Alle berichten van Mathijs

Hoe arm is arm?

Gas is duur, dus Nederlanders raken in de problemen. Hoeveel precies? Volgens recent TNO-onderzoek lijden 550.000 huishoudens aan ‘energiearmoede’. Het is een puik onderzoek, maar naar dat veelgenoemde getal, kun je ook anders kijken.

TNO telt huishoudens mee die een groot deel van hun lage inkomen kwijt zijn aan energie, maar die niet in een slecht geïsoleerd huis wonen. Lijden die echt aan energiearmoede? Of douchen de pubers daar veel te lang en staat de thermostaat op 23?

Huishoudens met een laag inkomen in een slecht geïsoleerd huis, die toch geen hoge energierekening hebben, zijn ook energiearm. Want zij doen misschien noodgedwongen extra zuinig met gas en licht. Je kunt ook zeggen dat ze verstandig met geld omgaan.

De groep die een groot deel van het lage inkomen kwijt is aan energie én in een slecht geïsoleerd huis woont, bestaat uit 250.000 huishoudens. Of eigenlijk gaat het om 149.753 huishoudens, want de onderzoekers laten op hun uitkomsten een vrij arbitraire correctiefactor los, waardoor de cijfers flink stijgen. Zo’n 150.000 huishoudens dus, daar valt met gericht beleid wel iets aan te doen.

FD

Van zilver naar brons: Nederland zakt een plaats op de Lijst der lijsten

(klik voor groter)

Je kon het al twee jaar zien aankomen en dit jaar is het dan eindelijk gebeurd: Nederland is niet langer het op een na beste land ter wereld. We moeten die plaats in de nieuwe editie van onze jaarlijkse Lijst der lijsten afstaan aan Zweden. Nederland belandt op een (nog altijd nette) derde plaats. Zwitserland is ook dit jaar weer de ongenaakbare nummer één.

Het brons voor Nederland is een teleurstelling. Sinds 2016 tel ik jaarlijks vijf bekende mondiale ranglijsten bij elkaar op. Twee daarvan gaan over de concurrentiekracht van landen (de World Competiveness Ranking van IMD en de Global Competitiveness Index van het World Economic Forum (WEF). De derde meet de innovatiekracht (Global Innovation Index van Insead). Voor een wat bredere visie op de maatschappij voeg ik de Human Development Index van UNDP toe. En omdat het uiteindelijk vooral om het geluk van de mens draait, telt de ranglijst uit het World Happiness Report van de VN ook mee. Mijn rekenwijze is simpel: de plek op een ranglijst telt als een strafpunt en het land met het laagste aantal strafpunten wint. Vanaf de eerste Lijst der lijsten waren de nummer één en twee hetzelfde: Zwitserland gevolgd door Nederland. Nederland moet die tweede plaats nu afstaan. Teleurstellend.

De verschillen zijn overigens klein. Vorig jaar stond Zweden één strafpunt achter Nederland, dit jaar staat het land één punt voor. Dat komt vooral door een snelle stijging van Zweden op de concurrentieranglijst van het Zwitserse onderzoeksbureau IMD. De Scandinaviërs stegen van plaats 6 naar plaats 2. Die sprong danken zij vooral aan verbetering van de economische kracht (handel, internationale investeringen, et cetera) en van de efficiëntie van de overheid. Nederland behield op deze ranglijst de keurige vierde plaats van vorig jaar, maar Zweden kon ons zo wel passeren.

Ook op de concurrentieranglijst van het WEF behield Nederland de vierde plaats. Maar dat is niet knap, want dit jaar kwam er geen lijst uit. Het Global Competitiveness Report ging ditmaal alleen maar in op vragen over het economisch herstel na corona. De concurrentie-index staat ‘op pauze’, schrijft de organisatie. Voor de consistentie van onze Lijst der Lijsten is het te hopen dat die pauze kort is.

