EINDEJAARSFEUILLETON 2012: Eén minuut om de euro te redden

Dit jaar mag ik voor de zevende maal het Eindejaarsfeuilleton voor het Financieele Dagblad schrijven. Even helemaal los op het nieuws en de onzin van afgelopen jaar. Heerlijk om te doen, want hoe vaak krijg je de kans als journalist om volslagen fictie in de krant te krijgen? 

Voor wie het leuk vindt, zet ik de komende dagen mijn oude feuilletons op deze blog. Gisteren de eerste uit 2011. Vandaag het feuilleton van 2012, over dat cruciale moment in de eurocrisis dat jaar, toen de Bestuursraad van de ECB besloot in te stemmen met Outright Monetary Transactions (OMT). Dat was een buitengewoon omstreden besluit, maar zorgde wel voor rust tijdens de eurocrisis. Misschien zelfs voor de redding van de munt.

We gaan naar 6 september 2012, Eurotower Frankfurt. De cruciale stemming over de toekomst van de euro is net begonnen…

Eén minuut om de euro te redden

Deel 1: De Spanjaard

Luis Mariá Linde zweet. Niet dat het zo warm is op de 36ste verdieping van de Eurotower in Frankfurt. Maar het hoge voorhoofd van de gouverneur van de Banco de España glimt en zijn bril beslaat. Hij doet hem af poetst de glazen met zijn zakdoek. Het pak van de gouverneur kriebelt en de boord van zijn strakke overhemd prikt in zijn nek.

Dit is pas de zesde vergadering van de Bestuursraad van de Europese Centrale Bank die Linde bijwoont. Begin juni volgde hij Miguel Angel Fernando Ordóñez op als hoogste man van de centrale bank van Spanje. Nu op 6 september, tijdens de belangrijkste ECB-vergadering in de geschiedenis van zijn land, is Linde de nieuwkomer in het gezelschap van de 23 mannen die de euro moeten redden. Vandaag is de dag waarop die redding moet slagen. Linde wrijft met zijn zakdoek in zijn ogen en zet zijn bril weer op, als hij voorzitter Mario Draghi hoort zeggen: “Ik stel voor dat we gaan stemmen”. De bril beslaat subiet weer.

“Stem voor, stem allemaal voor”, prevelt Linde binnensmonds. Het is een wens, maar ook een verwachting. Tijdens de bespreking van het voorstel van Mario waren er meer voorstanders dan tegenstanders. Het reddingsplan was tijdens de vergadering van begin augustus al even ter tafel gekomen, en ook toen viel het goed

Natuurlijk, de Duitsers is tegen, weet Linde. Die melkmuil van de Bundesbank begon voor de zoveelste keer met zijn hoogdravende en theoretische gezanik over onafhankelijkheid van de ECB en het verbod op monetaire financiering. Gelukkig snoerde Mario hem de mond voordat hij weer uit het EU-verdrag kon gaan citeren. ¡Qué estúpido!

Dan had die andere melkmuil, die uit Nederland, een meer verrassende bijdrage. Hij leek het zowaar oneens met zijn Duitse leeftijdsgenoot! Niet dat er aan zijn ingewikkelde betoog over ‘geloofwaardige controlemechanismen’ een touw viel vast te knopen. Maar misschien stemt hij voor Mario’s voorstel. Dan zou de Duitser alleen staan, en is er geen sprake van een pijnlijke tweedeling binnen de ECB, maar van een enkele dissident. Dat kan andere twijfelaars over de streep trekken.

Twijfelaars? Lafaards, is een betere term. Het is toch voor iedereen zonneklaar dat de monetaire unie op het punt staat uiteen te vallen. De financiële markten speculeren openlijk op een Spaanse exit euro. De rente die de Spaanse overheid moet betalen is tot ondraaglijke hoogte opgedreven. Spanje gaat kapot als de ECB met de armen over elkaar blijft zitten, en sleept de rest van de eurozone mee. De ECB moet aankondigen weer staatsschuld op te gaan kopen. Blaas de speculanten van de markt! We kunnen het, dus waarom doen we het niet?

O, wacht. De Duitser gaat stemmen. Tegen. Wat een domkop! ¡Cago en tu leche!

 

Eén minuut om de euro te redden

Deel 2: De Duitser

Nein, nein, nein! Ik doe het niet! Ik laat me niet dwingen door die stiekeme Italiaan met zijn eeuwige glimlach. De oude vos die in de jaren negentig als topambtenaar van Financiën met vage boekhoudkundige trucs eigenhandig Italië de euro in rommelde. Wil hij dat ik voor zijn voorstel stem om Spaanse obligaties op te kopen? Nein, nein, nein!

