Belastingparadijs

George Osborne is een efficiënte man. Maandag wist de Britse minister van financiën met een enkele opmerking maar liefst vier grote vraagstukken definitief te beantwoorden. Osborne kondigde aan deBritse vennootschapsbelasting te verlagen naar 15%. Nu is het tarief nog 20%. De verlaging is bedoeld om het bedrijfsleven te laten zien dat het land nog altijd open is for business. Ondernemers die twijfelen of het Verenigd Koninkrijk na de brexit nog een goede vestigingsplaats is, moeten met het lage tarief over de streep worden getrokken. Geen lid van de EU, wel een belastingparadijs, dat is de boodschap.

De maatregel levert ons vier bewijzen. Ten eerste: niemand in het Verenigd Koninkrijk heeft nagedacht over de gevolgen van de brexit. Ten tweede: alle Britse politici liegen. Drie: Europese samenwerking is belangrijker dan ooit. En vier: de EU is nog lang niet af. Ik loop ze alle vier graag even langs.

De verlaging van de winstbelasting heeft alles van een paniekmaatregel. Onrust onder multinationals — hoe voorspelbaar die ook was — moet blijkbaar worden bezworen met een miljarden kostende botte maatregel als deze. De brexit is zo slecht doordacht dat de minister van financiën niets beters weet te bedenken dan met stapels bankbiljetten te gooien, in de hoop dat banken en bedrijven zijn land niet verlaten.

Dezelfde Osborne beweerde voorafgaande aan het referendum dat een leave-stem juist zou leiden tot hogere belastingen en extra bezuinigingen. Mochten de kiezers tegen EU-lidmaatschap stemmen, dan zou hij genoodzaakt zijn om een noodbegroting in te dienen met voor 30 miljard pond aan hogere lasten en lagere uitgaven. Zijn eerste maatregel blijkt echter een belastingverlaging. Iedereen loog over de brexit, ook Osborne.

De Britse belastingverlaging toont ook aan dat Europese samenwerking in een wereld met multinationale bedrijven onmisbaar is. Met de lage vennootschapsbelasting probeert Osborne bedrijvigheid af te snoepen van andere landen. Het is een agressieve zet in de wedloop om het laagste belastingtarief, waar de landen gezamenlijk alleen maar door verliezen. Multinationals zijn de enige winnaars. Door deze wedren naar de bodem is het gemiddelde tarief voor de winstbelasting in Europa gedaald van 35% in 1996 naar nog geen 23% nu. Inkomstenbelasting moest omhoog om het gat op de begroting weer te dichten.

De Britse winstbelasting stond in 1996 op 33%. Als Osborne straks klaar is, is dat tarief meer dan gehalveerd. Alleen met Europese afspraken over harmonisatie of op z’n minst over minimumtarieven is deze belastingconcurrentie te stoppen. Wat ons brengt op het vierde antwoord: binnen de EU lukte het de afgelopen jaren niet om hier afspraken over te maken.

De EU is nog lang niet af. Maar weglopen, zoals de Britten doen, maakt het probleem alleen maar groter.