Eindelijk: overheid erkent dat zzp’ers verschillend zijn en dus niet gelijk moeten worden behandeld

‘Waarom lekt er niets?’ Dat vroeg ik me vorige maand in het FD af. Ik maakte me zorgen, want misschien lekte er wel zo weinig uit de formatie, omdat er gewoon weinig werd besloten. Mijn angstbeeld: misschien schrijft Gerrit Zalm onder ieder afgehamerd agendapunt het zinnetje: ‘Partijen spreken af dat alles bij het oude blijft’.

Ik zat er dus helemaal naast. Nu het coalitieakkoord openbaar is (na een laatste week met een stortvloed aan gelekte plannen), is één ding duidelijk: Rutte III wil, net als Rutte II, een echt hervormingskabinet worden. Zorg, arbeidsmarkt, hypotheken, het belastingstelsel, overal gaat de bezem door. Of al die hervormingen vanuit economisch oogpunt wel zo nuttig en haalbaar zijn, daar gaan we het de komende jaren vast nog veel over hebben. Vandaag licht ik er graag een opvallende verandering uit: de nieuwe manier waarop het kabinet naar de zzp’er wil gaan kijken. Men erkent eindelijk dat ‘de zzp’er’ niet bestaat, en dat de regelgeving dus ook niet voor iedere zelfstandige hetzelfde moet zijn.

‘Een inkomensgrens, waaronder iemand geen zzp’er mag zijn, is in elk geval een goed idee.’

Lange tijd sloot men de ogen voor dat feit. Nieuwe zzp-regels, zoals de Wet DBA, werden over alle zzp’ers tegelijk uitgerold. Om de uitgebuite ‘zelfstandige’ schoonmaker aan de onderkant van de arbeidsmarkt te helpen, moesten aan de bovenkant alle dure consultants en ICT’ers door een onmogelijk hoepeltje springen. Rampzalig.

Dat wil Rutte III anders doen. De wetgever gaat onderscheid maken tussen (in mijn woorden) zelfredzame en niet-zelfredzame zzp’ers. De indicator waarmee dat onderscheid wordt gemaakt, is het bruto-uurtarief van de zelfstandige. Inkomen bepaalt dus of je op de arbeidsmarkt geholpen wordt door het juridische systeem, of dat je prima voor jezelf kunt zorgen. Inkomen is mijns inziens een prima criterium. Dat vind ik al langer dan vandaag.

(Pas op: hieronder volgt een alinea met zelffelicitaties, dus deze kunt u zonder problemen overslaan.) In 2006 schreef ik een boek over de Nederlandse economie, waarin ik pleitte voor een ‘Club van 40 mille’. Mijn idee was: stel arbitrair een inkomensgrens voor bescherming op de arbeidsmarkt; bijvoorbeeld €40.000 bruto per jaar. Wie meer verdient, is automatisch een zelfstandig ondernemer, en kan geen beroep meer doen op de arbeidsrechten die voor zwakkeren op de arbeidsmarkt zijn bedoeld. Wie eronder zit, is automatisch werknemer, bij voorkeur met een (behoorlijk) vast contract. Misschien een te extreem idee? Zou kunnen, maar het principe wordt door het nieuwe kabinet wel voor zzp’ers ingevoerd.

De grens zou volgens het coalitieakkoord komen te liggen bij een uurtarief van €18. Wie daaronder zit, kan in principe geen (B2B-) zzp’er zijn en opdrachtgevers worden werkgever. Bij een werkweek van 38 uur en 46 weken per jaar, komt deze grens neer op bijna €31.500. Dat is omzet, dus het inkomen zal lager zijn, want van die omzet moeten de bedrijfskosten nog af.

DMFQ1lVXcAI37tZ
Welke zzp’ers rekenen nu minder dan €18? En hoeveel zijn dat er? Daarover is weinig bekend. Het CBS heeft deze cijfers niet, en dat is logisch, want zzp’ers werken vaak per opdracht of op stukbasis, dus denken zelf niet eens in uurtarieven.

De (wetenschappelijke) stichting Loonwijzer.nl heeft echter wel schattingen van minimum- en maximumtarieven, op basis van de antwoorden van tienduizenden zelfstandigen. Daaruit blijkt dat in de schoonmaak- en kappersbranche geen plaats meer zal zijn voor zzp’ers. Zelfs hun maximale tarief zit nog onder de €18. In de zorg, bouw en journalistiek kunnen zzp’ers wel blijven werken. Zij zullen dan volgens de nieuwe regels wel een ‘opdrachtverklaring’ moeten invullen, samen met de opdrachtgever, om schijnzelfstandigheid te voorkomen. Hoe die er precies uit gaat zien, is nog niet duidelijk.

Wie meer dan €75 per uur kan factureren (juristen, consultants en veel ICT’ers) hoeft geen opdrachtverklaring op te stellen. Wie zoveel verdient, krijgt z’n eigen ‘club’ en heeft geen overheidsbescherming nodig, redeneert het nieuwe kabinet. Het wordt natuurlijk spannend of deze nieuwe regels in de praktijk ook echt gaan werken, maar het principe is in elk geval logisch.

(FD)