Als het zo goed gaat met de Nederlandse economie, waarom groeit de kredietverlening dan nog niet?

De lichten voor de Nederlandse economie staan al een tijd op groen, maar inmiddels schijnt het licht zo fel, dat het pijn doet aan de ogen. In de befaamde Conjunctuurklok van het Centraal Bureau voor de Statistiek, duiden momenteel alle relevante indicatoren op een aantrekkende economie.

Het aantal vacatures, de omzet in de uitzendbranche, de Nederlandse export en investeringen, het consumenten- en producentenvertrouwen en al die andere (in totaal dertien) conjunctuurindicatoren staan in het groen. Dat betekent dat alle indicatoren de afgelopen maand zijn verbeterd en ook nog eens allemaal boven hun langjarig gemiddelde scoren. In deze eeuw is dat alleen in 2006 eerder gebeurd.

Geen wonder dat de Duitse economen van het CESIfo-instituut ons land deze week in het rijtje van toppresteerders zette. Samen met Duitsland, Oostenrijk en België vormt Nederland de kopgroep van het eurogebied. Het is hoogconjunctuur in de lage landen, alles zit eindelijk weer eens mee!

Slachtoffer van de kredietcrisis

In het felle, groene licht zou je bijna vergeten dat Nederland nog niet zo lang geleden tot de slachtoffers van de kredietcrisis behoorde. In Nederland moesten bijna alle banken door de overheid worden gered, bij ons was de recessie dieper dan in de buurlanden, onze huizenmarkt had het relatief zwaar. En ondanks alle groene lichten zijn de gevolgen daarvan nog te zien; het meest duidelijk bij de kredietverlening aan bedrijven.

Schermafbeelding 2017-05-23 om 12.23.26

Terwijl in de meeste Europese landen de kredietstroom al weer aardig op gang is gekomen, is er in Nederland nog altijd sprake van krimp. Ten opzichte van een jaar eerder lag de kredietverlening aan Nederlandse, niet-financiële bedrijven in maart (met meest recente cijfer) bijna 3% lager dan een jaar eerder. Dit percentage is dan al gecorrigeerd voor de afgenomen kredietverlening binnen internationaal opererende bedrijven. Multinationals gebruiken vaak het instrument van ‘notional cash pooling’ (saldocompensatie) om hun cash in landen te managen. Dit gaat in de vorm van leningen, die de werkelijke kredietverlening vertekenen. Daarom publiceert De Nederlandsche Bank maandelijks cijfers over de kredietverlening, gecorrigeerd voor saldocompensatie. Deze cijfers zijn weergegeven in de grafiek hierboven.

Terwijl in de meeste Europese landen de kredietstroom al weer aardig op gang is gekomen, is er in Nederland nog altijd sprake van krimp. Ten opzichte van een jaar eerder lag de kredietverlening aan Nederlandse, niet-financiële bedrijven in maart (met meest recente cijfer) bijna 3% lager dan een jaar eerder. Dit percentage is dan al gecorrigeerd voor de afgenomen kredietverlening binnen internationaal opererende bedrijven. Multinationals gebruiken vaak het instrument van ‘notional cash pooling’ (saldocompensatie) om hun cash in landen te managen. Dit gaat in de vorm van leningen, die de werkelijke kredietverlening vertekenen. Daarom publiceert De Nederlandsche Bank maandelijks cijfers over de kredietverlening, gecorrigeerd voor saldocompensatie. Deze cijfers zijn weergegeven in de grafiek hiernaast.

De grafiek laat zien dat de kredietverlening aan bedrijven nog altijd hapert. Juist tijdens de periode van herstel, vanaf 2014, is de kredietverlening gaan krimpen. Opvallend genoeg was er tijdens de ‘kredietcrisis’, in 2008 en 2009, nog altijd sprake van kredietgroei, ook al nam deze groei wel snel af.

Ook tijdens de eurocrisis — vanaf de eerste Griekse problemen begin 2010 tot de ‘what ever it takes’-uitspraak van ECB-president Mario Draghi eind juli 2012 — bleef de kredietverlening aan Nederlandse bedrijven groeien.

Pas toen het herstel echt inzette, pakweg een half jaar nadat premier Mark Rutte de ‘groene waas’ meende waar te nemen, belandde de kredietverlening in de min. Al 45 maanden op rij is het totaal aan uitstaande leningen lager dan een jaar eerder. De kredietcrisis is niet voorbij, Nederlandse bedrijven zitten er middenin!

Meer eigen vermogen

Vraag is natuurlijk of dit erg is. Vanuit de bankensector klinkt het sussend dat dit deels komt doordat grote bedrijven de banken tegenwoordig omzeilen en via de obligatiemarkt direct zakendoen met geldschieters. Dat de kredietverlening aan mkb-bedrijven ook nog steeds krimpt, zou erop duiden dat kleinere bedrijven in het verleden te veel geleund hebben op vreemd vermogen en zich nu meer financieren middels eigen vermogen.

Dat zijn legitieme nuanceringen. Uit enquêtes van de ECB blijkt dat Nederlandse bedrijven minder behoefte hebben aan krediet, omdat ze hun financieringsbehoeften vaak met ingehouden winsten kunnen voldoen. Economische groei kan daardoor in principe samengaan met krimp van de kredietverlening.

Maar uit onderzoek van het Internationaal Monetair Fonds uit 2013 blijkt dat dergelijke kredietloze groei meestal niet al te krachtig is. Zonder nieuwe leningen aan bedrijven, voor nieuwe investeringen, gaan de lichten al snel weer op oranje.

Daarom: hoezeer de conjunctuur ook baadt in het groene licht, totdat bedrijven weer gaan lenen houd ik een slag om de arm.

(FD)