadering mee­stemmen.

Een slechte dag voor Ierland, concludeert een Ierse politicus. Een andere stuurde een boze brief naar de ECB waarin hij het stemrecht terug eist.

Ook Duitsland is boos. Een Beierse CSU-politicus noemt de nieuwe stemregels een gevaar voor Duitsland. De liberale FDP eist permanent stemrecht voor Duitsland. En het eurosceptische Alternative für Deutschland wil zelfs vetorecht voor de Bundesbank.

In Nederland blijft het tot nu toe bij wat rumoer op perifere internetfora. We houden zowaar het hoofd eens koel. Gelukkig maar, want de Ierse en Duitse ophef is nogal overdreven.

Allereerst komt de boosheid ruim een decennium te laat. Al in maart 2003 besloten de EU-regeringsleiders dat het stemrecht van de leden van de ECB-bestuursraad op termijn zou gaan rouleren. De vijf grote landen (waaronder Nederland) zouden soms, en de kleinere landen wat vaker, hun stemrecht verliezen. De zes bestuursleden van de ECB zelf, inclusief de ECB-president, zouden wel altijd mogen stemmen.

De Ierse en Duitse boosheid laat bovendien zien dat de politici het EU-Verdrag niet kennen. De nationale bankpresidenten mogen bij de ECB niet voor de belangen van hun eigen land opkomen, maar moeten het belang van de unie als geheel behartigen. Dat is hun plicht.

Ierland noch Duitsland heeft formeel een eigen stem bij de ECB. Natuurlijk werpen de bankpresidenten hun nationale kleuren in de praktijk niet zo makkelijk af. Maar dat sommige bestuursleden zich niet aan hun opdracht houden, is eerder een reden om ze minder, dan meer stemrecht te geven.

Wat mij betreft gaan de nieuwe stemregels dan ook lang niet ver genoeg. Met vijftien stemmende bankpresidenten en zes permanent stemmende ECB-bestuurders heeft de monetaire unie nog altijd een bestuurlijk waterhoofd.

Bovendien is de macht scheef verdeeld: de regionale bankpresidenten hebben de meerderheid, de ECB-bestuurders zijn in de minderheid. ‘Europese Decentrale Bank’ zou een betere naam zijn voor de ECB.

De Amerikanen kwamen na de krach van 1929 tot de conclusie dat je een centrale bank maar beter centraal kunt leiden. Sinds 1935 hebben de regionale presidenten nog maar vier van de tien stemmen in het beleidsbepalend comité. Daar moeten we in Europa ook naartoe, hoe hard de Ieren en Duitsers ook tegenstribbelen.

(Eerder hier verschenen)