De kracht van de regio: Nederland is meer dan vier grote steden en wat grasland

Amsterdam voor Schiphol, voor de hoofdkantoren en de creatieve sector. Rotterdam voor de haven, de handel en de harde werkers. Den Haag voor het landsbestuur en de internationale relaties. En Utrecht voor de zakelijke dienstverlening. De Nederlandse economie heeft een motor met vier cilinders. Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht; ze noemen zichzelf de ‘G4’ – zonder ironie, alsof Merkel en Macron elk moment kunnen aanschuiven.

Deze G4 trok vorig jaar naar het Binnenhof om €35 mrd te eisen voor een omvangrijk investeringsplan dat zowel de bereikbaarheid als de woningbouw in de stedelijke regio’s moet verbeteren. En in Brussel heeft de G4 een eigen kantoor, zodat men de Europese besluitvorming zelfstandig kan bijsturen in een richting die goed is voor de vier Nederlandse steden.

Nu zal ik de laatste zijn om het belang van stedelijke netwerken te ontkennen. Een economie floreert bij samenwerking, en dat gaat vaak beter als je dicht bij elkaar zit. Niet alleen in Nederland, maar overal ter wereld zorgen de steden voor dynamiek en nieuwe welvaart.

Maar je kunt het ook overdrijven. Ja, de stad is belangrijk, maar het land is dat ook. Nederland bestaat niet uit vier sterke steden met daartussen nutteloos opvulsel van gras, veen en water. Ook buiten de Randstad vinden er relevante economische activiteiten plaats. Innovatie van de bovenste plank in Eindhoven, moderne maakindustrie in de Achterhoek, agrarische hightech in zo ongeveer alle hoeken van het land. Het gaat vaak om bedrijven die eerder gericht zijn op de buitenlandse markt dan op de Randstad. Ondernemers die alleen in Amsterdam komen om het vliegtuig te pakken naar een klant in een ver land, die alleen aan Rotterdam denken als er een container te laat aankomt en die Den Haag slechts kennen van de blauwe envelop.

Het nieuwe kabinet heeft €950 mln uitgetrokken om knelpunten in regio’s aan te pakken. De lokale bestuurders mogen de komende maanden om dat geld vechten. Eindhoven deelde vrijdag de eerste klap uit en wil €170 mln uit die pot, om de regio aantrekkelijker te maken voor internationaal talent. ASML-topman Peter Wennink ziet het bedrag als een goede start, maar vindt dat er eigenlijk veel meer geld nodig is voor de regio Eindhoven.

Als aanmoediging in hun strijd, en om de regio’s een hart onder de riem te steken, heb ik wat sommetjes gemaakt over het belang van de regionale economie voor Nederland. Hoe zou de BV Nederland eruit zien zonder de G4? Blijft er dan een soort Jutland over? Of is Nederland zonder de vier steden nog altijd een economie van belang?

Hoe trek je de G4-economie af van Nederland? Ik gebruik daarvoor niet alleen de economie van de vier steden zelf, maar het hele zogenoemde Corop-gebied waar de stad in ligt, want de directe omgeving is economisch vaak nauw verbonden met de stad. Voor Amsterdam neem ik het Corop-gebied Groot-Amsterdam, inclusief Alkmaar en de Haarlemmermeer. Rotterdam wordt regio Groot-Rijnmond. Den Haag wordt Agglomeratie ’s-Gravenhage. En de stad Utrecht wordt de hele provincie met die naam.

Trek deze vier regio’s af van Nederland en je houdt de economie van landelijk Nederland over. Dit ‘Nederlandelijk’ telt 12,2 miljoen inwoners die wonen in 5,4 miljoen huizen en werken bij ruim een miljoen bedrijven. De werkgelegenheid bedraagt 4,7 miljoen arbeidsjaren. Deze aantallen zijn stuk voor stuk groter dan die van de G4.

Het bbp van Nederlandelijk bedraagt €439 mrd. Dat is bijna twee derde van het totale bbp van Nederland. Ook zonder de G4 is ons land een middelgrote speler in Europa. Nederlandelijk is de vijfde economie van het eurogebied met een bbp dat nog net groter is dan die van België. Ook EU-lidstaat Polen heeft een lager bbp. De economie van Nederlandelijk is zelfs groter dan die van Finland en Portugal bij elkaar.

Natuurlijk, inclusief de grote steden is de Nederlandse economie nog krachtiger en welvarender. Maar dat zonder de G4 Nederland weinig voor zou stellen is een mythe.

(FD)