Armoedeval is de comazuiper van het nivelleringsfeestje

Wie voor een dubbeltje geboren is, wordt in Nederland zelden een kwartje. Niet omdat we hier zo asociaal zijn en onze schouders ophalen over de problemen van arme landgenoten, maar juist omdat we mensen met lage inkomens willen helpen. De sociale dadendrang heeft tot een fiscale kerstboom vol belastingtarieven, heffingskortingen en inkomenstoeslagen geleid, die van Nederland een beschaafd land maken. Maar de keerzijde is dat iemand die probeert te ontsnappen aan de armoede, door meer te werken en carrière te maken, zijn of haar subsidies kwijtraakt en zo weinig overhoudt van al die ijver en ambitie. Wie arm is in Nederland en rijker probeert te worden, vindt de Belastingdienst op z’n weg.

Een andere conclusie kan ik in elk geval niet trekken uit het rapport over marginale druk en inkomensbeleid dat begin april verscheen. Het ministerie van Sociale Zaken haalde alle inkomensmaatregelen door een rekenmodel en constateerde dat voor werknemers die meer dan € 20.000 en minder dan € 35.000 verdienen, de marginale druk op kan lopen tot wel 80%. In sommige gevallen gaan mensen die bruto meer gaan verdienen er zelfs netto op achteruit. De armoedeval bestaat dus nog steeds.

Schermafbeelding 2017-04-19 om 10.54.42

Als nivelleren een feest is, zoals ze bij de PvdA beweren, dan is de armoedeval de comazuiper die de dansvloer onderkotst. Want wat heb je aan inkomensgelijkheid als het mensen in een afhankelijke positie houdt? Hoe durven we ons belastingstelsel ‘progressief’ te noemen, als in de praktijk de hoogste marginale tarieven door de laagste inkomens worden betaald?

Tijd voor een radicale aanpak van dit probleem. Hoe krijgen we de progressiviteit in de belastingen terug en saneren we tegelijkertijd het toeslagencircus? Mijn antwoord: door de sociale premies te fiscaliseren. Nu betalen Nederlanders in de eerste en tweede belastingschijf nauwelijks inkomstenbelasting, maar wel veel premies voor de volksverzekeringen. Daardoor zijn de marginale tarieven ook voor lage inkomens bijzonder hoog, en houden ze van hun brutoloon netto maar weinig over. Dat inkomensverlies moeten we vervolgens repareren met huur-, zorg- en kinderopvangtoeslagen, kindgebonden budgetten, bijzondere bijstand en wat al niet meer.

Zou het niet veel logischer zijn om de volksverzekeringen voortaan gewoon uit de belastinginkomsten te betalen (te fiscaliseren, in jargon)? Dan kunnen vervolgens de tarieven in de eerste schijven fors omlaag. Maak ze voor de laagste inkomens maar helemaal nul. Bruto wordt netto. De belasting wordt dan weer echt progressief en werken gaat weer lonen.

Hoe betalen we deze radicale belastingverlaging voor lage inkomens? Door flink te snijden in zowel de toeslagen voor lage inkomens als in de aftrekposten van rijkere belastingbetalers. Het wordt een nivelleringsfeestje zonder comazuipers. Wie legt me uit waarom dat niet kan in Nederland?

(FD)

NASCHRIFT:

Ik kreeg van enkele economen (terecht) kritiek op mijn slordige gebruik van de term ‘progressieve belasting” in deze column.  Om te weten hoe progressief een belastingstelsel is, moet je kijken naar de gemiddelde tarieven per inkomensklasse, niet naar marginale tarieven. Dat klopt,  de hoge marginale tarieven voor lage inkomens, worden deels goedgemaakt door de toeslagen, waardoor de gemiddelde belastingtarieven de facto toch weer laag zijn. 

Wat ik in deze column wilde uitleggen is dat deze progressie via toeslagen zorgt voor een enorme armoedeval. Veel slimmer is het om de gewenste progressie in gemiddelde tarieven te bereiken door de marginale tarieven voor lage inkomens fors te verlagen.