Deze recessie komt veel sneller dan we gewend zijn. Daarom zien de grafieken er zo eng uit

Na weken van intelligente lockdown beginnen de dagelijkse RIVM-grafieken er iets minder griezelig uit te zien. Dat is fantastisch. Maar de economiegrafieken nemen de rol in de horrorshow moeiteloos over. Welke indicator ook bekend wordt gemaakt: de lijnen zien er altijd uit als een ravijn in een tekenfilm. Het horizontale lijntje stopt en gaat opeens verticaal omlaag.

Deze week bijvoorbeeld kwamen de eerste inkoopmanagersindices voor de maand april uit. Voor de dienstensector in het eurogebied kwam er een index van 11,7 uit. Zo laag heb ik deze indicator van de bedrijvigheid nog nooit gezien. Ook niet tijdens de zwartste maanden van de kredietcrisis.

Misschien hadden we het kunnen verwachten. Maar tot deze week hing ik toch als zo’n stripfiguurtje stil in de lucht, boven het ravijn. Nog even zwevend in heerlijke onwetendheid, terwijl al duidelijk is dat de zaak niet meer te redden is.

Deze onwezenlijke ervaring zullen we de komende weken vaker meemaken. De crisis is niet alleen bijzonder omdat de oorzaak buiten de economie ligt – dat geeft al een gevoel van onmacht – maar ook omdat de recessie veel sneller komt dan we gewend zijn. Ditmaal zijn er geen kwartalen van langzaam afnemende productie en voorzichtig stijgende werkloosheid. Deze recessie tellen we in weken en dagen.

Vandaar die verontrustende verticale lijnen omlaag. We zagen ze bij de inkoopmanagers, maar ook bij de olieprijs die vorige week zelfs even negatief werd. Recht omlaag ging ook het Nederlandse consumentenvertrouwen, dat in april sneller daalde dan ooit gemeten.

Recht omhoog kan trouwens ook. De nieuwe WW-aanvragen in de Verenigde Staten gaan al weken skyhigh. In Nederland ging het aantal bedrijven dat een beroep doet op de NOW-regeling als een raket omhoog naar meer dan honderdduizend. Het aantal werknemers waarvoor op deze manier de loonkosten worden gesubsidieerd zou zelfs al de anderhalf miljoen benaderen. Over dat laatste cijfer heb ik nog geen grafiek gezien, maar het ruitjespapier zal niet snel groot genoeg zijn.

Steil omlaag of steil omhoog, dat is de variatie in de economische grafieken de komende tijd. En elke keer zullen beleggers, ondernemers en burgers er weer van schrikken. Daarom bij dit artikel standaard coronagrafieken waarmee u zich vast op het ergste kunt voorbereiden.

Er is een grafiek voor dalende een voor stijgende indicatoren. Knip uit, hang op en verander de titels naar wens. Hoe hard gaat de wereldhandel omlaag? Bijna loodrecht. De economische groei? Precies hetzelfde. Net als de winkelverkopen. U kunt de grafiek zelfs voor de omzet van uw eigen bedrijf gebruiken.

Gaat er juist iets omhoog, gebruik dan de tweede standaard coronagrafiek. Werkloosheid, faillissementen, de balans van de Europese Centrale Bank, staatssteun, het schiet allemaal omhoog. Net als de zorgen die u zich maakt.

Flauw? Misschien wel, maar je moet wat in deze sombere tijd. De serieuzere kant van de standaardgrafieken is natuurlijk dat ze aangeven hoe ongekend snel de recessie om zich heen grijpt.

Dit komt in de eerste plaats door de plotselinge lockdown, maar misschien ook wel door het type bedrijven en sectoren dat getroffen wordt. Wat deze recessie bijzonder maakt, is dat ‘ie vooral in de dienstensector huishoudt. Normaal begint een recessie bij de grote bedrijven, bij exporteurs en de industrie. Daar werken relatief weinig mensen en hebben de bedrijven vaak financiële buffers en snelle toegang tot krediet. Zo’n recessie komt daardoor langzaam op gang.

In de dienstensector werken juist veel mensen en zijn de ondernemingen vaak kleiner en daardoor kwetsbaarder. Werkloosheid grijpt sneller om zich heen en faillissementen zijn moeilijker te vermijden. Ook daardoor is de wand van het ravijn steiler.

Wat natuurlijk niet betekent dat we in een soort eeuwige vrije val terecht komen. Als de coronamaatregelen worden versoepeld, kan de economie in principe snel opkrabbelen. Met die economie zelf was ditmaal immers weinig mis. Rechte lijnen omhoog, zoals we nu bij sommige indicatoren in Zuid-Oost Azië al zien. Die mag u – als het u even allemaal teveel wordt – zelf vast intekenen in de corona-grafieken.

(FD)