Een effectieve CO2-heffing moet niet plat zijn, maar slim

Wat is er mis met belastingvrije voeten en heffingskortingen? Niets lijkt me. Zo’n gedeeltelijke vrijstelling van belastingen is vaak een prima idee. We hebben een arbeidskorting bij de inkomstenbelasting, voor MKB-ers is er de winstvrijstelling en zzp-ers krijgen zelfstandigenaftrek. Erfgenamen betalen over het eerste deel van hun erfenis meestal geen belasting. In ons belastingstelsel wemelt het van dit soort kortingen.

Zeker bij belastingen waarvan het doel niet zo zeer is om geld op te halen, maar om gedrag te veranderen, is een heffingsvrije voet logisch. Beïnvloeding gaat meestal over het gedrag aan de marge. We willen dat mensen korter douchen, niet dat ze nooit meer douchen. De thermostaat moet een graadje omlaag, maar de kachel hoeft niet helemaal uit. Vandaar dat de eerste €257 euro van de energieheffing automatisch wordt kwijtgescholden. Zo beïnvloed je wel het gedrag aan de marge, zonder onnodige schade voor de koopkracht

Overigens is dat een principe waar de overheid vaak de hand mee licht. Zo heeft de belasting op leidingwater geen vrijstelling aan de onderkant, maar juist aan de bovenkant. Over het watergebruik boven 330 kuub hoeft de langdouchende zwembadeigenaar dus juist niets te betalen. Ook het feit dat het kabinet de belastingvermindering op de energieheffing verlaagde van €308 naar de eerdergenoemde €257, is in tegenspraak met de logica. Ik ken in elk geval geen econoom die er de logica van in ziet.

Dus misschien is het principe in Den Haag nog niet helemaal overgekomen. Daarom nogmaals: gedragsverandering doe je via marginale tarieven, dus door de prijs van de laatste (wel of niet) gekochte eenheid te verhogen. Daarbij kun je via heffingskortingen en andere vrijstellingen zorgen dat de gemiddelde prijs niet te veel stijgt.

Ik vat het speciaal voor Jesse Klaver van GroenLinks en Lodewijk Asscher van de PvdA graag nog een keer samen: het gaat om de marginale prijs, niet om de gemiddelde prijs! Juist deze twee politici maken zich hard voor een ‘platte’ CO2-belasting, die grote vervuilers in de industrie vanaf de eerste ton CO2-uitstoot zouden moeten betalen. Ze willen dus een hoge gemiddelde prijs voor CO2, terwijl een hoge marginale prijs veel meer effect heeft.

De afgelopen maanden heb ik op deze plaats met enthousiasme geschreven over invoering van een CO2-heffing. Dat is volgens mij een efficiënte vorm van klimaatbeleid. Maar ik schreef ook: het gaat bij deze invoering om de detail. De heffingsvrije voet is zo’n belangrijk detail, en het is bijzonder jammer dat er nu een politiek punt van wordt gemaakt.

Wie een platte CO2-heffing invoert, moet kiezen uit twee kwaden. Maak de heffing hoog (bijvoorbeeld €50 per ton CO2) en het gedragseffect (aan de marge) zal groot zijn. Dat wil zeggen: veel CO2-reductie. Maar het negatieve economische effect (via de hoge gemiddelde heffing) ook. De kans dat bedrijven of bedrijvigheid naar het buitenland verplaatst is aanzienlijk, met medeneming van CO2-uitstoot en banen. Een lage, platte heffing dan, van bijvoorbeeld €10? Dan is het economische effect ongetwijfeld gering. Maar er is ook geen grote prikkel voor CO2-reductie.

De oplossing voor dit dilemma is simpel: maak een hoog marginaal tarief, bij een laag gemiddeld tarief. Geef een grote financiële prikkel om uitstoot te reduceren, maar zorg via een forse vrijstelling dat het gemiddelde tarief niet te hoog wordt. De belastingvrije grens kan het beste gelegd worden bij het uitstootniveau van de schoonst mogelijke technologie, zodat bedrijven die meer vervuilen dan strikt noodzakelijk voor de productie, dat het hardst voelen. Of misschien nog beter: zorg dat de grens ieder jaar wat daalt, zodat er ook een continue prikkel voor het ontwikkelen van nog schonere technologie ontstaat.

Wie echt wil dat de industrie de uitstoot verminderd, gaat dus voor een hoge CO2-heffing met een op de schoonste technologie gebaseerde heffingsvrije voet die in de tijd stapsgewijs afneemt. Wie liever pleit voor een hoge, platte heffing wil niet zo efficiënt mogelijk de klimaatdoelen halen, maar is simpelweg uit op het straffen van de industrie. De emotie regeert dan, in plaats van de ratio.

(FD)

Naschrift: Het paste niet in de krant, maar er is nog een vierde optie: eentje die rekening houdt met onzekerheid over vaststellen van de ‘schoonste technologie’: een afnemende hoge heffing met vrije voet: