De Europese Unie is al lang een transferunie en dat is maar goed ook

Na twee perioden van ongekend hevige regenval steeg het water in de rivieren tot een niveau dat in geen vijfhonderd jaar was gezien. Eerst trad de Donau buiten haar oevers en stonden huizen blank in Oostenrijk. Later steeg het water in de Elbe en ontstonden er grote problemen in Tsjechië en de Duitse deelstaat Saksen.

Maar liefst 110 mensen verloren hun leven tijdens de Europese watersnood van augustus 2002. De materiële schade beliep €15 mrd, waarvan slechts een klein deel door verzekeringen werd gedekt.

Herinnert u zich deze ramp niet meer? Nou, ik ook niet. Maar ik kwam de ‘Central European Flooding’ van 2002 tegen op een lijst met uitgaven van het EU Solidarity Fund. Dat jaar keerde dat fonds bijna €150 mln aan Oostenrijk uit. De Tsjechen kregen €129 mln en de uitkering voor Duitsland bedroeg zelfs €444 mln om iets van de schade te dekken.

Nog nooit van dat Solidariteitsfonds van de Europese Unie gehoord? Dan zijn u en ik weer net zo onwetend. Sinds 2002 bestaat er dus zo’n Europese pot geld waarmee de EU steun geeft aan lidstaten die door natuurgeweld zijn getroffen. Per jaar kan er maximaal €800 mln worden uitgekeerd. Dat is geen enorm bedrag, maar genoeg om bijvoorbeeld Zweden te helpen na storm Gudrun in 2005, Roemenië na de droogte van 2012 en Portugal na de bosbranden van 2017. De meeste EU-lidstaten deden de afgelopen jaren een beroep op het Solidariteitsfonds. Alleen België, Denemarken, Finland, Luxemburg en — jawel — Nederland komen op de lijst niet voor.

Zomaar een vraag: toen Zweden in 2017 €82 mln ontving, heeft onze premier Mark Rutte toen een brief gestuurd met de vraag waarom de Zweden zelf dat geld niet konden ophoesten? En na de Grote Vloed van 2002, heeft zijn voorganger Jan Peter Balkenende toen in Brussel op hoge poten een onderzoek naar de overheidsuitgaven van Duitsland en Oostenrijk geëist?

Natuurlijk niet. In tijden van nood staan we in Europa schouder aan schouder. We helpen de buren als er een overstroming is of een grote brand. Daarom kon reikwijdte van het Solidariteitsfonds eerder dit jaar dan ook geruisloos worden uitgebreid: het is nu niet alleen meer voor natuurrampen maar ook voor gezondheidscrises als de corona-uitbraak.

Geld voor lidstaten in nood is dus helemaal niets nieuws in de EU. En dat hoeft niet per se om rampen of ziektes te gaan. Voor niet-Eurolanden bestaat er bijvoorbeeld al achttien jaar de Balance of Payments Assistence Facility met een collectieve pot geld van maar liefst €50 mrd waar landen in betalingsbalanscrisis uit kunnen putten. Hongarije, Letland en Roemenië maakten er al gebruik van.

Tijdens de eurocrisis van 2011 en 2012 bleken de lidstaten bereid om massaal geld op tafel te leggen voor landen in schuldencrisis. De tijdelijke fondsen EFSM (van de Europese Commissie) en EFSF (van de lidstaten) werden opgevolgd door het Europese Stabiliteitsmechanisme (ESM), het noodfonds van €500 miljard. Ja, beste lezers: de EU is een transferunie en is dat eigenlijk altijd al geweest. Niet alleen via de noodfondsen, maar natuurlijk ook via het vrije verkeer van goederen en diensten, van arbeid en kapitaal. Toen grenzen verdwenen, werd de welvaart gedeeld. Landen als Nederland en Duitsland zijn overigens de grootste ‘netto profiteur’ van deze economische transfers.

De watersnood van 2020 heet corona en de financiële gevolgen meten we niet in de honderden miljoenen, maar in de honderden miljarden. Logisch dat de oude noodfondsen deze crisis niet aankunnen. Nieuw geld zou kunnen komen van het recent gelanceerde plan van Angela Merkel en Emmanuel Macron. Zij willen de Europese Commissie €500 mrd laten lenen voor een Europees herstelfonds. Landen die uit dit nieuwe fonds putten, hoeven het geld niet terug te betalen, en uiteindelijk zullen de financiële middelen door alle EU-landen worden opgebracht.

‘Transferunie!’ roepen de tegenstanders boos. En ook het Nederlandse kabinet reageerde uiterst zuinig op het plan. Landen in nood moeten we helpen, maar niet als het geld kost. Tenzij het om overstromingen in Duitsland en Oostenrijk gaat, natuurlijk. De Europese transfers mogen wel van zuid naar noord lopen, maar liever niet andersom.