Bedreigen globalisering en robotisering de middenklasse? Nederland bewijst het tegendeel.

Zeg ‘inkomensongelijkheid’ en alle oortjes worden in Nederland gespitst. Zeg ‘verliezers van globalisering’ en we organiseren direct een demonstratie. Zeg ‘tweedeling in de samenleving’ en per ommegaande worden er drie nieuwe politieke partijen opgericht. In het land van polder en maaiveld is iedereen allergisch voor ongelijkheid.

Nederland heeft die sensitiviteit de afgelopen decennia kundig omgezet in een beleid gericht op gelijkheid. Onderwijs, sociale zekerheid, gezondheidszorg en het belastingstelsel zijn ingericht met als belangrijk doel: bevorderen van gelijke kansen en uitkomsten. Op internationale gelijkheidslijstjes belandt Nederland dan ook steevast in de top, net achter de Scandinavische landen.

Kan het niet nog wat gelijker?

We blijven altijd waakzaam. Kan het niet nog wat gelijker? Valt daar niet toch een groep buiten de boot? Zijn de kansen echt eerlijk verdeeld? Prachtig natuurlijk, maar soms schieten we door. Dan lezen we in buitenlandse kranten en boeken dat de ongelijkheid is verslechterd, bijvoorbeeld door globalisering, door technologische ontwikkelingen of simpelweg door denivellerend beleid. De neiging bestaat dan om die buitenlandse verhalen een-op-een van toepassing te verklaren op de Nederlandse situatie, terwijl dat vaak onterecht is.

Nederland is Piketty-proof

Een voorbeeld? Neem het beroemde boek van de Franse econoom Thomas Piketty waarin hij het gevaar van toenemende inkomens- en vermogensongelijkheid beschrijft. Juist in Nederland werd dit boek gezien als een belangrijke waarschuwing voor de foute richting waarin de maatschappij en economie zich beweegt. Jesse Klaver gebruikte het boek zelfs als elixer voor de wederopstanding van zijn linkse partij. Maar Nederland zelf komt in het boek slechts een keer voor: als positief voorbeeld van hoe je de vermogensongelijkheid kunt wegbelasten, via een taks op fictief rendement. Enig kritiekpuntje van Piketty is dat het tarief van die belasting gelijk is voor alle soorten vermogen, maar dat bezwaar is dit jaar door het kabinet weggenomen door spaargeld en aandelen voortaan (fictief) verschillend te belasten. Nu is Nederland helemaal Piketty-proof.

Dubbelloopsgeweer

Een ander voorbeeld: in delen van de wereld heeft de middenklasse het zwaar. Juist de beroepen van werknemers met middeninkomens liggen onder vuur van het dubbelloopsgeweer globalisering-robotisering. Vooral in de Verenigde Staten hebben de middeninkomens het door de jaren heen telkens slechter gekregen, mede door actief denivelleringsbeleid. Recent onderzoek van de Amerikaanse denktank Pew Research Center laat zien dat tussen 1991 en 2010 een deel van de middeninkomens zelfs is weggezakt naar een laag inkomen.

Middenklasse wordt kleiner…

De onderzoekers zetten denkbeeldig alle Amerikanen op een rij, met inwoners die behoren tot het huishoudens met het laagste beschikbaar inkomen links en de allerrijksten rechts. De Amerikaan precies in het midden verdient dan het mediane inkomen. Wie netto minder verdient dan twee derde van deze mediaan heeft een laag inkomen, wie meer dan het dubbele verdient hoort tot de hoge inkomens. Tussen twee derde en twee keer de mediaan, zit de middenklasse. In 1991 behoorde 62% van de Amerikanen tot die laatste groep, twintig jaar later was dat gedaald naar 59%. Tegelijkertijd nam zowel het percentage laag als hoog inkomen toe. De inkomensverdeling polariseerde.

Schermafbeelding 2017-05-27 om 23.13.39

Hetzelfde is te zien in een aantal Europese landen, becijferde Pew. In bijvoorbeeld Duitsland, Spanje en Finland kromp de middengroep. Zelfs in Noorwegen was er krimp, al blijft dat land aan top met 80% middeninkomens, ex aequo met Denemarken.

…maar niet in Nederland

Nederland is een van de uitzonderingen. Onze middenklasse groeide sinds de jaren negentig juist: van 76% naar 79% van de bevolking. We zijn nu het land met de op twee na grootste middenklasse van Europa. In dezelfde periode kromp in Nederland de groep met een laag inkomen, van 19% naar 13%. Dat is het laagste percentage van alle onderzochte landen.

Misschien dat het beeld sinds 2010 iets minder gunstig is geworden, want Nederland belandde toen in een relatief diepe recessie. Om dat vast te stellen zijn nieuwe gegevens en een nieuw onderzoek nodig. Tot die tijd blijft de conclusie: de wegsmeltende middenklasse is geen onontkoombaar gegeven, maar een beleidskeuze. Nederland bewijst het.