Chicken tax

Met de Marshall-hulp kwamen de kippen. Amerikaanse kippen. Goedkope kippen. In de Verenigde Staten hadden boeren de kostprijs van de hen en het haantje zo ver omlaag weten te krijgen dat kippenvlees niet langer een luxeproduct was, maar betaalbaar voor iedereen. En in de jaren vijftig van de vorige eeuw overspoelden die Amerikaanse kippen de Europese markt.

Vooral Franse en Duitse boeren schreeuwden moord en brand en de politiek luisterde. In 1962 voerde de  toenmalige  EEG een importtarief in voor kippenvlees. Dat was het startschot van een kleine handelsoorlog, want de Amerikaanse president Lyndon Johnson sloeg terug met een importtarief van 25% op onder andere aardappelzetmeel, sterke drank en light trucks: busjes en pickup-trucks

De kippenoorlog zou in de jaren erna overwaaien. En Europees aardappelzetmeel kon de VS ook weer in. Maar de 25% chicken tax op trucks geldt nog altijd. Wie het idee oppert dat het na een halve eeuw misschien tijd is om de strafmaatregel terug te draaien, vindt de grote Amerikaanse autobedrijven tegenover zich. Die hebben de binnenlandse markt voor grote SUV’s en pickups stevig in handen en zien buitenlandse concurrentie niet zitten.

Ondertussen zijn Japanse autobedrijven hun wagens maar in de VS zelf gaan produceren, om het tarief te ontwijken. En nota bene het Amerikaanse Ford bouwt een busje in Turkije, maar exporteert ze met banken en stoeltjes erin gemonteerd naar de VS (zodat ze niet onder de Chicken Tax vallen). Aangekomen in de VS gaan de zitplaatsen er weer uit en worden ze als transportbusje verkocht.

Op Amerikaanse autowebsites zijn foto’s te zien van enorme (en buitengewoon lelijke, maar wat weet ik er van) pickups van onder andere Mercedes en Volkswagen, onder het kopje ‘5 Amazing Trucks the US Can’t Have Because of the Chicken Tax’. Het is voor de Amerikanen kijken, niet kopen.

Als Donald Trump twittert dat de Europese Unie de VS ‘heel slecht behandelt’ met ‘afschuwelijke tarieven en handelsbelemmeringen’ op Amerikaanse producten, dan kan de EU dus met recht ‘Chicken Tax’ terugroepen.

De importheffing laat zien hoe lang de gevolgen van een handelsoorlog kunnen voortduren. Het is veel makkelijker om importtarief in te voeren, dan het af te schaffen. De gevestigde belangen zullen hard strijden voor het behoud van hun concurrentievoordeel, terwijl de mensen die potentieel baat hebben bij afschaffen ervan, zich niet laten horen.

Op de paar pickupfanatici na die zwijmelen bij de foto van een verboden Mercedes, weten consumenten meestal niet wat ze missen op de markt. Dus een lobby voor vrije import van monsterachtige wagens zal nooit zo sterk zijn als die van binnenlandse producenten.

Dat is de les van de kippenoorlog van 1962. Nu nog iemand in het Witte Huis die ernaar wil luisteren.

(FD)