Het is een vernuftig voorstel, moet Jens Weidman, de jonge president van de Bundesbank, toegeven. De ECB belooft obligaties op te kopen, maar alleen als Spanje zich schikt naar de eisen van de Europese Commissie. Laat die zich maar zorgen maken over draaikonterij van de Spaanse politici, die de ene dag in Brussel harde hervormingen beloven, en de volgende dag aan de kiezers vertellen dat alles bij het oude blijft. Prima dat de ECB daar buiten blijft

Maar Weidmann kan niet voor Draghi’s opkoopprogramma stemmen. Hij zou geen leven meer hebben. De Duitse pers zou hem direct veroordelen als een nep-Duitser met zwakke knieën, die het land regelrecht de hel van de hyperinflatie in loodst. Daar zou hij op zich nog wel tegen kunnen. Hij is baas van de BuBa dankzij Angela Merkel. En wie Mutti aan zijn kant heeft is bijna onaantastbaar.

Bijna. Er is een groepje mannen dat zich van Merkel niets aantrekt: de oude garde van de Bundesbank. Enorme mannen in enorme pakken, al sinds de prehistorie in dienst van de centrale bank. Zij zijn de Bundesbank. Als je iets doet wat zij niet willen, gaan ze om je heen staan. Ze schreeuwen dat je het mis hebt. Dat de euro niet koste wat kost hoeft te worden gered. Dat Duitsland moet dreigen met uittreden uit de monetaire unie. Ze praten hard, met rode koppen. Ze staan zo dicht bij, dat je de haren in hun neus kunt zien trillen. ‘Geen inflatie!’, roepen ze. ‘Geen geldgroei’. Schuim staat op hun mond.

Weidmann rilt als hij terugdenkt aan die eerste dag op de Bundesbank. ’s Ochtends was hij nog een ambitieuze topambtenaar die de centrale bank het pragmatisme van de moderne tijd zou bijbrengen. ’s Avonds, na het indringende gesprek met de Buba-dino’s, ging hij naar huis als conservatieve ijzervreter. Sindsdien gaf hij op iedere suggestie om de euro te redden het voorgeschreven standaard antwoord: ‘Dat kan niet, want dan gaat de inflatie omhoog’.

Daarom kan hij niet voor Draghi’s voorstel stemmen. Hij kan het niet en hij durft het niet. Godzijdank stemt de meerderheid wel voor. Misschien zelfs ook de Nederlander. Hoe doet hij dat toch? Lopen er op De Nederlandsche Bank dan geen conservatieve inflatie-hooligans rond? Ah, kijk. Hij is net aan de beurt. “Voor”, zegt de Nederlander. Die durft

 

Eén minuut om de euro te redden

Deel 3: De Nederlander

Doe ik het? Ga ik echt voor een ongelimiteerd opkoopprogramma stemmen? Klaas Knot dubt tot het laatste moment. Een paar maanden geleden was hij nog tegen. Mordicus tegen. ‘Het opkoopprogramma is in diepe slaap: daar blijft het.’, had hij in een interview gezegd. Hij haalde er de wereldpers mee. ‘Als iemand Zuid-Europa moet helpen, dan andere overheden. Niet de ECB’, had hij er stoer aan toegevoegd

Die avond kreeg hij een telefoontje van Jens Weidman van de Bundesbank. ‘Gut gesprochen, Klaas!’ Ze hadden samen gelachen om de domme Spanjaarden die werkelijk dachten dat Noord-Europa de geldpers voor hen zou aanzwengelen. Het idee! ‘Dop je eigen boontjes maar, amigos!’, had Knot geroepen. Hij hoorde Jens aan de andere kant van de lijn hikken van het lachen. Twee dagen later werd er bij het Frederiksplein een doos vol Thüringse bloedworsten bezorgd, met een handgeschreven briefje van Jens: “Für mein Standhafter Freund”. Vrienden voor altijd.

Maar nu gaat hij breken met zijn Duitse strijdmakker. Hij loopt over naar team-Mario. Knot durft de Duitse bankpresident aan de andere kant van de enorme ronde vergadertafel niet aan te kijken. Wat zal de pers morgen over hem schrijven? Ze zullen me een draaikont noemen. Een flip-flopper.” denkt Knot. Zal ik toch maar tegen stemmen?

Nee, niet twijfelen. Ik ga de euro redden. Dit moet gebeuren. We moeten de markten leren dat de euro een blijvertje is. Ook in Spanje. Bovendien, denkt Knot, wie maakt me wat? Ik hoef binnen DNB geen tegenstand te vrezen. De meeste andere directieleden zitten er nog korter dan ik. En als iemand het met me oneens is roep ik gewoon ‘cultuurverandering!’ en degradeer hem tot bankbiljettenstrijker. Je bent verandermanager, of je bent het niet.