Er kwam wel een nieuwe innovatieranglijst uit, en daarop scoort Nederland slechter dan vorig jaar. We zakken van plaats vijf naar zes en werden ingehaald door Zuid-Korea. In 2018 stonden we nog op de tweede plaats, maar sindsdien is een gestage daling ingezet, die dus ook dit jaar nog niet is gestuit. Onderdelen waar Nederland slecht op scoort zijn onder andere: het investeringsniveau, de groei van de arbeidsproductiviteit, het aantal leerkrachten in het voortgezet onderwijs en het aantal afgestudeerde beta’s en ingenieurs. Werk aan de winkel!Naast de opmars van Zweden en de daling op het innovatielijstje, is er gelukkig ook goed nieuws te melden. Na een pauze van een jaar verscheen er een nieuwe editie van de Human Development Index, die naar zaken als levensverwachting, scholing en inkomen kijkt. Van de 189 onderzochte landen staat Nederland op de achtste plaats. In het vorige rapport was dat nog plaats tien. We haalden Singapore in en staan nu precies gelijk met Australië.

Nederland steeg ook op wat misschien wel de leukste ranglijst is van onze vijf: die van het World Happiness Report. In alle deelnemende landen wordt steekproefsgewijs aan mensen gevraagd om hun leven een cijfer van nul tot tien te geven. Daarvan neemt men een driejaars voortschrijdend gemiddelde en het land met het hoogste gemiddelde heeft de hoogste happiness. Afghanistan staat onderaan met een 2,5. De Finnen geven hun leven een 7,8 en staan op één. Nederland komt met een kleine 7,5 op plaats vijf. Dat is een plaats hoger dan in het vorige rapport. We haalden Noorwegen in.

Alles bij elkaar opgeteld leveren de vijf ranglijsten Nederland 27 strafpunten op. Zweden heeft er 26, dus die moeten we laten passeren. Maar het is wel twee strafpunten minder dan vorig jaar. Het brons van dit jaar heeft dus toch een zonnige kant: we staan achter Zweden, maar tegelijk staan we op de lijstjes gemiddeld hoger dan vorig jaar. En dat komt vooral vanwege een hogere score op menselijke ontwikkeling en geluk. Er zijn maar weinig landen zo ontwikkeld als Nederland en maar weinig volkeren zo gelukkig. Die wetenschap maakt het verdriet over het verloren zilver misschien wat dragelijker.

FD

Rekenrente

Met een beetje geluk kunnen we binnenkort beginnen met het Grote Gesprek over de Rekenrente. Nu nog niet, want de dekkingsgraden van de pensioenfondsen zijn nog net te laag. Maar als de rente op de kapitaalmarkt nog wat stijgt en de aandelen niet teveel dalen, kan het gesprek over welke rekenrente precies de correcte is, en hoe streng we die moeten berekenen, eindelijk beginnen.

De pensioensector wil het daar natuurlijk al jaren over hebben, want men vindt de rekenregels te streng. Maar praten over de regels, net als je die toevallig op grove wijze aan het breken bent, is niet erg geloofwaardig. Alsof een gesnapte winkeldief een filosofisch debat met de agent begint over wat de juiste definitie van ‘eigendom’ is. Pas als de dekkingsgraden op orde zijn kun je een principieel debat over rekenrente voeren.

In principe dan. In werkelijkheid is onder druk van de lage buffers een totaal nieuw pensioenstelsel in de verf gezet, waarin de rente een kleinere rol speelt. Zal je zien dat het debat straks alleen daarover gaat: de heilloze vraag of die hervorming nog wel nodig is, nu de dekkingsgraden weer stijgen.

FD

Oude prikkels

Stonden we toch weer in de file! Na corona zou alles anders worden. We kwamen alleen nog naar kantoor als het echt moest. Vergaderen ging voortaan digitaal en we waren natuurlijk nooit meer zo dom om allemaal tegelijk de weg op te gaan. De fileloze coronatijd had het bewezen: er is asfalt genoeg, mits we het verstandig gebruiken.

