English, please!

Yukichi Fukuzawa was 24 jaar toen hij voor het eerst naar Yokohama reisde. Deze Japanse havenplaats was in 1859 net opengesteld voor handel met de rest van de wereld. Fukuzawa, zoon van een verarmde samurai-familie, had zijn volwassen leven doorgebracht in Nagasaki, om Nederlands te leren.

200px-FukuzawaYukichi

Nederlands was de taal van de kennis en de wetenschap voor het Japan van de eerste helft van de 19e eeuw. Vanaf 1641 mochten alleen Nederlanders handel drijven met Japan, dus alle kennis uit het westen kwam naar Japan via Nederlandstalige boeken. Wie iets wilde weten over wetenschap, militaire strategie of geneeskunde, moest eerst Nederlands leren.

In 1859, als Fukuzawa aankomt in Yokohama, waar voor het eerst niet-Nederlandse buitenlanders welkom zijn, spreekt hij vloeiend Nederlands. ‘Ik kwam tot de conclusie dat er weinig kenners van het Nederlands waren die mij in vertaalwerk konden overtreffen’, schrijft hij in zijn autobiografie De poorten gaan open.

download

Maar al snel komt de teleurstelling: Nederlands was in de zeventiende eeuw nog een van de wereldtalen. In 1859 was het niet meer dan een kwakerig Germaans dialect, gesproken in een land waar alles altijd  50 jaar later gebeurde. Fukuzawa heeft er niets aan als hij in Yokohama met buitenlanders probeert te praten.

Hij schrijft: ‘Tot mijn verdriet bleek, toen ik probeerde met hen te spreken, niemand me te verstaan. Ook kon ik hoegenaamd niets begrijpen van wat er gesproken werd door wie dan ook van alle buitenlanders die ik tegenkwam. Evenmin kon ik ook maar iets lezen van de uithangborden boven de winkels, noch de etiketten op de flessen die zij te koop hadden. (…) Het moet Engels of Frans zijn geweest, voor zover ik weet.’

Hartverscheurend, nietwaar? Een jonge, ambitieuze student komt in aanraking met de echte wereld en blijkt in al zijn ijver de verkeerde taal te hebben geleerd. Een dramatische ervaring!

En precies de ervaring die sommige Nederlanders onze eigen studenten ook nu nog gunnen. Anderhalve eeuw na Fukuzawa’s teleurstelling zijn er nog altijd mensen die vinden dat op onze universiteiten de lessen in het Nederlands moeten zijn, niet in het Engels. Volkskrant-columnist Martin Sommer noemt de ‘verengelsing’ van het universitair onderwijs ‘dom en achteloos’. Hij kan op veel bijval rekenen van zowel lezers als de hoofdredactie. Engels is de lingua franca van de wetenschap, maar onze jonge wetenschappers moeten vooral goed Nederlands leren. Dat noem ik nou dom en achteloos.

Voor straf je volgende column in het Japans schrijven, Sommer.

(PS: Met Fukuzawa kwam het goed. Hij leerde Engels, reisde naar de VS en Europa en leidde zijn land de nieuwe tijd in, onder andere als oprichter van de eerste Japanse krant en de eerste universiteit.)

(FD)