Deze zzp-er wilde in 2006 al bij het ABP

Er komt een speciaal pensioenfonds voor zzp-ers. En de uitvoerder is… APG. Dat is een afgesplitst onderdeel van ambtenarenpensioenfonds ABP. Alle zzp-ers  aan het staatspensioen!

Negen jaar geleden werd ik zelf zzp-er. In 2006 schreef ik een brief aan het ABP met het verzoek mij als lid van het pensioenfonds kon worden. Zo’n staatspensioen zou immers eigenlijk voor alle belastingbetalers toegankelijk moeten zijn, redeneerde ik.

Ik laat even in het midden of het wel een goed idee was, om bij het ABP te willen. Hieronder de twee columns die ik in 2006 voor (het inmiddels ter ziele gegane) FEM Business schreef over mijn correspondentie met het ABP.

 

imgres

Verschenen in: FEM Business 8 juli 2006

Ondernemer wil staatspensioen

Verbetering van het ondernemersklimaat. Dat zou een van de belangrijkste doelstellingen van het volgende kabinet moeten zijn. Met een zakkam en fileermes door alle bestaande wetten en regelingen heen gaan, op zoek naar factoren die het ondernemerschap ontmoedigen en belemmeren. Te beginnen bij de pensioenregels, want daar wringt de schoen pijnlijk – vooral voor de kleinere ondernemers. Een zelfstandige die fiscaalvriendelijk wil sparen voor zijn pensioen is op dit moment overgeleverd aan de lijfrenteboeren die met veel plezier zijn zuur verdiende spaargeld verbrassen aan beheerkosten, afsluitprovisies en andere onzin. Nog voordat er iets zinnigs met de inleg gebeurt is, is er al zo acht tot tien procent in rook opgegaan. Eerder dit jaar stelde VVD en PvdA voor om ook banken toe te laten op de lucratieve lijfrentemarkt. Zo zou het monopolie van de verzekeraars gebroken worden. Maar het is niet gezegd dat deze stap lijfrentes tot een goedkoper pensioenproduct zal maken.

Zelfstandige ondernemers zouden beter af zijn als ze – net als werknemers – terecht konden bij een pensioenfonds. De kosten zijn dan een stuk lager en beleggingsrisico’s worden collectief gedragen. Er worden wel pogingen gedaan een pensioenfonds voor zelfstandigen op te zetten. Bijvoorbeeld door Alternatief voor Vakbond (AVV) de nieuwe rebellenclub onder de vakbonden, die samen met een commerciële partij een pensioenfonds op wil zetten “voor alle werkenden die nu geen mogelijkheid hebben bij een pensioenfonds pensioen op te bouwen”.

Een prima initiatief, maar de oplossing is volgens mij eenvoudiger. Nederland heeft namelijk al een pensioenfonds dat de zoekende ondernemer aan een zorgeloze oude dag kan helpen: het ambtenarenfonds ABP, het grootste pensioenfonds van Europa, en de nummer twee van de wereld. Met een beheerd vermogen van 190 miljard euro en zo’n 2,6 miljoen klanten, kan het ABP zonder veel extra investeringen de spaarpotjes van tienduizenden – of misschien zelfs honderdduizenden –  kleine zelfstandigen beheren. Twee weken geleden werd het voormalige Algemeen Burgerlijk Pensioenfondsnog uitgeroepen tot ‘Best European Institutional Investor of the Decade’, dus Nederlandse ondernemers kunnen hun geld met een gerust hart aan de Heerlense fondsmanagers toevertrouwen. Ondernemen is al risicovol genoeg.

Er is maar een probleem met dit plan: het ABP accepteert alleen ambtenaren als klant. Daar is geen duidelijke reden voor, behalve dat het nu eenmaal zo in de statuten van het pensioenfonds staat. Het gevolg is dat Nederland zichzelf verbiedt om het pensioenprobleem van zelfstandig ondernemers op simpele wijze op te lossen. Maar misschien is de praktijk minder onnozel dan de theorie, en is het ABP – dat tenslotte met belastinggeld overeind wordt gehouden – bereid de maatschappelijke verantwoordelijkheid te nemen en het klantenbestand uit te breiden met kleine ondernemers.

Ik ben zelf ook zo’n zelfstandige die op zoek is naar een veilige en goedkope plek voor zijn pensioenbesparingen. Vandaag doe ik daarom een brief aan John Neervens voorzitter van de directieraad van ABP op de bus:

Geachte heer Neervens,

Al ben ik geen ambtenaar maar een kleine zelfstandige ondernemer, toch zou ik graag het pensioenvermogen dat ik de komende jaren hoop op te bouwen, in de vertrouwde handen van het ABP geven. Graag verneem ik van u welke stappen ik moet zetten om deelnemer van uw pensioenfonds te worden.