Maar daar stonden u en ik vorige week toch weer in de remlichten van de voorganger te staren. Wen er maar aan, want vooral de avondspits is helemaal terug.

Nee, corona was niet de gebeurtenis waardoor alles veranderde. Geen voor-de-oorlog, na-de-oorlogmoment. We vliegen straks gewoon weer naar Hurghada en Willemstad voor een weekje strand, en gaan — zodra het mag — gewoon weer decibellen blazen tijdens festivals in het natuurgebied. Als de prijzen en prikkels hetzelfde blijven valt het nieuwe normaal al snel samen met het oude.

Tijd dus om die prikkels te veranderen. Te beginnen op de snelweg. Met een slimme spitsheffing is de coronarust eenvoudig na te bootsen. We wisten in theorie altijd al dat het zou werken, sinds corona weten we het ook in de praktijk.

FD

Red LinkedIn!

Wybren van Haga mag terug op LinkedIn. Hij heeft weliswaar schadelijke desinformatie over corona verspreid, maar de rechter dwingt LinkedIn toch om het profiel van het oud-FvD- en oud-VVD-Kamerlid terug te plaatsen.

LinkedIn was het laatste bastion van beschaving in de snel verruwende barbarij van de sociale media. Logisch, want wie iets plaatst op het zakelijk platform doet dat met naam, foto en functie. Collega’s zien je profiel. Huidige en toekomstige werkgevers lezen het. En potentiële opdrachtgevers checken er graag even of het plaatje wel overeenkomt met je praatje. Niemand wil zijn zorgvuldig opgepoetste professionele imago verpesten met ongefundeerde verhalen over virussen en vaccins en andere maffe complottheorieën.

Dat zou je denken. Maar actieve gebruikers merken dat ook op LinkedIn het riool steeds verder opengaat. Landgenoten die vroeger alleen anoniem hun onzin durfden te spuien, doen dat nu onder eigen naam en foto. Het is een teken des tijds: leugens infiltreren de maatschappij sneller en dieper. Men is de schaamte voorbij en zelfs openlijk trots op ‘de strijd’.

FD

Bent u bang voor langdurig hoge inflatie? Dan begin ik ‘m ook te knijpen

We mogen weer naar evenementen, beurzen, en congressen. Hoera! Ikzelf bezocht de afgelopen twee weken meer dan een handvol bijeenkomsten (QR-code paraat) en sprak eindelijk weer eens met ondernemers. Dat voelde ouderwets vertrouwd, maar de vraag die zij mij keer op keer stelden was juist onverwacht.

Ik werd niet bevraagd over het einde van de coronasteun, over de trage formatie, de krappe arbeidsmarkt of het hoge begrotingstekort. Nee, het ging telkens over inflatie. Komt er een golf van prijsstijgingen aan? Krijgen we na corona een periode van hyperinflatie? En schiet dan de rente omhoog, zodat de coronaschuldenberg opeens onhoudbaar wordt?

Eerlijk gezegd was ik verrast door deze vragen. De stijgende inflatie zou toch een tijdelijk fenomeen zijn? President van de Europese Centrale Bank (ECB) Christine Lagarde had het tijdens de laatste persconferentie nog zo duidelijk gezegd: ‘Op middellange termijn blijft de inflatie ruim onder onze doelstelling.’ Die doelstelling is 2% of daaromtrent, dus als we Lagarde moeten geloven is er weinig reden tot zorg.

Maar vrijdag kwamen de nieuwe inflatiecijfers voor het eurogebied naar buiten, en bleek dat het prijspeil in september met 3,4% is gestegen. Dat is de hoogste inflatie sinds september 2008. Net als toen komt dat vooral door hoge energieprijzen. Het angstige gevoel bij de ondernemers dat we aan de vooravond staan van een soort energiecrisis met bijbehorende inflatie is dus misschien zo gek nog niet.

