BABYMOORD

Ik had maar een paar dingen in m’n mandje, dus ik mocht bij de servicebalie afrekenen. Terwijl mijn boodschappen gescand werden, viel mijn blik op de wand vol met pakjes sigaretten. Niet de vrolijk gekeurde pakjes van heel vroeger, toen ik ook een paar jaar dacht dat roken stoer was, maar enge pakjes met plaatjes van rottende monden, etterende abcessen en troebele pupillen. Ik zag zelfs foto’s van dode baby’s.

Ik dacht: als het zulk gevaarlijk spul is, waarom verkoopt deze winkel het dan? Bankiers die een woekerpolis verkopen worden tot in het derde geslacht achtervolgd door ‘klantbelang’ schreeuwende toezichthouders. Maar de super mag gewoon pakjes babymoord verkopen. Waarom eigenlijk?

Ik geef het toe, het is geen bijster originele gedachte. Begin 2016 vroeg de artsenorganisatie KNMG al om een verbod op sigarettenverkoop in supermarkten, en in tankstations, boekwinkels en drogisterijen. Rokers zouden dan alleen nog in gespecialiseerde tabakswinkels terecht kunnen.

Zo ver wilde de politiek niet gaan, maar het vorige kabinet beloofde wel een uitstalverbod: vanaf 2020 moeten er dichte deuren voor het sigarettenrek. In sommige supers is dat al het geval.

Maar uit het zicht is natuurlijk heel wat anders dan niet meer verkopen. Moeten de grote supermarkten, vanwege het maatschappelijk belang, eigenlijk niet uit eigen beweging stoppen met sigarettenverkoop? Om eerlijk te zijn: ik twijfel. Voor je het weet verkopen ze ook geen vette chips, zoute drop of vers gebrouwen India Pale Ale meer. Daar kun je – als je de inname maar flink ver opvoert – immers ook dood aan gaan. De consument mag uiteindelijk toch zelf kiezen hoe ongezond hij of zij wil leven?

Maar toen wees de Rotterdamse gedragseconoom Robert Dur mij op een recent artikel van Nobelprijswinnaar Oliver Hart (Harvard) en Luigi Zingales (Chicago). Zij zetten vraagtekens bij de vijftig jaar oude stelling van Milton Friedman, dat bedrijven moeten gaan voor winstmaximalisatie, ook als daarmee publieke belangen in de wielen worden gereden. Voor die publieke belangen kan de overheid zorgen en ethiek is iets voor individuen, stelde Friedman. De maatschappij is beter af als bedrijven doen wat hun aandeelhouders willen, en dat is geld verdienen.

Hart en Zingales zijn het eens met de stelling dat een bedrijf in het belang van aandeelhouders moeten handelen, maar denken dat die meer wil van het leven dan alleen maar geld. Een aandeelhouder is een mens, met eigen ethiek en maatschappelijke voorkeuren. Als aandeelhouders van de supermarkt een voorkeur hebben voor levende, in plaats van dode baby’s, is stoppen met sigarettenverkoop dus geboden. Bedrijven zouden niet moeten streven naar maximale winst, maar naar maximale aandeelhouderswelvaart.

Het ABP kondigde onlangs aan niet meer te beleggen in tabaksfabrikanten. Ik vraag me af: zou het pensioenfonds nog wel supermarkten in portefeuille hebben?

(FD)