Met vriendelijke groet, et cetera.

 Ondernemend Nederland wacht het antwoord met spanning af. Ik houd u op de hoogte.

 

imgres 

Verschenen in: FEM Business 30 juli 2006

Wet Gelijkstelling Zelfstandigen

Het antwoord is ‘nee’. Het ABP wil mijn pensioentje niet beheren. Het ambtenarenpensioenfonds is zo vriendelijk deze negatieve boodschap in een beleefde, persoonlijke brief te vervatten, maar de mededeling is er niet minder duidelijk door. Het grootste pensioenfonds van Europa wil mij niet als klant.

De afwijzing komt niet als een verrassing. Ik ben nu eenmaal geen ambtenaar, maar een kleine zelfstandige. Het was dan ook tegen beter weten in, dat ik vorige maand een brief stuurde aan het ABP met de vraag of ik deelnemer kon. Kleine zelfstandigen zijn in Nederland voor hun pensioenbesparingen aangewezen op kostbare lijfrentepolissen. Het ondernemerschap wordt een stuk aantrekkelijker als ondernemers terecht kunnen bij een pensioenfonds. Bijvoorbeeld bij het ABP, dat door de overheid is opgericht en met belastinggeld wordt gefinancierd.

In theorie ziet het APB wel wat in die nieuwe, maatschappelijke rol. “U stipt een interessante kwestie aan”, begint de brief van waarnemend voorzitter van de directieraad drs. D.M. Sluimers hoopgevend. Maar dan volgt een lange opsomming van regels en wetten die mij – “helaas” –  toegang tot het ABP ontzeggen. De Wet Privatisering ABP (WPA), de statutaire doelstelling van het ABP, de Taakafbakeningsregeling Pensioenfondsen en de Pensioen en Spaarfondsenwet (PSW), alle rechtsgronden van het pensioenfonds spannen samen om mij als kleine zelfstandige buiten het ambtenarenfonds te houden.

Het is illustratief voor de wijze waarop we in Nederland het ondernemerschap benaderen. Met de mond wordt het grote belang van (kleine) ondernemers voor de Nederlandse economie beleden, maar als het er op aankomt, regelt de overheid de zaakjes voor werknemers veel beter dan voor zelfstandigen. Op deze manier maakt de politiek de ‘ondernemersval’ – de afname van inkomenszekerheid van een werknemer die besluit ondernemer te worden – onnodig groot. Het gevolg is dat bijna nergens in de wereld de lust om te ondernemen zo gering is als in Nederland. Onlangs bleek uit een internationaal onderzoek van het EIM dat slechts zes procent van de Nederlanders verwacht de komende drie jaar een eigen bedrijf te starten. Van de 25 onderzochte OESO-landen waren er maar drie met een nog lager percentage.

Hoogste tijd voor onconventionele maatregelen om de ondernemersval drastisch te verminderen. Niet met reparatiewetjes of subtiele aanpassingen van de regels, maar in één groot, allesomvattend gebaar. Nederland heeft een nieuwe wet nodig die zelfstandigen automatisch dezelfde rechten en faciliteiten toekent als werknemers. Noem het de Wet Gelijkstelling Zelfstandigen (WGZ) – want zonder drieletterige afkorting is een wet bij voorbaat kansloos. Verzint de overheid een spaarloonregeling voor werknemers? Met de WGZ in de hand kan de zelfstandige ook fiscaalvriendelijk sparen. Verlofsparen alleen voor werknemers? De WGZ verklaart de regeling automatisch van toepassing op ondernemers. Geen arbeidsongeschiktheidsverzekering? Met de WGZ als breekijzer verschaft iedere ondernemer zichzelf toegang tot de collectieve WIA (de opvolger van de WAO). Hoeven werknemers het inkomensafhankelijke deel van de ziektekostenverzekering niet te betalen? Dan de zelfstandige ook niet. Zelfs de WW zou dankzij de WGZ in principe toegankelijk worden voor zelfstandigen.

Voor een adequate oplossing voor pensioensparende ondernemers is nog een toevoeging aan de wet nodig. Collectieve regelingen die de overheid voor de eigen ambtenaren in het leven roept, staan automatisch open voor ondernemers. Of om in het drieletterige jargon te blijven: WPA en PSW worden buitenspel gezet door de WGZ. ABP, here I come!