Lagarde ontkent niet dat de inflatie de afgelopen maanden is gestegen, maar haar economen verwachten dat die stijging een tijdelijk fenomeen is. Daarvoor geeft de ECB-president drie redenen. Allereerst is er de coronacrisis. In 2020 kromp de Europese economie en daalden veel prijzen. Ook energie werd even heel goedkoop. Nu start de economie weer op en springen de prijzen weer naar hun oude niveau. Dat vertaalt zich in hoge inflatie, maar die is dus tijdelijk.

Tegelijkertijd gaat het opstarten van de economie gepaard met problemen in de productieketen en logistiek. Er is in 2020 weinig geïnvesteerd in extra productiecapaciteit en in veel sectoren zijn bottlenecks ontstaan. Er is een tekort aan van alles: van grondstoffen tot computerchips. Ook daardoor stijgen de prijzen, maar hoewel de bottlenecks langer persisteren dan gedacht, verwacht de ECB dat bedrijven er uiteindelijk mee leren dealen en dat de tekorten dan weer afnemen. Ten slotte is er ook inflatiedruk vanuit de dienstensector. Ook daar zijn opstartproblemen, meestal in de vorm van extreme personeelstekorten. Uiteindelijk zullen die ook grotendeels tijdelijk zijn.

Tot zover de optimistische visie van Lagarde. De inflatie is nu hoog, maar gaat binnenkort weer dalen. Ons eigen Centraal Planbureau is het daarmee eens. Volgens de laatste raming daalt de Nederlandse inflatie volgend jaar weer naar een nette 1,8%. Geen reden tot zorg.

Waar komt die inflatieangst bij de ondernemers dan vandaan? In de eerste plaats door de prijzen die zij zelf moeten betalen en zelf in rekening brengen bij andere bedrijven. De prijzen die Nederlandse ondernemers betalen zijn namelijk buitengewoon snel gestegen. De index van producentenprijzen, het gemiddelde van deze prijzen, kwam deze zomer voor het eurogebied boven de 6% op jaarbasis uit. Het Nederlandse cijfer voor de industrie bedroeg in augustus zelfs 14,9%. Geen wonder dat ondernemers daar nerveus van worden.

Maar producentenprijzen vertalen zich niet een-op-een in hogere consumentenprijzen. Doorberekening vindt maar beperkt plaats, zeker als wordt verwacht dat de kostenstijging tijdelijk is. Daardoor bewegen producentenprijzen veel woester op en neer dan de inflatie. In het verleden volgde op een periode van hoge producentenprijzen (bijvoorbeeld door dure olie) vaak juist een afkoeling van de vraag en uiteindelijk dalende consumentenprijzen.

Daar zit dus de crux: als ondernemers – net als Lagarde – verwachten dat de prijzen van hun inputs op termijn weer gaan dalen, zodra de gevolgen van corona minder worden, dan hoeven zij de kosten niet door te bereken aan de consument. Maar als ze denken dat grondstoffen en halffabricaten voor lange tijd duur blijven, dan doen ze dat uiteindelijk wel.

Dus hoe banger ondernemers zijn voor langdurige inflatie, des te banger word ik ook.

FD

Spiegelpaleis

Weet je IMF: laat het maar. Sla die ‘Article IV Mission’ naar Nederland voortaan gewoon over. Want het rapport dat volgt uit dat jaarlijkse bezoekje van de internationale experts, bevatte ook dit jaar weer geen enkel origineel beleidsvoorstel en geen enkele verrassende les.

Meer geld voor onderwijs, doe iets aan het flexwerk, pak zzp’ers hun fiscale voordelen af, ga door met de pensioenhervorming, meer geld voor onderzoek en ontwikkeling, meer belasting voor woningbezitters, versnel het klimaatbeleid en let op de financiële stabiliteit.

Het zijn afgekloven, uitgekauwde, weer opgebraakte en opnieuw afgelebberde aanbevelingen. Stuk voor stuk ingefluisterd door Nederlandse belangengroepen, beleidsambtenaren, planbureaus en vervolgens slaafs opgeschreven, zodat diezelfde Nederlanders kunnen zeggen: ‘Kijk, het IMF zegt het ook’.