In Den Haag zullen ze ook niet moeilijk doen. Daar hebben ze wat anders aan hun hoofd. Rutte heeft zijn kabinet uit handen laten vallen. De amateur. En De Jager staat in de peiling op negen zetels verlies. ‘I am Dutch so I can be shunned”. Midden in de diepste crisis in vijftig jaar, zijn de holle vaten van Den Haag bezig met navelstaren. Dan moet ik het voortouw maar nemen.

Hij heeft zijn huid duur genoeg verkocht, overweegt Knot. Draghi heeft moeten beloven alleen obligaties op te kopen van landen die hulp aanvragen bij het Europese noodfonds. Na twee maanden stopt het opkoopprogramma automatisch. Dan gaat de trojka controleren of het land zich aan alle afspraken houdt. Pas na groen licht van de trojka wordt het opkopen herstart. Keiharde conditionaliteit. Een waterdicht systeem, denkt Knot niet zonder trots.

Hij gaat rechtop zitten, schraapt zijn keel en stemt voor. Vanuit zijn ooghoek ziet hij dat Draghi hem vaderlijk toeknikt. Met een klein lachje om zijn mond. Zo’n Goldman Sachs-lachje.

 

Eén minuut om de euro te redden

Deel 4: De Italiaan

Kijk ze zitten. De zwetende Spanjaard, de bange Duitser, de talmende Hollander en al die andere lokale bankpresidentjes. Mario Draghi laat zijn blik rond de vergadertafel gaan. Mijn pionnen, denkt hij met plezier. Op mijn schaakbord. Mijn geniale spel. Ik ben de grootmeester. Il Grande maestro internazionale.

Ze wilden stemmen over zijn nieuwe opkoopprogramma. En hij laat ze stemmen. Maar de uitkomst staat al vast. Het besluit over zijn omstreden programma wordt niet hier genomen. Dat gebeurde ruim twee maanden geleden, in Londen. Daar had hij het fait accompli gecreëerd. Onaangekondigd zei hij tegen een zaal met bankiers dat de ECB alles zou doen om de euro te redden. “En geloof me, het zal genoeg zijn!”, had hij er impulsief achteraan geroepen. Goed, dat laatste was misschien iets te dramatisch geweest. ‘Calma Mario, calma’, zou zijn Jezuïtische retoricaleraar hebben gezegd. Maar het had gewerkt. De volgende dag gingen de rentes van Spanje en Italië omlaag. Mijn woorden redden landen van de afgrond, had Draghi zich met een mengeling van genot en huiver gerealiseerd.

Draghi was koud terug uit Londen, toen Jens Weidmann belde. Wat hij aan het doen was. Of hij dacht dat de Bundesbank hiermee akkoord zou gaan. Dat het einde van de euro juist als een zwaard van Damocles boven Zuid-Europa moest blijven hangen, zodat ze daar eindelijk eens zouden bezuinigen. Draghi liet de Duitser uitrazen, hing op en belde meteen een ander nummer. Dat van het Bundeskanzleramt.

Merkel en hij waren er samen snel uit. De Kanzlerin snapte dat als Draghi de euro zou redden, zij dat niet hoefde te doen met Duits belastinggeld. Hij gaf haar de overwinning in de verkiezingen van 2013. Zij liet in ruil haar oude vriend Weidmann vallen. Er zou geen breuk komen binnen de ECB, maar een breuk binnen Duitsland, met aan de ene kant de Bundesbank en aan de andere kant de Duitse regering. Jörg Assmussen, het Duitse lid van Draghi’s ECB-directie zou het programma steunen, beloofde Merkel.

Toen hoefde hij alleen nog de Nederlandsche Bank naar zijn kamp te lokken. Goed dat daar tegenwoordig die nieuwe jongen zat, die kort geleden als ambtenaar op Financiën de eurocrisis had moeten managen. Zo iemand wist dat de politiek de euro nooit zou kunnen redden. Dat de ECB, het enige functionerende Europese instituut het moest doen. De belofte – hoe ongeloofwaardig ook – dat Draghi het opkopen zou staken als Spanje zich niet precies aan de afspraken hield, was voor Nederlander genoeg.

Kijk maar. De Nederlander stemt. Hij is voor. Iedereen is voor, behalve Weidmann. Maar die bangerik doet maar als of, weet Draghi. Die heeft de luxe van het overstemt worden. Wij redden vandaag de euro, en hij kan blijven spelen dat hij het zo niet wilde. Commediante! Tragediante!