Het idee was ooit best goed: laat buitenlandse experts regelmatig met een frisse blik naar de nationale problemen van de lidstaten kijken. Maar het werd een spiegelpaleis waarin de Nederlandse beleidsadviseurs zichzelf nog eens van alle kanten kunnen bewonderen. Zonde van de moeite.

FD

Benzine niet duur

Zelf heb ik al drie jaar niet meer getankt, maar ik hoor dat benzine nogal duur is. Ergens aan de A1 zou al een prijs van twee euro zijn gesignaleerd. Een Amsterdamse krant met een voorliefde voor verbrandingsmotoren schrijft: ‘Het slaat nergens op!’

Twee euro klinkt inderdaad duur. Maar is het dat ook? Precies tien jaar geleden kostte een liter benzine €1,68. Nu betaal je daar volgens de laatste CBS-cijfers gemiddeld €1,86 voor. Dat zijn cijfers van vorige week, dus laten we het naar boven afronden naar €1,90. Dan resteert een prijsstijging sinds september 2011 van 13%. Wordt het echt twee euro, dan is dat een stijging van 19%

Daarmee loopt de benzineprijs keurig in de pas met de inflatie, want die bedroeg in dezelfde periode bijna 18%. Tien jaar lang klimaatbeleid, stijgende accijnzen en de auto als melkkoe, maar de reële benzineprijs is zo ongeveer niets gestegen.

Maar ik snap ze wel, die boze benzinerijders. Want elektriciteit werd in tien jaar 16% goedkoper. Zonnepanelen duikelden in prijs. Net als de batterijen in de elektrische auto en die auto zelf. Dan voelt twee euro al snel heel duur.

FD

Eindelijk geld voor nieuw kabinetsbeleid, maar nu zijn de mensen op

De Tweede Kamer debatteerde er €2 mrd bij deze week. Maar het Centraal Planbureau laat juist miljarden van de begroting 2022 weg. In de Macro Economische Verkenning (MEV) schrijft het Planbureau: ‘In de raming wordt verondersteld dat de overheidsuitgaven in 2021 en 2022 respectievelijk zes en drie miljard euro lager zijn dan begroot’. De reden voor deze opvallende ingreep: snel veel geld uitgeven lukt de overheid niet, want er is in Nederland gebrek aan personeel. Een deel van de miljarden blijft daardoor op de plank liggen.

Ook elders in de MEV botsen overheidsdoelstellingen met de krappe arbeidsmarkt. Meer huizen bouwen? Bijna iedereen wil het, maar een op de vijf bouwbedrijven wordt nu al belemmerd door personeelstekorten, dus bouwdoelen zijn moeilijk te halen.

Het gebrek aan menskracht doorkruist veel van het beleid. Door gebrek aan verse soldaten blijft extra defensiegeld ongebruikt. In de zorg schreeuwt men nog harder om personeel dan om geld. En met de miljarden waarmee het onderwijs snel de corona-achterstanden moet wegwerken, kun je geen leerkrachten tevoorschijn toveren.

Mocht Nederland ooit een nieuw kabinet krijgen, dan zal dat bij het bepalen van doelen en ambities de arbeidskrapte zwaar moeten meewegen. Er is voor dat kabinet in principe veel geld beschikbaar. Zeker voor incidentele uitgaven om het bekende rijtje aan nijpende problemen — klimaat, stikstof, woningmarkt, zorg en onderwijs — aan te pakken, liggen er misschien wel tientallen miljarden klaar.

Zie die dan maar uit te geven. Voor woningbouw zijn bouwvakkers nodig. De vacaturegraad in de bouw (dat is het aantal vacatures per duizend banen) staat volgens het CBS met 62 op een nieuw record. In de installatiebranche, niet alleen belangrijk voor de bouw, maar ook voor de energietransitie, is maar liefst 79% van de bedrijven op zoek naar personeel, zo blijkt uit cijfers van het Economisch Instituut voor de Bouw.

Ook in de energiesector zelf is er krapte, de vacaturegraad staat daar op 42. In de zorg en het onderwijs gaat het om lagere aantallen, maar ook daar zit de vacaturegraad in een duidelijk opgaande trend. En om het nog erger te maken: bij de aanpak van veel van de problemen zal ICT en digitalisering een belangrijke rol spelen. In die sector is de arbeidskrapte nog erger dan in de bouw.

Bij de miljarden aan nieuwe overheidsuitgaven hoort daarom ook een aanvalsplan op de arbeidskrapte. Het gaat daarbij om opleiden, vasthouden en prikkelen. Vergaande maatregelen moeten we niet schuwen.

Hoe krijgen we meer leerlingen en studenten naar de juiste vakopleidingen? Door op MBO’s en HBO’s opleidingen voor overschotberoepen te verkleinen of zelfs te schrappen, en die voor tekortberoepen sterk te vergroten. Daarbij mogen jongeren best wat meer verleid worden om voor een technisch of medisch vak te kiezen. Voer ‘studieloon’ in voor bepaalde opleidingen, zodat de leerlingen maandelijks via hun bankrekening worden beloond voor hun verstandige studiekeuze.

Tegelijkertijd moet omscholing veel makkelijker worden. Financier dat uit de Onderwijs & Ontwikkelingsfondsen van de sociale partners. Nationaliseer die desnoods, zodat dat geld niet langer in de silo van de eigen sector vastzit.

Door naar het volgende probleem: hoe hou je de vakmensen vast in de tekortsectoren? Begin met forse loonstijgingen in die sectoren en zorg dat vaklui niet van de werkvloer hoeven om een flinke carrière te maken. Managers hebben we al genoeg. Maak werk interessant, leerzaam en spannend door als bedrijven personeel aan elkaar uit te lenen. Deel je talent met de concurrent!

Ten slotte: met een beetje meer uren werken zou veel van de krapte op te lossen zijn. Werkgevers kunnen daarbij helpen door kantooruren af te schaffen, thuiswerken aan te moedigen en zelf diensten in te kopen die het drukke leven van de medewerker ontlasten.

Maar de fiscus moet ook wat doen. Door de progressie in belastingen en toeslagen, loont meer uren werken maar weinig. Voer daarom een voltijdbonus in: een extra arbeidskorting voor werknemers die, bijvoorbeeld, meer dan 32 uur werken. De Kamer vroeg in 2019 al om in een motie. Hoogste tijd om die uit te voeren.

FD

Politieke beschamingen

Nog even over die Algemene Politieke Beschouwingen, waarin het eindelijk weer eens over inhoud ging. Hoera! Maar wat heeft de Kamer nou besloten?

1. Leenstelsel verdwijnt. Studenten krijgen weer gratis geld. Werkte dat leenstelsel dan zo slecht? Welnee, uit onderzoek blijkt dat het – anders dan gevreesd – de instroom van studenten niet remde, ze niet dwong in bijbaantjes te zwoegen en geen groepen studenten benadeelde. Maar goed, we schaffen het toch maar af.

2. Hoger loon in de zorg. Alle Nederlanders willen echt heel graag dat zorgmedewerkers worden beloond voor hun extra arbeid tijdens de pandemie. We zien nu hoe belangrijk zij zijn. Maar nèt niet belangrijk genoeg om er zelf iets voor te betalen. De rekening gaat naar bedrijven.

3. Energiebelasting omlaag. De Russen draaien aan de gaskraan en de prijzen schieten omhoog. De burger moet worden gered, dus we verlagen de belasting. Poetin rolt lachend door de marmeren gangen van zijn paleis aan de Zwarte Zee. Hij verhoogt de prijs en de Nederlandse overheid compenseert dat, zodat de gasvraag gelijk blijft. Kostelijk!

FD